45

Dynamiek Het faillissement in Failliet gaan schrikt af. Het is niet alleen een mislukking, het heeft ook gevolgen op lange termijn. Toch zijn de afgelopen jaren verschillende wetten hervormd om failliete ondernemers te helpen. Nicholas Ouchinsky, advocaat bij Lexlitis Brussels, ontrafelt de waarheid voor ons en vertelt over de nieuwe Europese richtlijn inzake insolventie en tweedekansbeleid. © Getty "D e wet van 11 augustus 2017, die op 1 mei 2018 in werking is getreden, heeft het insolventierecht voor ondernemingen hervormd en boek XX in het wetboek van economisch recht opgenomen. Deze hervorming leidde tot een geheel nieuwe reeks bepalingen rond het faillissement, meer bepaald van natuurlijke personen”, begint Nicholas Ouchinsky. Daarnaast verandert er ook wat op Europees niveau: de EU-richtlijn over de insolventie van ondernemingen heeft tot doel betrouwbare ondernemers die failliet zijn gegaan een tweede kans te bieden. Om te voorkomen dat ze failliet zouden gaan, wil de richtlijn in een vroeg stadium ook de toegang vergemakkelijken tot preventieve herstructureringsplannen voor levensvatbare ondernemingen in financiële moeilijkheden. Het Europees Parlement keurde op 28 maart 2019 de overeengekomen tekst goed. De lidstaten hebben vanaf de dag van publicatie van de ontwerptekst in het publicatieblad van de EU twee jaar de tijd om de nieuwe regels in hun nationale wetgeving om te zetten. “In de tussentijd zijn er op nationaal niveau al wel veel maatregelen genomen om ondernemers te helpen zich recht te trekken en ook om veel vooroordelen weg te nemen,” vervolgt hij. 1 : “Ik ga alles verliezen" “Een van de belangrijkste maatregelen voorzien in de wet van 11 augustus 2017 is de scheiding tussen de vroegere en de toekomstige situatie van de failliete onderneming. Juridisch gezien is het zogenaamde ontnemingseffect van een faillissement afgezwakt. Vroeger was dit effect bijna absoluut: vanaf het moment van de faillietverklaring tot aan de sluiting ervan kon de gefailleerde geen beschikkingshandelingen meer verrichten. Alles verliep via de curator die hem verving in het beheer van zijn zaken. Daarbij was de enige beperking de roerende goederen en de inkomsten die door het gerechtelijk wetboek als niet voor beslag vatbaar waren bepaald. Het beeld dat we kennen uit films van de gefailleerde die alles verliest, op straat of in een leegstaand huis staat dat te koop wordt aangeboden, klopt dan ook niet. Individuen en hun families zijn beschermd. Als je dat op tijd doet, kan je er zelfs voor zorgen dat je huis als niet voor beslag vatbaar wordt erkend.” 2 “Alles wat ik vanaf nu verdien zal enkel dienen om mijn schulden af te betalen.” “De nieuwe wet vermindert dit principe van ontneming. Het geldt nu alleen nog maar voor schulden en activa uit het verleden. Voortaan zijn alle goederen en inkomsten die na het faillissementsarrest zijn verworven via een activiteit die volgt op dat vonnis (als de gefailleerde bijvoorbeeld een nieuwe activiteit begint), niet meer vatbaar voor beslag en moeten ze niet meer worden teruggegeven aan de curator voor de betaling van de schulden. Ze zijn voor 100% eigendom van de ondernemer. Dit moet hem de kans geven aan een nieuw hoofdstuk te beginnen, met een schone lei.” 3 “Ik zal altijd schuldig worden geacht aan mijn faillissement." “Het tweede belangrijke punt van de wetshervorming is het schrappen van het principe van de verschoonbaarheid. 5 vooroordelen © Getty Brussel Metropool - september 2019 ❙ 43

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication