61

DYNAMIEK TRANSITIE Afvalwater en warmte: een opdracht op maat voor Veolia in Brussel? Met de aansluiting van meerdere stedelijke operatoren op één en hetzelfde netwerk kan de ene speler gebruikmaken van de ‘afvalwarmte’ die anderen onvermijdelijk produceren. Dit effent de weg naar niet te onderschatten energiebesparingen en een verkleining van de ecologische voetafdruk. Een domein waarin Veolia uitblinkt. Johan Debière D e aanleg en het beheer van warmtenetwerken spreken boekdelen over de mogelijkheden van water en energie in een gebied als Brussel. Maar waaruit bestaat nu eigenlijk een warmtenetwerk? De warmte die op een bepaalde plek uit een bepaalde hulpbron ontstaat (bijvoorbeeld een biomassa van hout of stro, een fossiele brandstof of geothermie) wordt aan meerdere verbruikers verdeeld via een netwerk van ondergrondse buizen. Warmte kan ook worden teruggewonnen van al dan niet industriële activiteiten zoals de productie van elektriciteit, petrochemische processen of de warmte van machines, IT servers of afvalverbrandingsovens. “Er is hier dus sprake van afvalwarmte, namelijk een ongebruikte warmtebron waarvan een industrie dankbaar gebruik kan maken als die warmte via een netwerk toegankelijk wordt.” Deze uitleg kregen we in 2015 van Patrick Labat, Senior Executive Vice President Northern Europe van Veolia, na de presentatie van de concrete verwezenlijkingen in sommige landen van Noord-Europa. Sinds deze ontmoeting heeft Veolia in deze specialiteit flink vooruitgang geboekt, vernemen we van Grégory Sanchez, Chief Commercial Officer bij Veolia Belux: “Sindsdien is veel veranderd en hebben wij ettelijke warmtenetwerken aangelegd. Eerst gebeurde dit voornamelijk in Vlaanderen, meer bepaald in Turnhout en Antwerpen. Wallonië volgde kort daarop, o.a. in Bergen en Louvain-la-Neuve. Onlangs installeerde Veolia een warmtenetwerk in een splinternieuwe verkaveling in Waterloo. De warmte wordt met houtsnippers geproduceerd. En deze zomer werd Veolia belast met de renovatie en het beheer van het warmtenetwerk op de UCL campus van Woluwe, een installatie die tegelijk de universitaire gebouwen en het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc verwarmt. » Warmtenetwerken zijn niet alleen in Scandinavische landen zeer verspreid: ook in Frankrijk raakten ze ondertussen goed ingeburgerd. Het principe van een gecentraliseerde waterdistributie, waarin Veolia pionierswerk verrichtte, is trouwens in Frankrijk ontstaan. Aan het beheer en de distributie van water voegde de onderneming in de jaren 80 een nieuwe activiteit in energiebeheer toe. Sindsdien ontwikkelde ze een ware deskundigheid in de ontplooiing van warmtenetwerken. In dit domein lopen de contracten in grote steden als Parijs, Toulouse of Marseille meestal over lange tijdsspannen (vaak meer dan 20 jaar), waardoor Veolia werd belast met de vernieuwing en het beheer van het warmtenetwerk op de UCL campus in Woluwe. een andere verhouding ontstaat met energie – en soms vrij onwaarschijnlijke verwezenlijkingen. Veolia verwarmt bijvoorbeeld de zwemdokken van de prestigieuze Cercle des Nageurs de Marseille (CNM) dankzij Energido, een oplossing die warmte terugwint uit … afvalwater. Door Vivaqua in de riolen uitgetest Het principe kan misschien ook in Brussel worden toegepast. In 2013 lanceerde Vivaqua een experiment om het thermische potentieel van de Brusselse riolen uit te testen (het rioolwater schommelt tussen 10 en 15°C). Patricia Foscolo, Manager van de Business Unit Green Technologies bij impulse.brussels, vertelde ons onlangs dat “Vivaqua daar mogelijkheden ziet om warmte terug te winnen. In Molenbeek lanceerde het bedrijf een test met een 6 meter lange PE-HD buis, aangesloten op een warmtewisselaar. Het experiment werd opgevolgd door de Ecole Polytechnique van de ULB, met de conclusie dat dit systeem oerdegelijk is en een redelijk prestatiecoëfficiënt vertoont (4 tot 5).” Aangezien 300 km van de Brusselse riolering aan modernisering toe is, kan een veralgemening van deze techniek in overweging worden genomen. ● BECI - Brussel metropool - september 2017 59 © Reporters

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication