INNOVATIE EN R&D Europese subsidies zijn ‘hard to get’ Te weinig Brusselse KMO’s en groeibedrijven doen een poging om via het KMO-instrument Europese subsidies voor innovatie binnen te halen. Hoe complex dat ook is, het loont nochtans de moeite. “Je verbetert je business sowieso.” Peter Van Dyck B elgische KMO’s maken (te) weinig gebruik van de Europese steun die hun internationale groei een duwtje in de rug kan geven – op de lijst van 33 lidstaten bezet ons land pas de 19de plaats. Tot die vaststelling kwam een tijdje geleden de zakenkrant L’Écho, op basis van een rapport van de Europese Commissie. Niet België, dat nochtans bekend staat als kweekvijver voor KMO’s, maar Italië en Spanje blijken de kampioenen in het verkrijgen van Europese steun. L’Écho meldt verder dat Vlaanderen 88% van de aan ons land toegewezen fondsen binnenhaalt. Conclusie: Waalse en Brusselse kleine bedrijven doen het niet zo goed. Waarover gaat het nu precies? In het kader van het Europese subsidieprogramma Horizon 2020, dat zich toespitst op Research & Development en innovatie in het bijzonder, riep men in 2014 het KMO-instrument in het leven om de internationale groei van kleine Europese bedrijven hoger te doen schakelen. Tussen de start van een bedrijf en de verdere groei is er vaak een gebrek aan directe financiering. Daarom verdeelt Europa 3 miljard euro over 7500 projecten voor de periode 2014-2020. Steun via het instrument gebeurt in twee fases. In fase 1 krijgt een bedrijf 50.000 euro om een haalbaarheidsstudie voor hun project uit te voeren. Blijkt het project realiseerbaar, dan volgt fase 2, waarbij nog eens 1 à 2 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld om een product te ontwikkelen dat klaar is voor introductie op de internationale markt. Seal of Excellence Barbara Andreani, coördinator van Enterprise Europe Brussels bij hub.brussels, nuanceert de berichtgeving van L’Écho. “Men mag de cijfers van het R&D-programma Horizon 2020 niet gelijkstellen met die van de algemene Europese subsidies. Bovendien mag men de cijfers van het KMO-instrument, goed voor 2,73 miljard euro, niet verwarren met deze van het H2020 programma in zijn geheel, waarvan het totale budget 80 miljard bedraagt. De in het artikel geciteerde cijfers zijn incompleet en bijgevolg geen juiste weerspiegeling van de realiteit.” “Als we de jaarlijkse statistieken bekijken, de officiële cijfers van de Europese Commissie, dan zijn de interesse én het succes van Brusselse actoren in het R&Dprogramma H2020 overduidelijk. De graad van succes van de Brusselse regio bedraagt 19,4% en is hoger dan het gemiddelde van België en Europa, respectievelijk 16% en 11,7%. Brussel ontvangt 36% van de financiering die aan België is toegewezen, terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 13% vertegenwoordigt van de nationale brutouitgaven in R&D.” Mevrouw Andreani stipt ook aan dat, alleen al in 2017, vijf Brusselse ondernemingen een Seal of Excellence verkregen, op basis van de kwaliteit van hun innovaties. Helaas kon de EC hen wel niet het vereiste budget toewijzen. In 2018 hebben twee Brusselse bedrijven een goedkeuring voor het KMO-instrument gekregen: één voor fase 1 en één voor fase 2. Disruptief Het KMO-instrument is vrij onbekend en wellicht daardoor onbemind. Bijkomend probleem is dat een subsidie aanvragen veel papierwerk met zich meebrengt en dat schrikt KMO’s af: daar hebben zij de mensen noch de tijd voor. Tel daar nog de complexiteit van het instrument bij en je beseft dat starters en KMO’s zich best laten bijstaan door professionals als ze een aanvraag willen indienen. De case van Workero illustreert dit. Ondernemer Dirk Paelinck startte een jaar geleden Workero op, een digitaal platform dat co-creatie wil bevorderen door aan bedrijven uit uiteenlopende sectoren creatieve werkplekken aan te bieden. Vóór hij, via Beci, professor Juan Manuel Revuelta Pérez ontmoette, was nooit het idee in hem opgekomen om Europese subsidies aan te vragen. Toen hij aan de professor had uitgelegd waar hij mee bezig was, luidde de BECI - Brussel metropool - oktober 2018 17 © Getty
20 Online Touch Home