TOPIC te ontwikkelen. En ten slotte maken wij, net als andere datacenters in België, waaronder deze van Proximus, gebruik van industriestandaard back ups om de gevolgen van een stroomuitval te omzeilen”, benadrukt Michiel Sallaets, die zich geruststellend tracht op te stellen. Werkelijke risico’s … of niet Louter technisch bekeken lijkt het op het eerste gezicht moeilijk om het internet volledig te verlammen, rekening houdend met de maatregelen die werden getroffen inzake beveiliging en veerkracht van het systeem. We hebben hier inderdaad te maken met een gedistribueerd netwerk, dat uit meerdere lagen, routers, switches en knooppunten bestaat. Daarnaast blijven vaste netwerken gescheiden van de mobiele. In sommige extreme gevallen kan het internet echter wél ontoegankelijk worden, bijvoorbeeld als de regering van een land alle verbindingen verbreekt, als de stroomvoorziening wordt onderbroken (ook al zijn de stroomnetten op supranationaal niveau onderling verbonden), als terroristen de infrastructuur aanvallen of als hackers de basisprotocollen verstoren. Volgens Jon Crowcroft, hoogleraar aan de Universiteit van Cambridge (UK), "is geweld het ernstigste risico op een internetuitval”. Een ander groot gevaar is een massale DDos (distributed denial-of-service) aanval, hoewel Crowcroft gelooft dat dit soort risico's vrij gemakkelijk geïsoleerd en tegengegaan kunnen worden. Weliswaar is dezelfde deskundige van mening dat het routeringssysteem niet robuust genoeg is en het geheel daarom kwetsbaar maakt. Maar al was het internet meerdere dagen ontoegankelijk, toch zou het dagelijks leven hier niet fundamenteel door worden verstoord. Tenminste voor zover de hulpdiensten nog steeds in staat zijn om hun activiteiten voort te zetten. Meestal beschikken deze diensten over een eigen netwerk en gebruiken ze het internet als een noodoplossing. Het zou daarom nuttig zijn om in geval van nood op een volledig onafhankelijk radionetwerk te kunnen terugvallen. In dit verband vernamen we onlangs dat het Astrid netwerk van de hulpdiensten uiteindelijk zou worden ontmanteld ten gunste van GSM-netwerken. Vraag is of het netwerk beschikbaar zou zijn ingeval van een stroomstoring. Daarnaast hebben sommige sectoren, zoals banken en distributie, voor hun elektronische betalingen eigen netwerken opgezet, onafhankelijk van het internet. De huidige situatie De overheid beperkt het nieuwe afschakelplan van de zomer 2018 tot het bespreken van de gevolgen van een stroomuitval van wisselende omvang en het voorspellen van verschillende scenario's. Als we de risico’s aankaarten van verstoring van het vaste en vervolgens mobiele telefoonnet en de mogelijkheid dat geldautomaten niet werken, lijkt het erop dat er niets gepland is voor het internet, dat in bepaalde sectoren nochtans van vitaal belang is. Van haar kant verklaart de bank Belfius via haar woordvoerster Ulrike Pommée dat "onze infrastructuurdienstverlener, PI², samenwerkt met verschillende aanbieders van internettoegang in België en Luxemburg. We zijn dus niet afhankelijk van één enkele provider voor onze internettoegang. Daarnaast beschikt Belfius over twee afzonderlijke datacenters in Luxemburg, die los van elkaar functioneren. De netwerkverbinding tussen onze zetels en kantoren hier in België en de datacenters verloopt ook via huurlijnen die onafhankelijk zijn van het internet. Als er dus in België en Luxemburg een internetstoring zou optreden, zouden we vanuit onze hoofdzetel en kantoren nog steeds kunnen blijven werken met onze kritische toepassingen. En wat onze apps betreft (Belfius Direct Mobile, Direct Tablet, Direct Net ...), zou de impact van een eventuele internetstoring eerder de klanten treffen, want voor hen zouden onze apps tijdelijk ontoegankelijk zijn. De apps zelf zouden operationeel blijven en dus toegankelijk blijven voor mensen die niet getroffen worden door het uitvallen van het internet.” Het ergste scenario Wat de gevolgen van een internetstoring ook mogen zijn, één ding staat als een paal boven water: er is nergens een echt plan te bespeuren om dit soort situaties aan te pakken, noch aan overheidskant, noch in de bedrijfswereld of in de brancheorganisaties, noch op nationaal of supranationaal niveau. De beroepsfederatie Agoria verklaart bijvoorbeeld dat zij deze vraag niet kan beantwoorden en voegt daaraan toe dat "de telecomoperatoren geen officiële informatie hebben ontvangen over een mogelijke black-out van het internet.” Kortom, er bestaat op dit moment bezorgdheid over het risico van een stroomuitval, maar het gevaar van een internetstoring blijkt geen prioriteit te zijn. Maar wat als het vervoer van brandstof naar benzinestations morgen stilvalt? Of als de supermarkten enkele dagen niet meer bevoorraad worden? ● BECI - Brussel metropool -december 2018 27 © Getty
30 Online Touch Home