17

TOPIC De toekomst van de statistiek De officiële toetreding van de Gewesten tot het Instituut voor Nationale Rekeningen (INR) is in januari 2016 gepland. Pas vanaf dat ogenblik kan een regelmatige productie van gewestelijke statistieken over goederen en diensten in overweging worden genomen. De uitbreiding van de rol van de Gewesten in het INR en de oprichting van een nieuw interfederaal instituut voor statistiek zouden de weg moeten effenen naar betere regionale gegevens, in de toekomst althans. De resultaten schommelen gevoelig naargelang van de gebruikte rekenmethode. Zo bijvoorbeeld in het geval van de export van diensten: de percentages voor Brussel dalen in de regionale rekeningen 2015 met enkele punten ten opzichte van de resultaten van 2014, die volgens een andere methode werden berekend (SEC 1995 vervangen door SEC 2010). Bovendien werden de stromen tussen de Gewesten niet gedefinieerd; de gepubliceerde statistieken geven dus geen correct beeld van de situatie. Daarom is het vandaag niet mogelijk de regionale handelsbalansen nauwkeurig te berekenen. In de periode tussen 1996 en 2010 kende het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de sterkste groei, met een netto dienstenexport die van 0,3 tot 3,4 toenam om daarna, in 2011 en 2012, opnieuw licht achteruit te gaan. Ook even melden dat, voor alle Gewesten samen, een flink deel van de invoer van diensten te maken heeft met eindconsumptie (namelijk de import van privéverblijven en –reizen). Waar halen we extra groei? Voormalig BNB gouverneur Luc Coene wees onlangs op mooie uitzichten voor de Belgische economie door Volgens voormalig BNB-gouverneur Luc Coene vertegenwoordigen de met geëxporteerde goederen gepaard gaande diensten een potentieel dat de Belgische bedrijfswereld nog te weinig benut. de export van diensten, al dan niet gepaard met gefabriceerde producten. Vergeleken met onze buurlanden (aan de hand van OESO-gegevens) bieden België en zijn Gewesten spontaan relatief weinig diensten die de geëxporteerde producten aanvullen. Op die manier verliezen we aanzienlijke bronnen van waardecreatie. Dit geldt bijzonder sterk voor Brussel, waar grote uitvoerende bedrijven hun zetel hebben gevestigd. De cijfers spreken boekdelen. In onze buurlanden schommelt de toegevoegde waarde uit dienstensectoren in de industriële export tussen 10 en 15%. In België zitten we bijna aan 19%. De mogelijke binnenlandse groeimarge op zulke diensten is dus wellicht aanzienlijk. ● Bronnen: Regionale rekeningen. Gewestelijke verdeling van de Belgische import en export van goederen en diensten tussen 1995 en 2012, BNB en regionale instituten voor de statistiek (BISA in Brussel), juli 2015, 89 pp. Exportsectoren In 2012 bereikte het totaal van de Brusselse export van diensten naar het buitenland ongeveer 21,5 miljard euro. De 10 grootste bijdragende sectoren waren (in deze volgorde): juridische en boekhoudkundige activiteiten; activiteiten van maatschappelijke zetels; bedrijfsleidingsadvies activiteiten van financiële diensten (met uitzondering van verzekeringen en pensioenfondsen); verzekeringen; activiteiten die financiële en verzekeringsdiensten aanvullen kleinhandel groothandel logies en maaltijden telecommunicatie; programmatie, advies en andere computer-gebonden activiteiten; informatiediensten productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en airconditioning reclame en marktstudies activiteiten van verenigingen; herstelling van computers en van goederen voor privé en huishoudelijk gebruik handel en herstelling van auto's en motoren 957 901 720,7 501,5 398 331 X miljoen euro BECI - Brussel metropool - november 2015 15 5500 5200 2100 2000

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication