42

Dynamiek Overheidsopdrachten: waar staan we met de wet van 17 juni 2016? De nieuwe wet op overheidsopdrachten trad op 30 juni 2017 in werking en bracht aanzienlijke wijzigingen aan een reeds zeer ingewikkelde materie. Waar staan we, twee jaar later? Een overzicht met Christophe Dubois, advocaat en vennoot bij Equal Partners. «Een van de grootste problemen met deze nieuwe wet is dat aanbestedende machten onvoldoende tijd hebben gehad om zich op de inwerkingtreding voor te bereiden, onder andere wat betreft de uitvoering van opdrachten”, steekt Christophe Dubois van wal. De regels voor de uitvoering van opdrachten werden trouwens pas begin juni 2017 beschikbaar. De aanbestedende machten kregen daardoor minder dan een maand de tijd om de regelgeving te assimileren en hun werkwijze bij te sturen. “Ze waren onthutst, vooral door de maatregelen tegen sociale dumping in onderaanneming, door de herzieningsclausules en de toegestane wijzigingen. Ze hebben de grootste moeite gehad om zich deze nieuwigheden toe te eigenen. Twee en een half jaar later is dit nog steeds het geval.” Tegenwoordig nemen veel aanbestedende machten bijvoorbeeld genoegen met het louter overnemen van de herzieningsclausules die in de reglementering staan, zonder zelf een aantal eigen herzieningsclausules te voorzien. “Spijtig dat het Koninklijk Besluit niet veel vroeger werd uitgebracht. Op die manier hadden de aanbestedende machten zich met de materie vertrouwd kunnen maken.” Meer risico’s en meer werk Christophe Dubois wijst op een tweede moeilijkheid: de opname van sociale, ecologische en ethische clausules in het lastenboek. “Aanbestedende machten weten niet hoe ze daarmee moeten omgaan en gebruiken dus te goeder trouw modellen die ze op het internet vinden of die ze hebben gekregen, maar die weliswaar fouten bevatten.” 40 ❙ Brussel Metropool - december 2019 En inzake uitsluitingsclausules oordeelt onze deskundige dat het administratief werk van de aanbestedende machten in omvang is verdubbeld voor opdrachten die de Europese drempel overschrijden. Anderzijds is er niets voorzien voor zeer kleine opdrachten. “Je zou bijna kunnen stellen dat om een boeketje bloemen van € 30 te kopen, de aanbestedende macht ten minste drie economische spelers moet raadplegen en hiervan de bewijzen bewaren”, schertst Christophe Dubois, die meent dat dit echt te ver gaat. “In dit opzicht biedt de onderlinge verdeling van overheidsopdrachten een interessant alternatief.” Bovendien zal vanaf januari 2020 de totale dematerialisatie van overheidsopdrachten de economische spelers – KMO’s inbegrepen – ertoe verplichten hun offertes elektronisch in te dienen. “Dit betekent dat deze mensen over de nodige uitrusting en vaardigheden moeten beschikken en het verhoogt het risico dat offertes uit de selectie worden geweerd wegens een eventuele computerfout.” Christophe Dubois stelt dat deze nieuwe wet een aantal maatregelen voorziet om KMO’s een gemakkelijker toegang te verschaffen tot overheidsopdrachten, maar die tegelijk de aanbestedende machten blootstellen aan extra risico’s. Een voorbeeld is dat de aanbestedende macht rekening moet houden met de verdeling van de opdracht in percelen. “Doet ze dit niet en er komt een klacht, dan Christophe Dubois © Getty D.R.

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication