19

De zwangerschap Wat betekent urineverlies ? Ongewild urineverlies komt relatief vaak voor tijdens en na een zwangerschap. Waarom ? S ommige vrouwen krijgen rond de 6e zwangerschapsmaand te maken met urineverlies. Ze voelen vaker een aandrang om te plassen, met meer dan 7 keer per dag urinelozing. Dat zijn “normale” gevallen, als gevolg van het uitzetten van de baarmoeder die op de blaas drukt. zijds geven 4 op de 10 zwangere vrouwen aan dat van urine-incontinentie tijdens de zwangerschap. Dit fenomeen treft meer zwangere vrouwen die al een keer bevallen zijn (50%) dan vrouwen in een eerste zwangerschap al te maken had met urineverlies heeft natuurlijk meer kans om hiermee opnieuw te worden geconfronteerd bij een volEn wat betreft de periode na de zwangerschap, dus post partum … ook heel wat vrouwen die er geen last van hadden tijdens de zwangerschap krijgen na de bevalling te maken Bevallen langs natuurlijke weg is de belangrijkste oorzaak van incontinentie bij jonge vrouwen... bijna 50 % van de jonge moeders heeft kort na de bevalling last van inspanningsincontinentie. Risicofactoren voor urine-incontinentie zijn : • optreden van urine-incontinentie tijdens het tweede zwangerschapstrimester • een te lange uitdrijving tijdens de bevalling • een gewichtstoename van meer dan 13 kilo tijdens de zwangerschap • inspanningsincontinentie net na de bevalling • geboortegewicht van de baby van meer dan 3,9 kg. • een schedelomtrek van de baby van meer 35 cm (hoe groter het hoofdje van de baby, hoe langer de uitdrijving duurt en hoe meer de bekkenbodemspieren worden uitgerekt of zelfs beschadigd) • de arts heeft tijdens de bevalling een te grote abdominale druk of te sterke tractie op het perineum uitgeoefend • het gebruik van een verlostang of vacuümcup bij de bevalling met een te krachtige aanzuiging en een uitrekking van de bodembekkenspieren tot gevolg • spierletsel aan de bekkenbodem bij de bevalling • inknippen. • herhaalde bevallingen langs natuurlijke weg (meestal vanaf de 3e baby) Hoe urineverlies na de bevalling voorkomen Wacht vooral niet tot die problemen opduiken om er iets aan te doen. Hier speelt preventie een belangrijke rol, te beginnen met een prepartum voorbereiding (voor de bevalling). Het komt erop neer dat een vrouw zich bewust moet worden van haar bekkenbodem en leert er controle over te krijgen. Tijdens de lessen ter voorbereiding op de geboorte leert ze de spieren van haar bekkenbodem te beheersen en te ontspannen, om zo te voorkomen dat ze tijdens de bevalling letsels oploopt. Ze leert in de juiste richting te persen: wanneer ze bij de persweeën in de richting van de onderbuik perst, zal de arbeid veel efficiënter verlopen dan wanneer de inspanningen geconcentreerd blijven op het gezicht en de wangen, waardoor het bloed haar “naar het hoofd” stijgt en de inspanningen “vruchteloos” zijn. Wat de postpartum (na de bevalling) betreft, onderzoekt de gynaecoloog tijdens de postnatale consultatie, ongeveer 6 weken na de geboorte, de staat van de bekkenbodemspieren. Indien hij het nodig acht, zal hij een tot twee revalidatiesessies per week voorschrijven bij een kinesitherapeut die gespecialiseerd is in urogynaecologische revalidatie (opgelet, niet alle kinesitherapeuten zijn hiermee vertrouwd en dat kan soms tot meer schade dan verbetering leiden). Die revalidatiesessies kunnen starten vanaf 6 weken tot ongeveer drie maanden na de geboorte en duren ongeveer 2 maanden. U kunt informatie vragen in uw streek, bij uw gynaecoloog of bij een uroloog om een lijst te krijgen van gekwalificeerde therapeuten. De perineale revalidatie moet altijd vóór de abdominale revalidatie gebeuren. De bekkenbodemspieren moeten immers eerst terug voldoende stevig zijn alvorens te werken aan de buikspieren, om elke bijkomende druk op de bekkenbodem, die al verzwakt is, te vermijden. Daarom kunt u tijdens de eerste weken na de bevalling beter geen sport doen waarbij druk op de buik wordt uitgeoefend en ook geen zware asten dragen. Myriam Brakel Kinésithérapeute – Urogynaecologie www.baby-mama.be 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication