46

DYNAMIEK vereenvoudigen. De elektronische procedure is nu verplicht. De afschaffing van briefwisseling met de post heeft een hele reeks vertragingen, kosten en ondoorzichtige factoren uit de weg geruimd. Mathieu Vrebosch ➜ Een geveinsde concurrentie? Dit is totaal ONJUIST! Een ander hardnekkig gerucht beweert dat de aanbestedende diensten "hun gewoonten" zouden hebben en systematisch met dezelfde bedrijven zouden samenwerken. De andere concurrenten zouden alleen dienen om de schijn te redden dat de wet wel degelijk werd toegepast. Hier aarzelt Mathieu Vrebosch tussen lachen en boos worden. "Misschien gebeurden zulke wantoestanden in het verleden – laten we eerlijk zijn – maar de recente aanscherping van de wetgeving en, meer specifiek, de overgang naar een elektronisch regime maken dit soort praktijken onmogelijk!” ➜ Prijzen die onmogelijk gedurende de gehele procedure te handhaven zijn? Gedeeltelijk WAAR, maar er bestaan trucs! Het is onmiskenbaar dat overheidsopdrachten zich onderscheiden door hun traagheid in vergelijking met de particuliere sector. Maar dit is geen nieuws en het zou niemand nog moeten verrassen. Laten we eenvoudigweg stellen dat dit type opdracht in een bedrijf niet moet dienen om dringend een gebrek aan bestellingen te verhelpen! De heer Vrebosch wijst echter op de moeilijkheden die sommige bieders ondervinden met de geldigheidsduur van de offertes. Aanbieders beweren regelmatig dat de geldigheidsduur van de prijsofferte (90, 120 of zelfs 180 dagen) veel te lang zou zijn rekening houdend met de volatiliteit van de prijzen op de betrokken markten (zoals elektriciteits- of brandstofprijzen). Tussen de vraag van deze dienstverleners – van wie de offertes meestal een tiental dagen geldig zijn – en de "senatoriale" traagheid van de overheid moet een compromis worden gevonden. Ook al betekent dit dat het voorgestelde bedrag een veiligheidsmarge inhoudt. Vaak miskende voordelen De heer Vrebosch wijst bovendien op enkele waardevolle tips & tricks die de taak van de bieders kunnen vereenvoudigen: ➜ Gemakkelijk te raadplegen opdrachten: Sommige KMO’s raadplegen niet spontaan het Bulletin der Aanbestedingen (BDA). Andere hebben geen tijd. Vrebosch: "Er zijn bedrijven die – op basis van de zogenaamde NACE-codes – alle aanbestedingen per sector onderzoeken. Het kost minder dan 1000 € per jaar om steeds op de hoogte te blijven!” 44 BECI - Brussel metropool -december 2018 ➜ De prospectie die Net Brussel zelf doet: een aanbesteding waar geen (kwalitatieve) kandidaten op reageren is bijzonder frustrerend! Om steeds over competitieve aanbiedingen te beschikken, neemt het agentschap het voortouw met prospectieactiviteiten … in tempore non suspecto. "Als we weten dat we binnen zes maanden of een jaar verschillende kleine renovatieprojecten moeten uitvoeren op bepaalde gebouwen, nemen we dus systematisch – via de Gouden Gids – contact op met bedrijven die ons betrouwbaar lijken. Vervolgens vragen we een afspraak aan, belichten we de voordelen van zakendoen met een structuur als de onze, in de eerste plaats onze perfecte kredietwaardigheid. De Brusselse bedrijven moeten dan op de dag van onze oproep de gelegenheid niet laten voorbijschieten!” ➜ De verplichting tot verdeling in percelen, die gunstig is voor kleine aanbieders: Onze gast wijst op een derde troef, die specifiek in het belang van de KMO’s in de wet is opgenomen, namelijk de verplichting voor overheidsinstellingen om de opdracht zoveel mogelijk (en binnen redelijke grenzen!) te verdelen in percelen. Bijvoorbeeld door twee afzonderlijke bedrijven te belasten met de sloop van een ruïne en de bouw van een nieuw gebouw. Deze verplichting is nogal zwaar voor de opdrachtgever. Telkens een overheidsinstantie daarvan wil afwijken, moet ze dit rechtvaardigen. Voor Mathieu Vrebosch is dit principe nog niet echt operationeel. Het zou best kunnen dat het als ‘mooi maar nauwelijks toepasbaar concept’ in een vergeethoek verzeilt. Deze verplichte verdeling van opdrachten in percelen bemoeilijkt aanzienlijk het leven van de opdrachtgever. Ze vereist namelijk de samenstelling van "x" verschillende opdrachten en vervolgens het parallelle toezicht op de uitvoering ervan. En in het geval van een geschil ontstaan er des te meer te beheren dossiers! Het principe werd daarom bijzonder slecht ontvangen in de verschillende afdelingen. Naast deze praktische tegenkanting rijst nog een ander, meer symbolisch bezwaar: de relatieve antinomie tussen de verplichte verdeling van opdrachten in percelen enerzijds en de sterk groeiende belangstelling voor centrale inkoop anderzijds. Hoe kun je tegelijk pleiten voor percelen en groepering? Tot slot vertrouwt de heer Vrebosch zowel op de jurisprudentie als op de praktijk om te bepalen hoe overheidsopdrachten moeten worden beheerd. Hij beseft dat de huidige veranderingen geen verregaande gevolgen zullen hebben. Des te meer omdat het nu duidelijk is dat diensten aanbieden aan een of andere gewestelijke overheidsinstelling – en zeker aan Net Brussel – veel eenvoudiger en stimulerender kan zijn dan men zich meestal inbeeldt! ● D.R.

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication