Het zonnecelpanelenpark van Monteruga, in Italië, gebouwd door Belpower Internationaal zo ver weg? INTERNATIONAAL Een onderneming kan de stap naar internationalisering eerst als wat angstwekkend ervaren vanwege de investeringen, de culturele verschillen, de logistiek of de administratieve doolhof. De perspectieven zijn nochtans even talrijk. Wij hebben een aantal Brusselse ondernemingen ontmoet die met succes de stap naar het buitenland hebben gezet. Adrien Dewez M arie Martens, de oprichtster van Twist Consulting, werkte acht jaar in Londen. “Daar stelt de vraag zich gewoon niet. De grenzen overschrijden geldt daar als een evidentie, met een tikkeltje veroveringsdrang. In België stellen de mensen zich spijtig genoeg nogal argwanend op.” Zich tot het buitenland richten, effent de weg naar nieuwe markten en een sterkere groei. Jazeker, maar hoe pakken we dat aan? In vele ondernemingen begint de internationalisering met een project. Zo bijvoorbeeld bij Belpower, een dochteronderneming van Reibel. “Een Spaanse autofabrikant vroeg ons zijn fabrieken met zonnecelpanelen uit te rusten”, vertelt de commerciële directrice Nathalie Geschier. “We hebben nadien een permanent kantoor in Spanje geopend om de lokale markt te bewerken. De zaken verliepen op dezelfde manier in Italië. We zijn nog steeds in beide landen gevestigd. Dat helpt ons onze producten te promoten, naambekendheid te verwerven en in meerdere landen erkend te worden.” Sabca, de uitblinker van onze luchtvaartindustrie die uitrustingen levert voor lijnvliegtuigen, ruimtevoertuigen en defensie, opende een dochterorganisatie in Casablanca: ASM Aero. “Dit werd ons door Airbus opgelegd”, vertelt CEO Jean-Marie Lefèvre. “Wegens de globalisering van de luchtvaartmarkt vroeg Airbus aan zijn partners ook hun steentje bij te dragen tot de internationalisering.” Marie Martens 28 BECI - Brussel metropool - november 2015 ervaart een dergelijk proces niet alleen als een uitdagend nieuw project, maar ook als een groeistrategie: “Alles begint bij contacten met de markten en deelnames aan beurzen, onder andere via het Awex en BECI. Eerst wordt er vanuit de hoofdzetel gewerkt en wanneer de verkoopvolumes het toelaten, opent het bedrijf ook effectief een vestiging in het buitenland. De gewestelijke premies om deel te nemen aan beurzen zijn dus wel bijzonder nuttig.” (nvdr: ze worden door het Ministerie van Economie toegekend.) Een goede voorbereiding De opening van een dochterorganisatie in het buitenland vereist een goede voorbereiding, al was het maar om de risico’s onder controle te houden. “Ik zie meerdere risico’s”, zegt Marie Martens, “Bijvoorbeeld teleurstellende inkomsten t.o.v. de investeringen. Of de lokale wetgeving. Of nog de aanwerving van bekwame personen.” Jean-Marie Lefèvre vindt dat “analyses ter plaatse moeten worden uitgevoerd, de voordelen en de moeilijkheden tegenover elkaar dienen te worden afgewogen en er een behoefte bestaat aan een zakenplan op 5 of zelfs 10 jaar. Hoe dan ook, een zorgvuldige analyse is van groot belang.” Dankzij de bestaande verscheidenheid in Brussel zijn we in eigen stad in feite al internationaal bezig Marie Martens (Twist Consulting) “Voor Marokko bijvoorbeeld blijft de afstand redelijk. De logistiek blijft onder controle en Frans is er een van de officiële voertalen. De minder dure kostenstructuur com© R.T
31 Online Touch Home