16

TOPIC Een ander initiatief is Capital Digital, waarbij we jongeren tussen 8 en 12 jaar uit kansarme buurten vertrouwd maken met coderen en programmeren. Elke vakantie krijgen ze een week stage, zodat ze zien dat ze een computer of het internet niet enkel passief kunnen gebruiken. We zien dat de jongeren erg getriggerd worden, door bijvoorbeeld zelf een game te maken. En wat ons ook enorm aangrijpt, is het toonmoment op het eind van zo’n stage. Daar merken we dat de ouders ook hun fierheid herwonnen hebben en ze zelf opnieuw gaan geloven in de mogelijkheden van hun kinderen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft bijna de helft van de jonge werkzoekenden hun secundair onderwijs niet afgemaakt, maar voor ongeveer 60% van de jobs wordt een hoger diploma gevraagd. In het Vlaamse en Waalse Gewest is dat respectievelijk slechts 38,5% en 37,8%. Het lijkt ons dus een goed idee de interregionale mobiliteit te stimuleren. Probeert u dat ook? Hoe? De sociaaleconomische wisselwerking tussen Brussel en de rand proberen we zowel fysiek als mentaal te verbeteren. Denk daarbij aan Brabantnet, het GEN, het fietsGEN etc. Er is de voorbije jaren ook heel hard gewerkt aan het slopen van muren om de gewesten te laten samenwerken voor de uitwisseling van vacatures. VDAB en Actiris hebben daarvoor vorig jaar een samenwerkingsakkoord ondertekend. Ook De Lijn levert inspanningen om bijvoorbeeld bussen vanuit Brussel ’s nachts naar de luchthaven te laten rijden. Brussels Airport is immers voor laaggeschoolden nog altijd een belangrijke tewerkstellingsplaats. Daarnaast proberen we meer jongeren de kans te geven om een diploma te halen en hen een plek te geven op de Brusselse arbeidsmarkt. Het duaal leren op basis van het Duits model, dat minister Crevits op de agenda heeft gezet, kan het aantal schoolverlaters doen dalen. De jongeren gaan dan een paar dagen naar school en werken de resterende werkdagen in een bedrijf, zodat ze minder snel schoolmoe worden. En het levert hen ook echt iets op. Bij Audi kan een groot deel van de studenten die daar tijdens hun schooltijd deeltijds werkten nadien ook effectief aan de slag. Er wordt onvoldoende Nederlands gegeven in het Franstalig onderwijs, en dat zou mee aan de basis van mogelijke discriminatie liggen. Klopt dat volgens u? Wat kan daaraan gedaan worden? Dat het mee aan de basis van mogelijke discriminatie ligt, vind ik sterk uitgedrukt. Maar ik ben het ermee eens dat de kwaliteit van het Nederlands niet overal voldoende is. En voor heel wat jobs vraagt men nu eenmaal correcte tweetaligheid. Er zijn in Brussel al initiatieven om de uitwisseling van leerkrachten te stimuleren en het aantal immersiescholen te vergroten. Dat zijn Franstalige scholen in Brussel en Wallonië waar een aantal vakken in het Nederlands worden gegeven. We zien dat scholen daar nu nog te weinig gebruik van maken, omdat die mogelijkheid niet bekend genoeg is. Tegelijkertijd zien we aan de populariteit van het Nederlandstalige onderwijs ook dat Franstalige ouders beseffen dat tweetaligheid belangrijk is. En omdat de eerste levensjaren van kinderen cruciaal 14 BECI - Brussel metropool - oktober 2016 zijn om voldoende taalprikkels te geven, hebben wij een vliegende equipe taalcoaches in onze kinderdagverblijven. Zij trainen de kinderbegeleiders in het zo veel mogelijk stimuleren van taal bij de kleintjes. Diverse studies hebben aangetoond dat iedereen onbewust discrimineert. In het openbaar vervoer bijvoorbeeld, daar zal men niet makkelijk plaatsnemen naast iemand van een andere huidskleur. Voorziet u algemene acties om de mentaliteit – eventueel van jongsaf al – te veranderen? Iedereen heeft vooroordelen, zowel positieve als negatieve. Het is belangrijk dat we ons daar niet door laten leiden, we moeten durven kijken naar de mens achter de karakteristieken – naam, huidskleur, geaardheid … Dat vind ik mijn grootste uitdaging als Brussels Staatssecretaris van Gelijke Kansen: we moeten naar een inclusieve maatschappij, waarin we ieders talenten en eigenheid respecteren. Om dat te bekomen, is er in eerste instantie een wettelijk arsenaal aan maatregelen. Op mijn initiatief heeft de Brusselse regering een ordonnantie rond discriminatie bij levering van goederen en diensten goedgekeurd. Daarnaast heb ik ook ordonnanties rond gendermainstreaming en handimainstreaming gerealiseerd. Dat betekent dat gelijke-kansenbeleid een verantwoordelijkheid is van iedereen. Bij elke nieuwe ordonnantie is men verplicht te kijken of de kloof tussen mannen en vrouwen er niet groter door wordt. En elke minister moet bij een nieuw beleidsinitiatief kijken of er geen bijkomende drempels ontstaan voor mensen met een beperking. Ten tweede proberen we de mentaliteitswijziging te verwezenlijken door projecten waarbij we echt met mensen aan de slag gaan. Racism Game Over is daarvan een voorbeeld, net zoals het project ‘Mijn job is mijn keuze!’ dat ik samen met BECI heb gelanceerd. Doel is de stereotype beroepskeuze bij mannen en vrouwen te doorbreken en in het bijzonder bij knelpuntberoepen. Bij de studiekeuze moet men zich daar al bewust van worden. Laat een vrouw gerust garagist worden, of een man kleuterleider. Mannen- en vrouwenberoepen behoren tot het verleden! ● © Reporters

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication