36

TOPIC van hogere temperaturen en de vorming van hogedruksystemen die echte "vervuilingskoepels" vormen boven grote stedelijke gebieden, wat leidt tot aanzienlijke overschrijdingen van de door de autoriteiten vastgelegde drempels. Of de heropleving van virusziekten zoals het hantavirus, de ziekte van Lyme en zelfs knokkelkoorts, waarvan de frequentie in Europa, inclusief België, aanzienlijk is toegenomen. Dit geldt voor alle lagen van de bevolking, en niet langer alleen voor de kwetsbaar geachte groepen, zoals jonge kinderen of ouderen1 . Deze elementen zullen Tijdens het eerste semester van 2018 heeft de verzekeringssector al € 200 miljoen betaald ter vergoeding van schade veroorzaakt door de klimaatverandering.” Bart De Smet, CEO van Ageas woordigt is een belangrijke investering in de bouw van energie-efficiënte gebouwen, ontworpen met duurzame materialen en een langetermijnperspectief, wat tegelijkertijd AG Insurance en AG Real Estate voldoende rentabiliteit garandeert en het risico onder controle houdt.” Bart De Smet houdt nog een ganse voorraad andere positieve ideeën achter de hand. Met veel daarvan kunnen de actuariële activiteiten duidelijker gepaard gaan met de beheersing van de klimaatverandering. De topman van Ageas vertelt ons dat hij met beleidsmensen heeft gesproken over de financiering, door zijn eigen instelling en andere actoren in de sector, van een efficiënt, d.w.z. waterdicht en gescheiden rioleringsnet (nvdr: dat regenwater en afvalwater apart behandelt). Het systeem zou water tijdens lange periodes kunnen stockeren. Bart De Smet: "Op regenachtige dagen zou het water worden opgeslagen in retentiebekkens om overstromingen te vermijden. En in de zomer, net als in de lange droge periode die we dit jaar hebben meegemaakt, kan dat water worden gebruikt in de landbouw." Andere mogelijkheden zijn investeringen in duurzame energie, met bijvoorbeeld financiële toezeggingen van 250 miljoen euro in offshore windmolenparken. Betaalbare producten Wat heeft dit te maken met een levensverzekering?, zult u zich afvragen. De link is aanwezig in elk detail waar verzekeringsmaatschappijen op letten. Want door in te grijpen op elk van deze gegevens kunnen verzekeringsproducten betaalbaar blijven, in schade- en nog meer in levensverzekering. Voorbeelden zijn de vereisten van Solvency II, gevaarlijke speculatieve activiteiten (die nu ten strengste verboden zijn), maar ook elementen die veel indirecter lijken, zoals steeds aanhoudende droogte, de combinatie 34 BECI - Brussel metropool -december 2018 waarschijnlijk direct en indirect de winstgevendheid van de verzekeringsmaatschappijen beïnvloeden. En dus ook de voorwaarden waaronder klanten toegang krijgen tot schade- en levensverzekeringen. Daarom moeten verzekeraars hier nu veel belang aan hechten. ● Wanneer herverzekeraars op jacht gaan naar koolstof Grote herverzekeraars als Munich Re en Swiss Re hechten bijzondere aandacht aan de gevolgen van de klimaatverandering voor de evolutie van de risico's in de levens- en schadeverzekeringen van hun klanten. Deze gebeurtenissen hebben gevolgen, waarvan beide herverzekeraars in de loop der jaren de (onder meer financiële omvang) hebben kunnen vaststellen. Zij waren de eersten die actie ondernamen en grote teams van specialisten – waaronder wetenschappers – mobiliseerden om een beter inzicht te krijgen in de risico's verbonden aan deze evolutie van het klimaat en de vereiste aanpassingen. De facto worden zij vandaag zelfs beschouwd als de eerste institutionele activisten in de strijd tegen de klimaatverandering. Als zodanig is Swiss Re zeer proactief met betrekking tot alle handelingen die haar persoonlijk aangaan. Het hoofdkantoor in New York heeft net geprofiteerd van een investeringsplan om de CO2-uitstoot met 115 ton per jaar te verminderen. Dit is een inspanning die de herverzekeraar natuurlijk graag zou zien gebeuren bij al de verzekeringsmaatschappijen in zijn clientèle, evenals bij hun eigen klanten. 1 Monitoring van infectieziekten door een netwerk van microbiologische laboratoria 2010 – Epidemiologische trends 1983-2009, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid, DO Volksgezondheid en Surveillance 2011. Verslag: D/2011/2505/21. © David Plas

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication