0

NL BRUSSELS PERSPECTIVES Smart Human Smart City Innovatie ten dienste van de mens Activiteitenverslag 2015

eenvoudig en gratis. Rekruteren met Select Actiris, biedt diensten aan die uw aanwerving vereenvoudigen.  Een consultant gespecialiseerd in uw activiteitensector  Een selectie van maximum 6 kandidaten die aan het gewenste profiel voldoen  Tips om uw loonkosten te optimaliseren  Administratieve ondersteuning bij het aanwerven van jongeren en stagiairs Om gratis gebruik te maken van onze diensten, surf naar www.actiris.be Actiris verandert de toekomst van uw bedrijf www.actiris.be

Woord vooraf Intelligentie voor stad en mens De toekomst van de mens zal zich in de steden afspelen. Nu al geven de steden onderdak aan meer dan de helft van de wereldbevolking. In 2050 zal dit aandeel tot twee derde oplopen. De trend heeft een oorzaak: de steden fungeren namelijk als de economische, sociale en culturele drijfkrachten van onze samenlevingen. Ze concentreren echter ook de zwaarste problemen op het vlak van overconsumptie, vervuiling, onveiligheid en gezondheidszorg. Ze zullen dergelijke hindernissen moeten overwinnen, want tenslotte heeft iedereen het recht voordeel te halen uit hun harmonieuze ontwikkeling. Steden zijn weliswaar uitermate complexe, onstabiele en dynamische systemen waarvan de talloze interacties een geweldige en permanente uitdaging vormen voor beleidsmensen, beslissingsnemers en planners. In deze schijnbare chaos hangen de prestaties van de steden niet meer uitsluitend af van hun fysische infrastructuren (wegen en spoorwegen, vastgoed) of van hun economisch of intellectueel vermogen (ondernemingen, universiteiten), maar ook steeds meer van de relaties tussen al deze activa en hun onderlinge contacten via een netwerk. We hebben het hier dus wel degelijk over hun ‘intelligentie’. De steden zullen de uitdagingen van de demografische groei en van de toenemende verstedelijking slechts kunnen aannemen als ze zelf tot smart cities evolueren: steden die in staat zijn de informatieen communicatietechnologieën ten volle te benutten om oplossingen uit te werken voor de problemen waarmee de bevolking kampt op het vlak van energie, hulpbronnen, huisvesting, mobiliteit enz. De rode draad doorheen deze oplossingen van de toekomst heet big data: de beschikbaarheid van gegevens op grote schaal en hun gebruik. Toepassingsdomeinen zijn bijvoorbeeld de smart grids, intelligente gebouwen, real-time beheer van het verkeer e.d. De middelen bestaan en worden momenteel door hightech bedrijven verder ontwikkeld. De praktische toepassing ervan vereist echter een doeltreffende samenwerking tussen overheid en privé. Vandaar de behoefte om de wetgeving om te buigen naar een ‘vrijmaking’ van de data, zonder echter de privacy in het gedrang te brengen. Met big data kan orde worden gebracht in de ‘stedelijke chaos’. Het ziet er dus naar uit dat deze gegevens de sociaaleconomische ontwikkeling van de steden in de volgende decennia zullen bepalen. Smart cities worden hier en daar geboren: Songdo in Zuid-Korea, Masdar in de Verenigde Arabische Emiraten, Seestadt Aspern in Oostenrijk… Allemaal ver van België… Brussel heeft de middelen om zich bij deze elite te voegen. Het nodige menselijke kapitaal bevindt zich al in zijn universiteiten, hogescholen en ondernemingen. Er staat heel veel op het spel: niet alleen het welzijn van de stedelingen, maar ook de economische aantrekkingskracht van de stad en de creatie van talrijke banen. Onze stad mag een dergelijke kans zeker niet laten liggen. Olivier Willocx, Gedelegeerd bestuurder van BECI 1 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI

Smart Human Smart City Geen smart city zonder smart data Smart Mobility: Brusselse toekomstmuziek Smart Energy: energieopslag, de vanzelfsprekende evolutie Smart Building: een stadsgebonden toekomst voor duurzame gebouwen? Smart business models: drie perspectieven voor een geslaagde digitale omschakeling Smart Citizens: bevorderen nieuwe technologieën de democratie? 4 6 10 15 18 22 Brussels Perspectives Verantwoordelijke uitgever Olivier Willocx ow@beci.be Louizalaan 500 1050 Brussel T +32 2 648 50 02 F +32 2 640 93 28 www.beci.be Indicatoren Enkele cijfers over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ondernemingen in Brussel: veel mislukkingen maar nog meer successen Politieke barometer: wisselvallig 24 26 28 Redactie Media Coordinator Emmanuel Robert er@beci.be Productie Opmaak Isabelle André Druk DB Print Vertaling : Litteris Foto’s : Reporters, behalve anders aangegeven BECI activiteitenverslag 2015 Brussel 2025: het strategisch plan van BECI BECI in cijfers Enterprise lifecycle: een stapsgewijze begeleiding Opleidingen: om er het fijne van te weten Diversiteit, een troef voor de onderneming De stem van uw onderneming BECI-team: waardevolle steun 2014-2015: een jaar BECI nieuws in foto’s 32 34 36 38 39 40 41 44 Publiciteit Max Saey msa@beci.be T +32 2 563 68 53 F +32 2 640 93 28 Deze publicatie bestaat ook in het Frans. Lid van BRUXELLES ENVIRONNEMENT ENTREPRISE DYNAMISCHE ECO LEEFMILIEU BRUSSEL ONDERNEMING DYNAMIQUE label n. 2014/351/2 LEEF MILIE U BRUSSEL 10-32-2225 10-32-2225 PRINTED ON TCF PAPER

smart data Geen smart city zonder smart data Smart cities kunnen niet zonder gegevens. Sommige ondernemingen hadden dit al gauw door en investeren al jaren massaal in big data. Dit proces wijzigt grondig het stedelijk maatschappelijk model en zorgt tevens voor een drastische evolutie van onze levensgewoonten. Zulke doorbraken vloeien voort uit de behoefte aan een sterke economische groei. De vraag naar bescherming van persoonlijke data zou het fenomeen echter gedeeltelijk kunnen afremmen. - Julien Ide 8 zetabytes: dit gigantisch getal – met 21 nullen – benadert het volume gegevens dat in 2015 wereldwijd werd uitgewisseld, volgens het studiewerk van Internal Data Corporation (IDC). Het fenomeen kent een jaarlijkse groei van ruim 50%. Aan dit tempo zal het big data volume tegen 2035 nog 1 miljoen keer groter zijn. De explosieve groei van deze markt genereert vandaag een jaaromzet van 17 miljard dollar. Heel wat domeinen genereren massa’s gegevens die in de toekomst ook de brandstof van onze steden zullen vormen. Denk maar aan mobiliteit, infrastructuren, energie, distributie, informatie, onderwijs, gezondheid en de diensten aan de burgers. Alomtegenwoordige data Peter was al in de vroege ochtend de deur uit. Na een rit van 35 minuten met de wagen was hij op het werk. Tijdens de middagpauze ging hij even wandelen om een paar boodschappen te doen. Niets bijzonders, dus, en toch heeft deze burger van de toekomst op die manier een grote hoeveelheid data gegenereerd die betrekking hebben op zijn aankopen en zijn verplaatsingen. Dit is een voorsmaakje van de nabije toekomst, aldus Philippe Dubernard, Smart Cities Leader bij IBM: “Naar aanleiding van de evenementen rond Mons 2015 hebben wij, in partnerschap met het Waalse Gewest en Mobistar, het project ‘Analytische mobiele stroom’ in het leven geroepen. Het maakt uitsluitend gebruik van gegevens uit GSM’s. Hiermee kunnen wij heel nauwgezet de verplaatsingen van hun eigenaars volgen. Met zulke lokaliseringsgegevens slagen politiediensten erin in real time de zones te bepalen die druk bezocht worden. Aan de hand hiervan kunnen zij beslissen bepaalde toegangen veiligheidshalve te sluiten. Ook op economisch vlak biedt deze applicatie troeven. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk de bezettingsgraad en de toeloop van voetgangers in verscheidene zones van een stad te bepalen. Andere data worden eveneens vergaard: o.a. waar de mensen vandaan komen, de tijd die ze in een handelswijk of in een welbepaalde straat doorbrengen… Hiermee BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 4 “De nadelen voor de bescherming van het privéleven wegen niet op tegen de talrijke voordelen van data-inzameling.” Philippe Dubernard, IBM, Smart Cities Leader. zouden handelszaken hun clientèle gerichter kunnen benaderen in functie van de herkomst, en de diensten en openingsuren aan deze gegevens aanpassen.” Wat de bescherming van het privéleven betreft, spreekt Philippe Dubernard zeer duidelijke taal: “Anonimiteit wordt gewaarborgd. Wij kennen noch de namen, noch de telefoonnummers. Smartphones bevatten en identificeringscode die softwarematig op bepaalde tijdstippen verandert. IBM is geen eigenaar van de gegevens. Anderzijds wegen de nadelen voor de bescherming van het privéleven niet op tegen de talrijke voordelen van data-inzameling. Zo helpen wij bijvoorbeeld de openbare besturen bij de centralisering van data rond de toekenning van uitkeringen. Op die manier weten de overheidsdiensten waar de burgers werkelijk recht op hebben. Dit ©R.T.

Europa tussen economie en privéleven Enerzijds moeten de ondernemingen de middelen krijgen om in smart data te investeren. En anderzijds dient de bescherming van het privéleven te worden gegarandeerd. Beide aspecten staan op de prioriteitenlijst van de Europese instellingen. “De bezorgdheid van burgers om de bescherming van hun privéleven vormt een van de grote hinderpalen bij de inzameling van smart data.” Flemming Moos, Osborne Clarke, partner. is bijzonder nuttig om een billijke verdeling van de overheidsbudgetten te garanderen.” Onderling verbonden Tijdens de analyse van gegevens bestaat een flink deel van het werk erin correlaties te vinden tussen de verscheidene sectoren, zegt Philippe Dubernard: “Met meteorologische gegevens kunnen we bijvoorbeeld overstromingen voorspellen. Als we zulke data overhevelen naar het systeem dat de verkeersstromen in de stad beheert, kunnen eventuele omleggingen worden voorzien.” Philippe Dubernard licht toe hoe belangrijk data-analyse wel is in de regulering en de voorspelling van de behoeften in een stad: “In Malta hebben wij gewerkt aan een project rond de ontzilting van zeewater. Dit proces vereist veel elektriciteit voor het pompen, filteren en verdelen van het water. Dankzij een real time controle op de gegevens kwamen wij tot de conclusie dat op bepaalde tijdstippen te veel elektriciteit werd verbruikt voor het beheer van het water, waardoor een tekort aan elektriciteit ontstond in de woningen. Aan de hand van de ingezamelde gegevens hebben wij het gebruik van de elektriciteit beter tussen de verschillende behoeftes kunnen reguleren. Data van de demografische evolutie hebben ons bovendien geholpen de behoeften aan water en elektriciteit van de stad te voorspellen en op die manier de distributie aan de best mogelijke tarieven te verzekeren.” Belemmert de bescherming van het privéleven de zakelijke activiteiten? In het raam van de tweeledigheid tussen economie en privéleven (zie kaderverhaal), werkt het advocaten- en juridisch-adviesbureau Osborne Clarke (in Brussel) al meerdere jaren aan dossiers die betrekking hebben op de wetgeving rond smart cities. Flemming Moos, partner bij Osborne Clarke: “Ondernemingen doen een beroep op onze diensten om big data strategieën uit te werken. Wij verlenen advies over data-inzameling en het gebruik van persoonlijke gegevens, conform de wet.” Begin van het jaar publiceerde het kantoor een uitgebreide Europese studie over de haalbaarheid van smart cities in Europa. Flemming Moos geeft toelichting: “Uit de resultaten blijkt dat de bezorgdheid van burgers om de bescherming van hun privéleven een van de grote hinderpalen vormt bij de inzameling van smart data, en dus ook bij de ontwikkeling van smart cities. Anderzijds De Europese Commissie heeft dus een aanzienlijk project op gang gebracht, namelijk de ontwikkeling van een Digitale Interne Markt die op drie pijlers zal rusten: • Een betere toegankelijkheid tot de digitale goederen en diensten doorheen Europa, zowel voor de consumenten als voor de ondernemingen; • Een gunstig klimaat ontwikkelen en eerlijke concurrentieregels uitwerken voor de ontwikkeling van innoverende digitale netwerken en diensten; • Het groeipotentieel van de digitale economie maximaal ondersteunen. Daarnaast zou Europa tegen het einde van het jaar nieuwe reglementeringen afwerken aangaande de bescherming van persoonlijke gegevens. De vorige richtlijn is voorbijgestreefd: ze dateert uit 1995. In de gewijzigde versie komen onder andere de volgende aspecten aan bod: • Een strengere definitie van het begrip instemming; • Het recht vergeten te worden: de gebruikers zullen de ondernemingen mogen vragen hun persoonlijke data te wissen; • Het recht op overdracht: de gebruikers zullen de mogelijkheid krijgen hun persoonlijke gegevens van de ene onderneming naar een andere over te dragen. komt een enquête van het Europese Parlement tot de conclusie dat slechts 51% van de Europese steden van meer dan 100.000 inwoners vandaag als smart cities kunnen worden beschouwd. De trage ontwikkeling is het gevolg van een gebrek aan economische investering, dat zelf resulteert uit het feit dat de potentiële consumenten geen vragende partij zijn. Burgers zouden dus beter over de troeven van smart data moeten worden geïnformeerd. Zo kent de geïndividualiseerde geneeskunde bijvoorbeeld een snelle ontwikkeling en zouden nieuwe oplossingen in de behandeling van kankervormen uit de verwerking van patiëntengegevens kunnen ontstaan. Een goed inzicht in de voordelen van de inzameling van persoonlijke gegevens zou idealiter de bezorgdheid om de bescherming ervan moeten overwinnen.” Als de wetgeving op een doordachte manier evolueert, zal de business van de smart data zijn onweerstaanbare opgang verderzetten, zonder de bescherming van het privéleven in het gedrang te brengen. n Dankzij de (anoniem gemaakte) data van GSM’s slaagde IBM erin de mensenstromen tijdens Mons 2015 in kaart te brengen. 5 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI ©R.T.

smart mobility Brusselse toekomstmuziek De vervoermiddelen van de toekomst komen aangerold. Vanaf 2020 mag de hoofd stad de eerste autonome wagens verwachten, en twee jaar later de eerste automatische metrostellen. De connectiviteit breidt zich uit en dringt overal binnen. Ongeacht de manier waarop we ons binnen 20 of 25 jaar verplaatsen, de doeltreffende mobiliteitsoplossingen zullen hoogstwaarschijnlijk het pad van diversificatie en interactie bewandelen. - Julien Ide O udergem, Waversesteenweg, ergens in 2035. Om 8u22 uur stopt, stipt op tijd, voor mijn huis de Toyota module die ik gisterenavond via mijn Google glasses hebben besteld. De deur glijdt open en ik neem een comfortabele zit aan het raam. Dit wordt mijn eerste rit van de dag. Zulke wagens zonder bestuurder vind ik nu heel normaal. 8u26. Montgomeryplein. Een aangename stem zegt dat ik mag uitstappen en wenst me een prettige dag toe. 10 meter verder stap ik op de roltrap van het hypertubestation, richting het diepgelegen perron. 8h32. Een capsule stopt net voor mij. Ik neem plaats en klik de gordel vast. Een fikse versnelling. Ik zal Paleis 12 om 8u37 bereiken. Zo heb ik nog tijd voor een kopje koffie, net voor het begin van de voordracht over de wetgeving voor vliegende wagens. Allemaal science-fiction, natuurlijk. Maar u moet wel weten dat alle technologische elementen in dit verhaal vandaag al bestaan. Kijk, mama, zonder handen! Binnenkort rijden er autonome voertuigen in onze steden, want heel wat constructeurs investeren in projecten rond deze technologie. Namen zijn Audi, BMW, Ford, General Motors (Opel), Mercedes, Nissan, Toyota, Volvo… In het septembernummer van Brussel Metropool, wijdt BECI een artikel aan de mobiliteit in Brussel. Diether Claeys, verkoopdirecteur bij Toyota België, zei tijdens een interview: “In 2020 zullen wij gedeeltelijk autonome voertuigen in het Brusselse verkeer kunnen brengen. Ze zullen in staat zijn gegevens te ontvangen over de beschikbaarheid van parkeerplaatsen en zonder tussenkomst in een parkeerplaats te manoeuvreren. Dit is een niet te onderschatten troef voor de mobiliteit, want BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 6 De nieuwe stad Masdar City, in de Verenigde Arabische Emiraten, voorziet een ondergronds persoonlijk transportsysteem (met podcars) om zich ‘op aanvraag’ te verplaatsen, zonder tussenhaltes. “In de toekomst zullen er hoe langer hoe minder wagens in de steden rijden. Hun rol zal er voornamelijk in bestaan de afstand tussen de distributiecentra en de consumenten af te leggen.” André Bouffioux, CEO van Siemens België en Luxemburg ©fotolia ©Foster + Partners

de zoektocht naar een parkeerplaats veroorzaakt heel wat verkeershinder in de steden. Daarna zullen zulke smart cars steeds zelfstandiger worden om in 2025 volledig autonoom te rijden.” De Europese Commissie bereidt zich voor op de wagens zonder bestuurder om tegen 2020 de wetgeving hierop af te stemmen. Deze voertuigen zullen bovendien hoe langer hoe minder vervuilen dankzij de ontwikkeling van hybride motoren en de opkomst van volledig elektrische wagens. Als bovendien het principe van de gedeelde wagens zich veralgemeent, gaat het aantal wagens op onze wegen waarschijnlijk dalen. Siemens België en Luxemburg CEO André Bouffioux beweert zelfs: “Wagens verbruiken te veel energie, vergeleken met het aantal vervoerde personen. Een daling van de vervuiling zal een positieve economische weerslag hebben, aangezien ook de gezondheidskosten zullen dalen. In de toekomst zullen er hoe langer hoe minder wagens in de steden aanwezig rondrijden. Hun rol zal er voornamelijk in bestaan de afstand tussen de distributiecentra en de consumenten af te leggen. Het vervoer zal ook steeds intelligenter worden. Siemens ontwikkelt momenteel communicatieconcepten tussen de voertuigen onderling en tussen de voertuigen en de infrastructuren. Wij werken aan een pilootproject tussen Wenen en Amsterdam, waarbij de voertuigen, via de infrastructuren, onderling kunnen communiceren.” Sommigen dromen natuurlijk nog altijd van vliegende wagens, zoals de DeLorean versie 2015 van Doc Emet Brown in de beroemde trilogie Back to the Future. Er werden al meerdere modellen van de vliegende wagens gebouwd, maar ze blijven moeilijk te gebruiken omdat de vleugels heel veel plaats in beslag nemen en omdat ze een redelijk lange start- en landingsbaan nodig hebben. De firma Terrafugia zocht onlangs inspiratie bij drones om de volledig elektrische TF-X te ontwerpen. Op de weg lijkt het voertuig op een klassieke wagen. Wanneer het gaat vliegen, verschijnen uit de zijkanten twee kleine vleugels met naar boven gerichte propellers aan de uiteinden! Het tuig stijgt verticaal op, als een helikopter. De propellers kantelen daarna naar voren om snelheid te nemen. Aan hoge snelheid stuwt een derde, achteraan geplaatste propeller het voertuig vooruit. De andere twee propellers klappen dicht omdat de vleugels dan voldoende draagkracht bieden. De firma voorziet een volledig geautomatiseerd systeem voor een vlucht tussen twee helihavens of luchthavens. De autonomie zou 800 km bereiken, en de topsnelheid 320 km/u. Deze ‘wagen’ zou vanaf 2025 tegen een zacht prijsje worden aangeboden: een miljoen euro. De smart mobility van nieuwe steden Het concept ontstond in de jaren 70: in Morgantown (VS) rijden 73 totaal identieke wagens tussen de stad en de drie campussen van de Universiteit van West-Virginia. Deze kubusvormige modules beschikken elk over een elektrische motor en vier met banden uitgeruste wielen. Ze verplaatsen zich op speciaal ingerichte rijstroken die de verplaatsingen aansturen, zoals bepaalde kabelbanen in wintersportoorden. De wagens zijn constant in contact met een rail die voor de elektrische voeding zorgt. Het principe is te vergelijken met een lift. In elk station kiest de gebruiker de gewenste halte door op een knop te duwen. Meerdere haltes zijn mogelijk in functie van de bestemming van elk van de passagiers. Dit concept heet PRT (Personal Rapid Transit). De wagens worden ook podcars genoemd. Sinds 2011 beschikt de Londense luchthaven van Heathrow over een gelijkaardig systeem tussen terminal 5 en de parking. Individueel vervoer De mobiliteit verbetert ook met kleinere voertuigen. Sinds einde 2014 worden een dertigtal Toyota i-road als carsharing-wagens in Grenoble uitgetest. Dit volledig elektrisch stadswagentje, ergens tussen auto en motor, biedt een volledig gesloten cabine, is 2,30 m lang en amper 87 cm breed. Eén parkeerplaats volstaat voor vier zulke wagentjes. Er is een zitplaats vooraan voor de bestuurder en een tweede, achteraan voor een passagier. De wagen heeft twee wielen vooraan en één enkel achteraan. Bijzonder innoverend is de schuine stand die de wagen automatisch in de bochten neemt om de middelpuntvliedende kracht te compenseren. Deze laterale beweging wordt bestuurd door een gyroscopische sensor die de helling berekend in functie van de snelheid en de kromming van de bocht. Het rijcomfort is uniek en vereist geen enkele vaardigheid van motorrijders. De wagen heeft 50 km autonomie en bereikt een topsnelheid van 60 km/u. Ook de ontdekking waard in de categorie van de reeds rijdende minivoertuigen: het solowheel. Het is een zeer eenvoudige elektrische eenwieler. Eén wiel en twee voetsteunen, meer niet. Geen stuur. Om vooruit te gaan, leunt de gebruiker lichtjes naar voren. De snelheid kan 20 km/u bereiken. Om te remmen, leunt de gebruiker achteruit. Het grote voordeel van het solowheel is zijn lichtgewicht: amper 11 kg. Het tuig heeft 2 uur autonomie. Een handvat boven het wiel zorgt voor een goede draagbaarheid, te voet of in een ander voertuig. Dit speelgoed kost ongeveer 2000 euro. Er bestaan al enkele modellen van met een motor aangedreven éénwielers, zoals deze Unimotor. 7 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI ©Toyota

Een tiental andere PRT projecten zijn zowat overal ter wereld in voorbereiding. Wij kijken vooral uit naar de PRT van Masdar City, een nieuwe stad die in 2020 in Aboe Dhabi uit de grond zal zijn geschoten: verwacht daar maar een smart vervoermiddel in een smart city! De vervoermiddelen van de toekomst zullen dus waarschijnlijk totaal nieuwe wegen inslaan, maar kan zoiets ook in onze oude steden? Het antwoord van André Bouffioux: “Podcars zouden in een stad als Brussel perfect mogelijk zijn, maar dan wel voor specifieke verbindingen of in bepaalde nieuwe wijken. Ik geloof echter niet dat dit type transport in de ganse stad kan worden ontwikkeld, omwille van de overdreven infrastructuurkosten.” Elektrisch of CNG? Een stand van zaken Beide ‘brandstoffen’ ontwikkelen zich traag maar zeker. CNG – Compressed Natural Gas – is, in België althans, het minst bekende. CNG wordt in Europa vooral in Italië gebruikt: meer dan 850.000 rijden daar op gas! De nogal trage ontwikkeling van CNG in ons land is een vreemd verschijnsel, want deze brandstof is perfect aangewezen voor het stedelijk verkeer. De troeven liegen er niet om: een lager geluidsniveau en 90% minder stofdeeltjes, NOx en SO2 ... De aankoopprijs ligt weliswaar iets hoger (maar wordt gedeeltelijk gecompenseerd via een premie van de aardgasfederatie). Aan het station is gas tot 40% goedkoper dan benzine. Gelukkig ontwikkelt het netwerk zich vrij snel in België, onder andere dankzij de recente joint-venture Enora. Op termijn wordt CNG dus hoogstwaarschijnlijk een geloofwaardig alternatief. Vandaag bestaat er een dertigtal gasstations in België, voornamelijk in Vlaanderen en rond de hoofdstad. Tegen 2018 verwachten we een 50-tal stations. Resultaat in het verkeer: begin 2015 reden er 2.000 voertuigen op CNG, een verhoging met 300% vergeleken met eind 2013. Wat elektriciteit betreft, schieten de zaken moeilijk op, ondanks een Europese richtlijn die België verplicht tegen 2020 21.000 elektrische laadpunten te voorzien. In 2014 werden 1.166 ‘100% elektrische’ wagens ingeschreven, een stijging met 230% ten opzichte van 2013, voor een totaal van 2.203 voertuigen (volgens Febiac). Prima, maar nog steeds ontoereikend. Elektriciteit – en CNG ook trouwens – lijdt aan het syndroom van ‘de kip of het ei’. Bij gebrek aan investeringen in een voldoend netwerk van laadpunten, komt er van de fel verwachte pijlsnelle groei niets in huis. Iedereen beaamt dat elektriciteit de logische volgende stap is, maar het marktaandeel ervan zal slechts heel traag de traditionele brandstoffen wegknagen. Vandaag bestaan er in het Brusselse Gewest minder dan 30 laadpunten, buiten Zen Car. Vincent Campeol Openbaar hightech Ook het openbaar vervoer ontsnapt niet aan de automatisering en de connectiviteit. De Franse gigant Alstom, waarvan de Belgische zetel zich rechtover het station Brussel-Zuid bevindt, werkt hier al jaren op. In zijn bureau met uitzicht over de ganse stad schetst commercieel directeur Frédéric Devisch een toekomstvisie: “Het openbaar vervoer zal hoe langer hoe meer automatisch functioneren. De beschikbaarheid en de prestaties zullen hierdoor verbeteren, en het energieverbruik dalen. Dankzij de digitale technologieën en het aangeboden comfort zullen de voertuigen niet louter een vervoermiddel zijn. Een rit met de bus of de metro wordt een individuele en gedeelde ervaring, ja zelfs een soort levenswijze.” “Een rit met de bus of de metro wordt een individuele en gedeelde ervaring, ja zelfs een soort levenswijze.” Frédéric Devisch, commercieel directeur van Alstom België Volgens de heer Devisch zullen we ons niet beperken tot een verbetering van de huidige middelen: ook structureel mogen we veranderingen verwachten. “De verschillende openbare vervoermiddelen zullen naar elkaar toegroeien. Er bestaan al tramtreinen die zowel op de stedelijke tramsporen als op de spoorwegen kunnen rijden. Er is ook hoe langer hoe meer sprake van ‘trambussen’. Tijdens het jongste salon van de UITP (Union Internationale des Transports Publics) presenteerde Alstom zijn splinternieuwe SRS (Système de Rechargement Statique). Hiermee kunnen trams, bussen en vrachtwagens zonder bovenleiding elektrisch laden. Tijdens een halte in een station koppelt het voertuig zich automatisch aan een laadpunt in de grond. In minder dan 20 seconden krijgt het voertuig een nieuwe lading elektriciteit. Wij werken ook samen met Volvo aan een voedingssysteem via de bodem voor hybride vrachtwagens. Twee contactlijnen worden in het wegdek ingebouwd zodat het voertuig kan opladen terwijl het op deze rijstrook rijdt.” n BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 8

BRUXELLES FORMATION former pour l’emploi Bruxelles Formation is : De overheidsdienst bevoegd voor de beroepsopleiding van Franstalige Brusselaars. Een team van meer dan 400 medewerk(st)ers ten dienste van werkzoekenden, arbeidskrachten en de ontwikkeling van het economisch weefsel in Brussel. 9 opleidingskanalen 52 deskundigen in sociaal-professionele integratie 14 onderwijsinrichtingen voor sociale promotie 4 opleidingsinstellingen voor mindervaliden. 20.000 opleidingsplaatsen per jaar in 2020 voor werkzoekenden. 94,6% van onze stagiairs hebben de indruk een goede opleiding te hebben gevolgd. INFORMATIE 3.057.962 raadplegingen van opleidingsfiches op www.dorifor.be 451.674 bezoeken aan de website www.bruxellesformation.be 23.700 binnenkomende oproepen aan het call-center VEELZEGGENDE CIJFERS OPLEIDINGEN 15.525 ONTHAAL – ADVIES ORIËNTERING 31.875 bezoekers aan bf.carrefour 3.362 afgelegde tests op bf.tremplin opleidingsplaatsen voor werkzoekenden 2.933 stages en opleidingen in bedrijven 3.848 opleidingsplaatsen voor werkkrachten * Ulysse onderzoek 2014 – in 2012 opgeleide werkkrachten RESULTATEN 67,8 % tewerkstelling* na onze kwalificerende opleidingen www.bruxellesformation.be

smart energy Energieopslag, de vanzelfsprekende evolutie Een jaar geleden presenteerden Younicos en de Zuid-Koreaanse gigant Samsung ergens in een stad van de vroegere DDR een elektriciteitsopslagsysteem van 5 MW, ‘zo groot als een turnzaal’. Dit jaar lanceerden Tesla en Daimler-Benz een energie-opslagsysteem bestemd voor de mobiliteit. Blijkbaar mogen wij ons aan nog heel wat andere nieuwigheden verwachten. - Johan DebiEre H et begin van de jaren 2000 kenmerkte zich vooral door de snelle ontwikkeling van de nu ruim verspreide hernieuwbare energiebronnen. Vandaag en in de komende decennia pakken we een andere uitdaging aan, namelijk de stabilisering en verbetering van het elektriciteitsnetwerk, naast een beter evenwicht tussen energievraag en -aanbod. In deze nieuwe context zal het vraagstuk van energieopslag waarschijnlijk snel van cruciaal belang worden. “Met de ontwikkeling van hernieuwbare energieën en bijgevolg ook de gedecentraliseerde productie, groeit de nood aan opslagoplossingen voor de overtollige energie”, verklaart Michaël De Koster, Director Electricity Grids and End-Use bij Laborelec. Dit is zeker het geval op het platteland, maar ook, mindere mate, in een stedelijk gebied als het Brusselse Gewest. Opslagsystemen ook in Brussel nuttig De Berlijnse startup Younicos werkte samen met Wemag AG en Samsung om in Schwerin de eerste commerciële centrale voor energie-opslag van Europa te installeren. De capaciteit bedraagt 5 MW. BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 10 Geen windturbines in Brussel, maar uitgestrekte oppervlakten zonnepanelen zijn er wel te vinden. De eigenaars van de installaties verbruiken niet steeds de volledige productie, zodat een opslagsysteem zeker voordelen zou inhouden. Brussel onderscheidt zich bovendien door een hoge concentratie aan datacenters die systematisch zijn uitgerust met ‘Uninterruptable Power Sources’ (UPS). Deze apparaten bevatten in serie gemonteerde batterijen die de elektrische voeding van het datacenter overnemen zodra het klassieke elektriciteitsnet voor een of andere reden uitvalt. Wij kregen de gelegenheid een dergelijk alternatief voedingssysteem van dichterbij te bekijken tijdens een begeleid bezoek aan één van de datacenters van de firma LCL in België. ©fotolia

Een hele reeks batterijen achter elkaar Dit in Diegem, ten noordoosten van Brussel gevestigd datacenter ziet eruit als een versterkt militair domein, met elektrisch prikkeldraad, camera’s, identificatie-apparatuur en een heleboel veiligheidspoorten. U geraakt daar zonder sterke referenties gewoon niet binnen. Normaal, want LCL zorgt voor de kritische data van banken, overheidsinstellingen en ondernemingen. Ze moet er dus voor zorgen dat alle servers constant en zonder de minste onderbreking functioneren. Dit betekent dat elke vorm van kwaadwillige inbraak moet worden vermeden en dat LCL elk incident meteen aanpakt, met inbegrip van storm, overstroming of het uitvallen van de stroomvoorziening. De elektrische uitrusting tegen stroomonderbrekingen mag indrukwekkend worden genoemd. Omdat het risico op stroomdefecten met de evolutie van ons productiepark toeneemt, beschikt het datacenter over meerdere warmtekrachtkoppelingseenheden op stookolie. Die schieten in gang om stroom te leveren zodra een defect op het klassieke elektriciteitsnet zich voordoet. In luttele seconden draait de warmtekrachtkoppeling op volle toeren. Maar ook tijdens die enkele seconden moeten de servers natuurlijk blijven draaien. Dat is werk voor de UPS. Dit energie-opslagsysteem zorgt voor een feilloze overgang, zonder de minste onderbreking – zelfs geen milliseconde – in de elektrische voeding van het datacenter. Energie-opslagsystemen hebben dus werkelijk een rol te spelen in een stedelijke omgeving als Brussel. Slimme incentives in het noorden van het land “In Vlaanderen verschenen de eerste incentives in de distributietarieven om zoveel mogelijk plaatselijk verbruik van de lokaal geproduceerde hernieuwbare elektriciteit aan te moedigen. Het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben tot nu toe nog niets in die richting ondernomen. Er bestaan in die twee gewesten weliswaar geen echte redeDe grootste fotovoltaïsche installatie van Brussel bevindt zich op de daken van het TIR-centrum, in de Haven van Brussel. De oppervlakte van 13.800 m² levert een jaarlijks vermogen van 970 MWh. nen om het lokale verbruik van zelfgeproduceerde elektriciteit te stimuleren”, zegt Michaël De Koster. Dit kan, althans in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, te wijten zijn aan de beperkte ontwikkeling van hernieuwbare energieën, waardoor er ook minder productieoverschot ontstaat en dus minder behoefte aan opslagsystemen voor de overtollige elektriciteit. Volgens de heer de Koster, zouden de wetgever en de regulator geleidelijk de beperkingen op de ingebruikname van opslagoplossingen voor overtollige elektriciteit moeten wegwerken. Commerciële initiatieven in Nederland In Brussel bevindt zich het regionaal centrum Coreso (waar Elia aandeelhouder van is), die instaat voor de coördinatie van de elektrische netwerken van centraal West-Europa, namelijk België, Frankrijk, Italië, Groot-Brittannië en een deel van Duitsland. Het centrum heeft tot taak informatie te delen en de veiligheid van het elektrisch systeem te verbeteren. “Aan de hand van de huidige en toekomstige doorbraken en van het enorme potentieel aan energie-opslag in het buitenland, lanceerde Laborelec een testprogramma voor energie-opslagoplossingen in een specifiek op batterijen afgestemd laboratorium. Binnen twee of drie jaar zouden zulke tests kunnen doorgroeien tot commerciële initiatieven gericht op Europa en gebieden als Pacifisch Azië en eilanden, die per definitie een grote behoefte vertonen aan dergelijke opslagsystemen”, aldus nog de directeur Electricity Grids and End-Use. Voor het ogenblik voert Laborelec deze tests bij professionele gebruikers en particulieren in Nederland uit. Michaël De Koster sluit niet uit dat er ook in België wordt getest. Ondertussen experimenteert Engie (de vroegere GDF-Suez) in Groot-Brittannië met andere energieopslagformules: “In dit geval niet meer bij de eindgebruiker, maar op het netwerk zelf”, vertelt Michaël De Koster. In België bestudeert Engie de mogelijkheid om de capaciteit van de grote centrale stockage-eenheden te versterken, met een mogelijke uitbreiding van de bestaande pomp- en turbinecentrale van Coo en eventueel een nieuwe pomp- en turbine-eenheid in zee. 11 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI

Pilootprojecten Laborelec doet een beroep op meerdere technologieën, waaronder lithium-ion. “Technologisch is lithium-ion in orde, maar we verwachten nog een aantal extra verbeteringen en prijsdalingen waarmee wij binnen een tiental jaar bodemprijzen kunnen bereiken, zoals trouwens ook met fotovoltaïsche installaties is gebeurd”, zegt Michaël De Koster. Toch blijven ook andere oplossingen mogelijk. Voorbeelden zijn de pilootprojecten die vijf of zes jaar oude autobatterijen renoveren en voorbereiden op een tweede leven in elektriciteitopslagsystemen, gekoppeld aan decentrale productie-eenheden. Deze oplossing biedt twee belangrijke voordelen: ten eerste een verlenging van de functionele levensduur van klassieke batterijen die recycling uitstelt, en ten tweede een goedkoop opslagsysteem omdat de batterijen niet meer voor wagens kunnen worden gebruikt en dus geen handelswaarde meer hebben wegens een te lage laadcapaciteit en stroomsterkte. Afvalwater om bioplastic te maken, op enkele kilometers van de Grote Markt Energie komt bijna systematisch aan bod als het thema kringeconomie wordt aangekaart. Maar afvalstromen komen veel minder ter sprake. Afval staat helaas gelijk met een vorm van hinder die best zo snel mogelijk uit de stad verdwijnt om te worden verwerkt in kalmere oorden waar de buurtbewoners minder van zich laten horen… Aquiris, het Noord-Brusselse waterzuiveringsstation dat deel uitmaakt van de internationale Veolia groep, leverde het bewijs dat een kringproces voor valorisatie wel degelijk in de nabijheid van een stads kan worden ingeplant, ook al leven er meer dan een miljoen mensen vlakbij. In oktober 2011 nam Aquiris een pilooteenheid in gebruik om slib uit het waterzuiveringsstation in bioplastic te converteren (PHA’s of PolyHydroxyAlkanoaten) waarvan de mechanische eigenschappen grotendeels te vergelijken zijn met polymeren. De pre-industriële installatie van toen vertegenwoordigde een investering van 500.000 euro en was bedoeld om meerdere kilo’s plastic per dag te produceren. De verpakkingsindustrie en toeleveranciers van de auto-industrie gespecialiseerd in de productie van in kunststof gegoten onderdelen zijn deze uit waterzuiveringsslib vervaardigde bioplastic gaan testen. De trend zet zich voort. Wij vernamen onlangs dat Veolia een gelijkaardig experiment van stapel laat lopen, ditmaal met Nederlandse partners, namelijk Brabantse Delta, De Dommel en Wetterskip Fryslân, in een samenwerkingsverband met SNB en STOWA. De kringeconomie laat zich duidelijk niet herleiden tot een modeverschijnsel. We hebben hier te maken met een doorslaggevende evolutie. “Met de ontwikkeling van hernieuwbare energieën, groeit de nood aan opslagoplossingen voor de overtollige energie.” Michaël De Koster, Director Electricity Grids and End-Use, Laborelec De doorbraak van easyLi in Frankrijk Om wakkere economische spelers in energieopslag te vinden, hoeft u niet tot in China of Californië te gaan zoeken. Sinds 2011 produceert de firma easyLi Advanced Battery 100% ‘made in France’ opslagsystemen. Twee jaar geleden vertelde stichter en CEO François Barsacq ons dat de productie van zulke eenheden volgens hem lokaal moest gebeuren om specifiek in te spelen op de eigenheden en verwachtingen van de Europese markt. Deze briljante in een van de vermaarde ‘Ecoles Centrales’ opgeleide ingenieur had het bij het rechte eind toen hij easyLi oprichtte. In 2014 besloot IFP Énergies Nouvelles namelijk een aandeel van 23% in het kapitaal te nemen. Dit partnerschap is belangrijk want de onderneming kan op die manier vooruitgang boeken in energieopslag, onder andere in een stedelijke omgeving. Beoogde markten zijn bijvoorbeeld de levering van elektrische bedrijfsvoertuigen of fietsdeelsystemen van het type Vélib. Hoe ver we in België staan Wanneer zetten de Belgische projecten de stap naar commerciële initiatieven? De directeur Electricity Grids and EndUse van Laborelec weet ons te zeggen dat zijn teams nu al op aanbestedingen werken en lastenboeken opstellen. Mogen we daarvan afleiden dat er binnenkort schot in de zaak komt? n BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 12

“Ik krijg een e-mail als mijn factuur online staat en dat stelt me gerust.” Daniel Mercken, E-facturatie eigenaar IDM sprl uw facturen in enkele muisklikken IDM sprl E-facturatie: n Effi ciënter beheer. Kostenbesparend. Milieuvriendelijk. Dat e-facturatie niets dan voordelen heeft, daar is Electrabel van overtuigd. En onze klant IDM sprl ook. Om het facturatieproces van onze businessklanten te helpen optimaliseren, bieden we hen e-facturatie aan. Ze ontvangen hun factuur dan niet langer op papier, maar via e-mail of in een online platform. We hebben twee oplossingen, met een verschillend niveau van automatisatie en integratie. • Energy Bill is de ideale oplossing als u een beperkt aantal facturen per maand effi ciënt wilt verwerken. U vindt uw facturen als pdf-bestanden terug op uw Customer Area. Doordat ze op één plaats gecentraliseerd zijn, kunt ze gemakkelijk opvolgen, raadplegen en delen. Komt er een nieuwe factuur online, dan infor meren wij u per e-mail. • e-Accounting is een systeem dat grote volumes facturen automatisch integreert in uw boekhoudpakket. U ziet uw kosten voor het ontvangen, valideren, archiveren en opzoeken van facturen aanzienlijk verminderen, zeker als u e-Accounting ook voor uw andere leveranciers gebruikt. De implementatie is bovendien eenvoudig, want we werken met het standaard XML-formaat. IDM sprl kiest voor Energy Bill Daniel Mercken, eigenaar van het Brusselse immokantoor IDM sprl, koos voor e f- actura e omwille van de zekerheid “Ik heb een tijdje problemen gehad met ti de postbedeling en zo zijn er een aantal facturen verloren gegaan. Als beheerder is het niet leuk om aanmaningen te krijgen en extra kosten te moe et n betalen voor facturen die men nooit ontvangen hee .ft Nu krijg ik een e-mail als de facturen beschikbaar zijn en dat stelt me gerust. Een bijkomend voordeel is ook dat we de facturen makkelijk kunnen sorteren en doorsturen naar de juiste persoon.” Eenvoudig en effi ciënt Kies voor Energy Bill of e-Accounting en ontdek zelf de voordelen van e-facturatie. • Sneller: u ontvangt uw facturen als pdf of in uw boekhoudsoftware, veel sneller dus dan de papieren variant. • Kostenbesparend: hoe geautomatiseerder uw facturatieproces loopt, hoe groter uw kostenbesparing is. • Effi ciënter: de facturen gaan recht streeks naar de juiste personen en het risico op fouten vermindert. WIST JE DAT • elektronische en papieren facturen sinds 1 januari 2013 dezelfde juridische en boekhoudkundige waarde hebben • een factuur volledig automatisch verwerken tot 70% goedkoper is* • de Europese Unie tegen 2020 50% van de facturatie elektronisch wil zien verlopen • in België jaarlijks 1 miljard facturen verzonden worden, goed voor 5.000 ton papier en 120.000 bomen** • bedrijven in België met 40% e-facturatie nog ver achterliggen op Finse of Deense bedrijven, bij wie meer dan 90% van de facturatie elektronisch verloopt * Bron: Rapport KPMG “Berekening van de besparing op administratieve lasten dankzij het gebruik van elektronische facturatie – 2014” ** Bron: www.efactuur.belgium.be Energy Bill Surf naar www.electrabel.be/bill en www.electrabel.be/eAccounting voor meer details.

Een projectontwikkelaar met een visie voor de stad Waar Atenor zich specifiek voor inzet? De verdichting, verrijking en harmonisering van de stad. Dit zijn althans de vormen van actie die Stéphan Sonneville het vaakst aanhaalt wanneer hij vragen beantwoordt over een boeiend thema als vastgoedontwikkeling in steden. Mag een vastgoedprojectontwikkelaar zich tevreden stellen met de winst te maximaliseren door een wilde bezetting van de stedelijke ruimte? Stel deze vraag aan Stéphan Sonneville en u bent vertrokken voor een urenlange, levendige discussie. De topman van Atenor hanteert onuitputtelijke argumenten over de sleutelrol van de projectontwikkelaar in de zogenaamde veerkracht van stedelijke omgevingen. In het voorwoord van het magazine Divercity dat de groep publiceert, herhaalde Stéphan Sonneville onlangs de doelstellingen die gepaard gaan met het concept van duurzame stad: milieu, demografie, mobiliteit, gezondheidszorg, economie, cultuur, onderwijs, stedenbouwkunde e.a. Niets minder! Stéphan Sonneville vindt dat de zaken nog ingewikkelder worden wanneer dit geheel aan goede voornemens wordt samengebracht in een gemeenschappelijk referentie kader voor alle landen van de Europese Unie. “Alle verwachtingen die gepaard gaan met het concept van duurzame stad (...) uiten zich in talloze, weinig gestructureerde en soms tegenstrijdige voorstellen, waardoor het concept zelf uiteindelijk nog nauwelijks kan worden toegepast.” De stad als complex en nooit stilstaand systeem Stéphan Sonneville vergelijkt de stad met een complex en steeds veranderend levend wezen waarin een heleboel systemen, infrastructuren en diensten interageren en zodoende het ecosysteem van de stad vormen. Dit ecosysteem verdient het beste beheer om een doeltreffend stedelijk beleid te ontwikkelen. Stéphan Sonneville houdt dus voornamelijk van de extreme complexiteit van steden, een mix van elementen en functies die nauw van elkaar afhangen om een harmonie te vormen die liefst niet wordt verstoord. Daarin zit volgens hem ook de roeping van het werk dat Atenor verricht: de ontwikkeling van de stad door een toename van de interacties en de uitwisselingen, maar zonder kunstmatige ‘duurzaamheidsmodellen’ op te leggen. Daarom is het zinloos elektrische voertuigen in elke straat aan te bieden. Problemen moeten stroomopwaarts worden aangepakt, door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat werkkrachten die zich dagelijks naar hun werk verplaatsen, ook in de nabijheid van hun werkplaats aan hun huisvesting geraken. Of ten minste door hun gemakkelijke toegang te geven tot het openbaar vervoer. “Gebouwen die zo weinig mogelijk energie verbruiken, elektrische wagens … Allemaal goed en wel, maar het zou nog www.atenor.be slimmer zijn woonpanden vlakbij stations te bouwen. Woningen en kantoorgebouwen worden best op korte afstand van elkaar opgericht om verplaatsingen te verminderen”, aldus nog de CEO van Atenor. Het DNA van Atenor Al deze elementen vormen het DNA van Atenor, de ankerpunten van de groep tijdens de ontwikkeling van een project. Dankzij deze elementen ontstaan geleidelijk nieuwe concepten ter verrijking van de duurzame stad. Stéphane Sonneville vermeldt hier onder andere het concept van intelligente stad (smart city); hij verwijst naar de veerkrachtige, zuinige, koolstofarme of muterende stad. De inwoners? Ze krijgen bij Atenor de grootste aandacht, want de stad begint bij de bevolking. “Met deze aanpak geven we de voorkeur aan praktijken die overeenstemmen met de sociale, economische en milieuvriendelijke principes die de duurzame ontwikkeling voeden.” De CEO van Atenor citeert de “stedelijke samenlevingsvormen van bepaalde milieuvriendelijke wijken die vroeger experimenteel waren maar vandaag als voorbeelden gelden van wat praktisch haalbaar is”. Dit alles met een hogere densiteit, meer centralisatie en betere prestaties op het energetische, het sociale en het economische vlak… “Ik ben ervan overtuigd dat wij de stad in die richting moeten ontwikkelen”, besluit Stéphan Sonneville. Ontdek het laatste nummer van Divercity op: http://nl.atenor.be/divercity5.php

smart building Een stadsgebonden toekomst voor duurzame gebouwen? Wordt de toekomst van duurzame gebouwen een louter stedelijke aangelegenheid? Zo ziet het er in elk geval uit, want voorname economische spelers als Siemens, Engie of de Belgische Cofinimmo en Atenor Group concentreren hun initiatieven in de grote steden. - Johan DebiEre D rie jaar geleden presenteerde een trotse Siemens in Londen het splinternieuwe Crystal gebouw, een prachtig staaltje duurzame bouwkunde dat in 18 maanden tijd werd opgericht. De trots was verdiend, want dankzij een vernuftig gebruik van een budget van 35 miljoen euro, slaagde Siemens erin een van de meest milieuvriendelijke, of zelfs het milieuvriendelijkste gebouw ter wereld uit de grond te laten rijzen. Bovendien organiseerde de Crystal in de maanden na zijn inauguratie de grootste tentoonstelling die ooit werd besteed aan duurzame stedelijke ontwikkeling. Dit werd een uitstalraam van alle beschikbare infrastructuur oplossingen gericht op een verbetering van de levenskwaliteit in de steden. Duurzame stedelijke ontwikkeling omvat heel wat thema’s, waaronder uiteraard duurzame ontwikkeling, maar ook eco-compatibiliteit, leefbaarheid, veiligheid of mobiliteit. Al deze disciplines krijgen bijzonder veel aandacht van de grote namen van de economie: naast Siemens, bijvoorbeeld ook ondernemingen als IBM of Cisco. De duurzame stad vormt natuurlijk een geweldige maatschappelijke uitdaging en bovendien een fantastische markt met heel wat aanlokkelijke commerciële uitzichten. De stad als nieuw speelterrein van duurzame bouw Siemens is resoluut van plan om het prestige van het Crystal gebouw ten volle te benutten om zich duidelijk te positioneThe Crystal: een modern gebouw door Siemens ontworpen in het raam van het onderzoek naar de toekomst van de steden. 15 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI ©fotolia ©Siemens

De betovering van project 20/20 Steven Beckers heeft nochtans al heel wat meegemaakt op het vlak van duurzaamheid en kringeconomie in de architectuur. Hij vertelde aan onze Franse collega’s dat hij vol bewondering staat voor de zeer gevorderde toepassing van deze principes in het project 20/20: “De verwezenlijking danken we aan Delta Development en het ontwerp aan architectenkantoor William McDonough+N3O. Op de vijf hectaren van dit complex, waar de zetels van meerdere ondernemingen hun intrek hebben genomen, wordt de ‘cradle-to-cradle’ integraal toegepast, met inbegrip van de interne afwerking, het energieverbruik of nog de recycling van biologische voedingsstoffen (nvdr: met een nauwgezet beheer van afvalwater en veel aandacht voor bio-afbreekbare materialen).” Steven Beckers (Lateral Thinking Factory): een van de Belgische specialisten van ‘intelligente gebouwen’. ren als vooraanstaande leader in stedelijke duurzaamheid. Vanuit de Crystal zal de divisie Infrastructure & Cities van Siemens het werk coördineren van zijn City Account Managers, de verantwoordelijken die steden als grote klanten beheren. “ Wereldwijd investeren stadsbesturen in de verbetering van de watervoorziening, het elektriciteitsnet, de transportsystemen en de infrastructuren die instaan voor het technisch beheer van gebouwen. Voor de groep Siemens alleen betekent dit al een potentiële markt van om en bij de 300 miljard euro”, merkte toen Roland Busch, lid van de directie van Siemens AG en CEO van de divisie Infrastructure & Cities. Waarin onderscheidt zich, op technisch vlak, een duurzaam gebouw als de Crystal van een klassiek pand? Het verschil heeft vooral te maken met energie. De Crystal slaagt er namelijk in het elektriciteitsverbruik nagenoeg te halveren en 6% CO2 uit te stoten dan gelijkaardige kantoorgebouwen. minder Dubbele schot in de roos Om dit te bereiken, deed Siemens een beroep op de allerbeste beschikbare technologieën. De verwarming- en airconditioningsystemen gebruiken uitsluitend hernieuwbare energiebronnen en zonnepanelen. Voor het overige hebben de architecten en ingenieurs vooral op details gelet. Die zijn misschien niet van vitaal belang voor het milieu, maar ze getuigen van Siemens’ belangstelling voor een geïntegreerde aanpak. Het regenwater wordt bijvoorbeeld ingewonnen om een deel van het verbruik te dekken. Dankzij de combinatie van deze ingrepen sleept de Crystal de meest eervolle internationale certificaten in de wacht. Zo kreeg het gebouw de vermelding Outstanding (wat overeenstemt met meer dan 85%) na de BREEAM certificatie (BRE Environmental Assessment Method) en Platinum (meer dan 90%) na de LEED certificatie (Leadership in Energy and Environmental Design). Een dubbele schot in de roos, dus, want beide onderscheidingen zijn de hoogste in hun genre. De Britse hoofdstad heeft ondertussen een aantal prachtige voorbeelden van duurzame architectuur op zijn grondgebied staan. Dit betekent nog niet dat alles zich uitsluitend in Londen afspeelt. Tijdens een interview voor het prachtige prospectieve kwartaalblad Usbek & Rica aarzelde de Belgische architect Steven Beckers geen ogenblik om Park 20/20 in Hoofddorp te melden als het gebouw dat hij in dit opzicht het meest geslaagd vindt. BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 16 Het dagelijkse beheer van dit prachtige project werd aan een zekere Owen Zaccharias toevertrouwd. De man is van Amerikaanse afkomst en leeft al meerdere jaren in Nederland. Deze goeroe van de duurzaamheid en van het cradle-to-cradle (C2C) principe begon zijn carrière heel vroeg in de vastgoed sector, voornamelijk met eerder klassieke projecten, tot hij zich in Rotterdam ging vestigen en daar een Masters Degree aan de Rotterdam School of Management behaalde. Daarna begon hij voor de Delta Development Group aan het Park 20/20 project te werken, met een strikte naleving van de C2C filosofie. Sindsdien is Owen Zaccharias een zeer gevraagde spreker bij elk belangrijk evenement rond het cradle-to-cradle thema. Met hem lopen de zalen vol en worden professionals van projectontwikkelaars en bouwondernemingen warm gemaakt voor deze nieuwe aanpak. Het Sustainability Committee van Cofinimmo Contacten met mensen van het kaliber van Owen Zaccharias of Steven Beckers bevorderen de vermenigvuldiging van dergelijke stedelijke projecten zowat overal in Europa. In België, en dan meer bepaald in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hebben spelers als Cofinimmo of Atenor echter niet gewacht op de voordrachten van zulke goeroes om actief de stad van de toekomst te ontwerpen. Songdo is een nieuwe wijk van de stad Incheon, in Zuid-Korea. De wijk is uitermate geconnecteerd en van meet af aan ontworpen voor de inzameling en verwerking van stedelijke data.

Het Deltaproject, een ander concept voor een kliniek middenin de stad Owen Zaccharias, een van de auteurs van het Park 20/20 project. De Brusselse projectontwikkelaar Cofinimmo besefte heel vroeg hoe groot de impact van een duurzaam ontwikkelingsbeleid wel kon worden. Om zijn duurzaam ontwikkelingsbeleid gestalte te geven, besliste het directiecomité in 2010 een ‘Sustainability Committee’ in het leven te roepen. Dit comité is zeker geen gadget: het identificeert en evalueert constant alle elementen die kunnen bijdragen tot de duurzame ontwikkelingsstrategie. Ook buiten dit comité bevatten de persoonlijke doelstellingen van alle medewerkers van Cofinimmo specifieke elementen die te maken hebben met duurzame ontwikkeling en, voor het lopende jaar, ‘een doelstelling in verband met de innovatie-ambities van de onderneming’, zo lezen wij in de editie 2014 van het Verslag over duurzame ontwikkeling. Dit boeiend document getuigt trouwens van de concrete gevolgen van deze strategische keuze op de onderneming. Negen prioritaire uitdagingen werden geïdentificeerd, waaronder de klassieke strijd tegen de CO2 uitstoot en de verbetering van de mobiliteit. Ook meer innoverende uitdagingen komen er aan bod: bijvoorbeeld een denkproces over esthetiek, respect voor de openbare ruimte en diversiteit in de woonwijken (nvdr: ruimer dan wat de wet voorschrijft) of nog de promotie van ethiek in het zakendoen. Dichter, centraler en performanter bij Atenor Tijdens een gesprek over zijn opvattingen van vastgoedontwikkeling in Brussel verklaarde Stéphan Sonneville heel oprecht dat Atenor vooral scoorde in een milieuvriendelijkere aanpak van de stad die ook en vooral veel globaler werd bekeken. De CEO van Atenor onderstreepte de concepten van dichtheid en diversiteit, naast het vaak vergeten vraagstuk van de knooppunten van het openbaar vervoer. “U kunt natuurlijk gebouwen uitdenken die bijzonder weinig energie verbruiken, of elektrische wagens. Maar het zou nog intelligenter zijn zulke gebouwen in de nabijheid van stations te bouwen, of woonwijken en kantoorwijken naast elkaar te ontwikkelen. Het is vooral op die manier dat we het aantal verplaatsingen kunnen indijken.” Steden moeten dus dichter, centraler en performanter worden ontworpen wat betreft energie en milieu. Met een dergelijke formule heeft een duurzaam gebouw in de stad een reden van bestaan. n Seestadt Aspern, in de buurt van Wenen, verkavelde de site van een vroegere luchthaven. Deze nieuwe wijk maakt onder andere gebruik van intelligente elektriciteitsmeters en domotica-apparatuur. 17 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI Het gebeurt niet vaak dat twee klinieken naar een en dezelfde site in het Brusselse Gewest verhuizen. Beide klinieken (namelijk Cavell en Leopoldspark) maken bovendien van de gelegenheid gebruik om hun intrek te nemen in een gebouw dat hoge ambities koestert op energetisch, milieu en sociaal vlak. Kortom, dit wordt een evenement. Chirec bouwt dit nieuwe complex langs de Triomflaan, waar het Deltaproject uit de grond rijst. Het ganse gebeuren staat onder leiding van het Brussels architectenbureau Assar, dat al vermaardheid verwierf met andere projecten voor de gezondheidssector. Het gebouw van het Deltaproject zal bijzonder spaarzaam met energie omgaan. Tot nu toe voorzien de simulaties dat het energieverbruik van het ganse complex 30% lager zal liggen dan in de bestaande gebouwen. De instelling wordt voorzien van een geothermische warmtepomp die een verticale opslag van thermische energie mogelijk maakt. Verder zal de kliniek beschikken over zonnepanelen, warmtekrachtkoppeling en bijzonder efficiënte hybride koelingssystemen. Qua beplanting wordt veel zorg gedragen aan het externe uitzicht van het gebouw, met beplante zones op de noord- en oostgevels van het centrale gebouw. Het Deltaproject dekt ongeveer 19.000 m² grondoppervlakte en biedt een totale oppervlakte van meer dan 100.000 m². Ook de toegankelijkheid via het openbaar vervoer kreeg extra aandacht, met de nabijheid van metrolijnen en een prima bediening door de bussen van de MIVB, De Lijn en TEC. Toegangen tot autosnelwegen liggen vlakbij. De aansluitingen op een aantal grote invalswegen en een aantal grote lanen werden van meet af aan, onder andere bij de keuze van de site, aandachtig in overweging genomen. Het project kadert in de context van een ruimer stedelijk denkproces waarmee stad en kliniek zich via een ideale interactie optimaal kunnen ontwikkelen.

Smart business models Drie perspectieven voor een geslaagde digitale omschakeling Welke onderneming kan zich nog veroorloven de digitale technologieën te negeren? Welke handelaar kan nog doen alsof e-commerce niet bestaat? Welke ondernemer mag de mogelijkheden van big data links laten liggen? Tenzij u opzettelijk tegen de stroom in wil varen, hebt u er alle baat bij de digitale omschakeling au sérieux te nemen als u er morgen nog wil bij zijn, zonder door een of andere technologisch vlottere concurrent in de gracht te worden geduwd. Hier leest u enkele tips voor Brusselse KMO’s. - Olivier Fabes T ijdens de zomer slaagde Amazon.com er voor de eerste keer in Walmart op het vlak van marktkapitalisatie voorbij te schieten. Bij ons heeft deze e-commercegigant Fnac niet ter dood veroordeeld maar toch gedwongen zijn businessmodel grondig te herzien. Ondertussen konden honderden boekhandels de strijd niet meer aan en zijn discreet verdwenen. De eerste e-commercegolf van ruim 10 jaar geleden wordt nu gevolgd door een tweede vloed van radicale of (letterlijk) baanbrekende innovaties, met aan als boegbeeld mediavedetten als Uber en AirBnB, allebei kampioenen in het uitschakelen van tussenpersonen tussen consument en – beroeps of privé – dienstverlener. Andere dergelijke zwaargewichten zijn de Franse BlaBlaCar in de transportsector of Netflix in entertainment. Deze nieuwkomers maken gebruik van de steeds goedkopere digitale technologieën – vooral mobiel internet – om miljoenen consumenten of gebruikers te verleiden. Een betoging van Londense taxichauffeurs tegen de Uber dienst. BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 18 Cédric Swaelens, consultant in change management en hoogleraar projectbeheer aan de Haute Ecole Libre de Bruxelles, stelt vast dat Uber en AirBnB vooral hebben begrepen dat je met technologie voortaan marktsegmenten kunt benaderen die vroeger niet rendabel waren. “De beste reclame voor Uber was de vijandige houding van de klassieke taximaatschappijen. Nochtans mikte Uber aanvankelijk niet op dezelfde clientèle. Wat AirBnB betreft, die ontwikkelt een nieuwe vorm van accommodatie die het klassieke hotelaanbod aanvult. De echte waarde van zulke zogenaamde ‘baanbrekende’ ondernemingen zit niet in een traject met een wagen of een overnachting, maar in de oprichting van grote gemeenschappen en de mogelijkheid om daarna, direct of indirect, massa’s gegevens te verzilveren. In feite functioneren zulke ondernemingen als gigantische reclameregies.” We zullen pas in de toekomst weten of dergelijke successtory’s duurzaam zijn en of de waardebepalingen van deze ‘startups’ al dan niet gegrond zijn. Hoogstwaarschijnlijk gaan we naar een integratie van de baanbrekers en de eerder conservatieve bedrijven. De ©fotolia

trend is ondertussen goed op gang en de volgende golven zullen de sectoren van de gezondheidszorg en van de mobiliteit treffen, twee domeinen waar de verdeling en de centralisatie van gigantische volumes vreemdsoortige gegevens kunnen leiden tot echte oplossingen voor echte problemen, voor zover het speelterrein duidelijk wordt afgebakend. Wie had, vijf jaar geleden, kunnen voorspellen dat e-commerce een traditionele en ‘geïndividualiseerde’ sector als textiel in zijn greep zou nemen? Vandaag vormt Zalando een ware dreiging voor heel wat kledingszaken. Wat doen we nu? Voor veel waarnemers hebben we nu te maken de vierde industriële revolutie, na de stoommachine, het werk aan de lopende band en de robotisering. In zijn boek The network always wins1 , gunt ondernemer, spreker en consultant Peter Hinssen – die eveneens een van de Digital Minds for Belgium van Minister De Croo is – weinig overlevingskansen aan bedrijven die de ogen voor de realiteit liever sluiten: “Vandaag is lenigheid het enige concurrentievoordeel dat overschiet. Een onderneming mag dan nog de beste talenten, de meest vernuftige strategieën en een geniaal topmanagement in huis hebben, als ze te traag reageert op een verschuiving in haar omgeving – of zelf te traag haar markt transformeert, zijn al die troeven nutteloos.” Volgens deze Belgische internetpionier moet elke onderneming die sinds de jaren 90 wil overleven, constant zijn DNA van vroegere startup wakker schudden om als een netwerk te kunnen denken en optreden. “De klassieke organisatievormen uit het industriële tijdperk die “Waarom zouden we niet beginnen met een verschuiving van een deel van het klassieke marketingbudget naar het web en de sociale media?” Cédric Swaelens, consultant in change management EUROPEES CENTRUM VOOR FRUIT EN GROENTEN CENTRE EUROPÉEN DE FRUITS ET LÉGUMES EEN CENTRUM IN HET HART VAN EUROPA waar invoerders-uitvoerders fruit en groenten vanuit de hele wereld aanbieden. UN CENTRE AU CŒUR DE L’EUROPE où importateursexportateurs offrent fruits et légumes débarqués du monde entier. A CENTRE IN THE HEART OF EUROPE where importers-exporters offer a wide variety of fruits and vegetables from all parts of the world. EIN ZENTRUM IM HERZEN EUROPAS wo Einz- und Ausführer Obst und Gemüse aus der ganzen Welt anbieten. Centre Européen de fruits et légumes s.c.r.l. / Europees Centrum voor fruit en groenten c.v.b.a. Secrétariat-placette centrale / Secretariaat-middenpleintje Quai des Usines, 112-154, Werkhuizenkaai Bruxelles-1000-Brussel, Belgique / België Tel. + 32 (2) 242 60 21 Fax + 32 (2) 245 27 27 e-mail : info@cefl-ecfg.be www.cefl-ecfg.be 19 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI ©R.T.

Brusselse bedrijven: wakker worden! Laten we eerlijk toegeven dat de ‘digitale omschakeling’ in Brussel niet meteen aanleiding gaf tot een grootschalig project dat men in het buitenland zou benijden. Hoe kunnen wij deze achterstand inhalen? Onze hoofdstad is de trotse thuishaven van een aantal mooie starters die nieuwe domeinen ontginnen. Denk maar aan SoftKinetic in de toegevoegde realiteit, eDebex in financiën, BePark in de mobiliteit, ListMinute in de samenwerkende economie, Take Eat Easy en zijn fietsende bodes om de thuislevering van maaltijden te vergemakkelijken. Dit zijn slechts enkele voorbeelden, maar het Gewest lijdt momenteel aan een tekort aan werkelijke ‘digitale drijvende krachten’, ondanks de sterke aanwezigheid van ondernemingen in de sector van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en de overvloed aan ideeën in incubatoren als BetaGroup of Co.Station. Aangesloten voorwerpen In de veelbelovende sector van de aangesloten voorwerpen (Internet of Things, IoT), treedt de door voormalige consultants van grote groepen (o.a. in de automobielsector) opgerichte jonge onderneming Productize als een predikant op. Ze verwezenlijkt (of laat in China verwezenlijken) prototypes van aangesloten voorwerpen voor allerlei sectoren, bijvoorbeeld een ‘aangesloten wasmachine’ door een vooraanstaand merk van courante verbruiksproducten. Grote klanten uit de energiesector of de interactieve communicatie en zelfs Belgische starters in domeinen als logistiek met drones of de diensten aan bejaarden, doen eveneens een beroep op haar toekomstkundige diensten. “Wij organiseren heel wat voordrachten in Brusselse ondernemingen en krijgen steeds heel veel aandacht. Er bestaan goede louter technologische projecten, maar vaak geraken zulke innovaties moeilijk geïntegreerd in dienstenmodellen met een degelijke productstrategie. De technologieën moeten plaatsvinden in de nieuwe klantenbelevingen. Als ze nu niet wakker schieten, riskeren sommige ondernemingen van de kaart te worden geveegd”, waarschuwt Harold Grondel, medeoprichter van Productize. Deze starter die in de innovatie-incubator Co.Station vlakbij het Centraal Station is gevestigd, stelt al vijf mensen tewerk en ontwikkelt een soort privé ‘fab lab’ waar hij binnenkort de eindeloze mogelijkheden van aangesloten voorwerpen zal kunnen demonstreren. “Technologie is op zich niet baanbrekend. De nieuwe hieruit vloeiende dienstenmodellen echter wel, want zij ontketenen revoluties. Alle sectoren zullen de impact van de digitale technologie ondergaan. Het minste dat we moeten doen, is ons dan afvragen wat de mogelijke impact van nieuwkomers zou kunnen zijn. En daarna moeten we tot actie overgaan. De KMO’s zullen nieuwe bekwaamheden nodig hebben, die ze wellicht buitenshuis zullen moeten gaan halen. En verder moeten concepten door prototypes worden uitgetest” aldus nog Harold Grondel. Het logistiek centrum van Zalando in Erfurt, in Duitsland: een voorbeeld van de uitdagingen die e-commerce aan de klassieke handel oplegt. de klemtoon leggen op hiërarchie, structuur, controle en doeltreffendheid, doen het niet meer in het VUCA tijdperk (volatility, uncertainty, complexity & ambiguity).” Allemaal goed en wel, maar waar beginnen we mee om snelheid niet met overhaasting te verwarren? Didier Tshidimba en Alain d’Oultremont buigen zich dagelijks over digitale revoluties in het Brusselse kantoor van Roland Berger Strategy Consultants. Zij onderscheiden acht factoren voor een digitale omschakeling in zowel overheids- als privéondernemingen. Drie daarvan beschouwen ze als prioritair en transvers voor KMO’s van het Brusselse Gewest, die voornamelijk in de dienstensector actief zijn. “De klassieke organisatievormen die de klemtoon leggen op hiërarchie, structuur, controle en doeltreffendheid, doen het niet meer in het VUCA tijdperk (volatility, uncertainty, complexity & ambiguity).” Peter Hinssen, auteur van The network always wins • ‘Multikanaal’ denken Alle wegen leiden naar de klant. Deze wegen kunnen talrijk en divers zijn. De uitdaging bestaat erin de diverse interactiekanalen met de klant op een samenhangende manier te beheren en voordeel te halen uit de massa’s gegevens die elke KMO voortaan over zijn klanten kan verzamelen. Vroeger had men het over CRM (Customer Relationship Management), nu over big data. Het streefdoel is hetzelfde gebleven: de klant beter leren kennen, aan de hand van zijn historiek. Gelukkig zijn de oplossingen dankzij cloud computing, misschien minder moeilijk op gang te brengen. BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 20 Harold Grondel, mede-oprichter van Productize, een pionier in aangesloten voorwerpen. “Al 15 jaar lang bouwen de grote spelers van de distributie, via de getrouwheidkaarten, een gigantisch volume gegevens over hun klanten op. Ze hebben zoveel gegevens dat ze niet meer weten wat ze ermee moeten beginnen en ze schrikken ervoor terug deze data aan derden af te staan”, betreurt Didier Tshidimba, om aan te duiden dat kwantiteit niet altijd met kwaliteit gepaard gaat.

Nuttig voor de mobiliteit in Brussel De digitale omschakeling zou in het Brusselse Gewest wonderen kunnen verrichten voor de mobiliteit van personen en goederen. Iedereen weet ondertussen dat Brussel met één van de zwaarste verkeersoverlasten van Europa opgescheept zit. De stedelijke logistiek kan enorm worden verbeterd. “De verscheidene vormen van mobiliteit zijn basisbestandelen van een ‘smart city’, naast een rationeel gebruik van energiebronnen en een doordachte ruimtelijke ordening die bijdraagt tot de levenskwaliteit”, verklaren de consultants van Roland Berger. Een ander domein waar Brusselse ondernemingen hun zeg kunnen hebben, is de ontwikkeling van (software) tools en applicaties voor een betere presentatie en gebruik van massa’s uiteenlopende gegevens, bij producten die van de productieketen rollen. “Meestal zijn Belgische ondernemingen performanter in halffabricaten dan in afgewerkte producten. De uitdaging bestaat erin voldoende extra waarde toe te voegen om de producten onvervangbaar te maken, door ze bijvoorbeeld in een geheel te integreren en er softwarediensten aan toe te voegen”, stellen Didier Tshidimba en Alain d’Oultremont voor. Voor heel wat industriële spelers getuigt de aan de producten geïntegreerde informatica van het succes van hun digitale omschakeling. De toegankelijkheid van gegevens In de transportsector kunnen nieuwe applicaties die ieders leven vergemakkelijken, er pas komen als ‘publieke’ gegevens eindelijk tussen administraties, overheidsbedrijven en de privésector worden gedeeld. Maar al te vaak lopen innoverende bedrijven tegen een muur, onder meer bij openbare vervoermaatschappijen. In het Brusselse Gewest heerst nog steeds een gebrek aan gestructureerde aanpak op het vlak van open data. “Iedereen beloert iedereen wantrouwend”, betreurt het bureau Roland Berger. Dit geldt in de transportsector, maar ook in distributie en handel. • Individualiseren Klanten willen maatwerk in diensten. In het geval van Uber, kunnen de chauffeurs de klant voortaan verwelkomen met de muziek waarvan hij houdt, via zijn Spotify account. Tof en geïndividualiseerd. De digitale omschakeling heeft dus niets te maken met een domme en brutale indringing van computers en automatisering in alle aspecten van ons leven, wél met het gebruik van technologie om de relatie met de klant individualiseren. Dit maakt een hemelsbreed verschil en doorbreekt een zware trend die nu al 15 jaar lang mensen door machines tracht te vervangen. De beste manier om lokaal de handel levendig te houden tegen een dreiging à la Zalando, bestaat erin de klemtoon op de dienstverlening te leggen. • Nuttige digitale tools Volgens dezelfde logica als het vorige punt, hebben dienstverlenende KMO’s die in de digitale wereld up-to-date willen blijven, er alle belang bij hun medewerkers de computertools te geven die zij in hun taak kunnen gebruiken. Dit kan een tablet zijn voor een verkoper die vaak op de baan is, of een smartphone voor iemand die eenvoudiger gegevens moet inbrengen. Elke uitrusting die de klantenbeleving verbetert, mag als een gezonde investering worden beschouwd, voor zover de nodige vorming wordt verschaft, natuurlijk. Dit zorgt niet alleen voor een modern imago: de veralgemening van terminals en mobiele communicatiemiddelen biedt de kans om toepassingen uit te testen en in gebruik te nemen die heel wat voordelen bieden, onder andere door een verbetering van de interne doeltreffendheid. Dit heeft dus niets meer te maken met gadgets. Cédric Swaelens werkte 10 jaar lang in klantenrelaties voor KMO’s. Vandaar deze zeer praktijkgerichte raad: waarom zouden we niet beginnen met een verschuiving van een deel van het klassieke marketingbudget naar het web en de sociale media? Het bedrijf zou ook een jonge werknemer kunnen aanwerven om de KMO op de sociale media te positioneren en dankbaar gebruik te maken van de digitale omschakeling. Welja, waarom niet? n De sociale media zijn niet langer weg te denken van de klantenrelatie. 1. In april in het Engels verschenen bij McGraw Hill. Een Nederlandse vertaling wordt in september bij Lannoo verwacht. Informatie: www.peterhinssen.com 21 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI

Smart Citizens Bevorderen nieuwe technologieën de democratie? De toepassing van de NICT (de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën) voor de verbetering van stedelijke diensten heeft geleid tot het concept van intelligente stad of smart city. Deze technologieën worden eveneens ingezet om de burgers een efficiënter beleid en een betere levenskwaliteit te bieden. De vraag is nu of de NICT ook de werking van de democratie ten goede komen. Wij stelden deze vraag aan de burgersvereniging WeCitizens en aan de Crisp. Twee invalshoeken. - Vincent Delannoy Hoe zou u WeCitizens in het kort definiëren? Jean-Paul Pinon, CEO van WeCitizens: Ik zou eenvoudigweg kunnen stellen dat wij in België de Test-Aankoop van de kiezers zijn, een soort Wikipedia van de politieke spelers, een observatorium van het openbaar beleid en een school waar burgerschap wordt aangeleerd. We hebben beslist ons in het begin op onze eerste missie te focussen: onze rol als Test-Aankoop van de kiezer. Dit deden wij bijvoorbeeld tijdens de regionale, de parlements- en de Europese verkiezingen van 2014, met onder andere onze verkiezings-GPS. Bent u een vereniging van belastingplichtigen? Wij zijn inderdaad aangesloten bij de Taxpayers Association of Europe, maar we staan niet achter al hun doelstellingen. WeCitizens is politiek neutraal. Wij spreken ons niet uit over de nood aan meer of minder belastingen. Waar we wel op dezelfde golflengte zitten, is onze zorg voor een gezonder openbaar beheer. Nu, het nastreven van voortreffelijkheid in het bestuur van de overheid zou, bij een gelijk niveau van diensten, de belastingen verminderen. In Duitsland slaagde een vereniging van belastingplichtigen erin 400.000 leden te werven. In Frankrijk zit men rond de 300.000. WeCitizens is in België eind 2012 van start gegaan. U hebt het over een verkiezings-GPS. Is dit een vorm van hulp aan de kiezer? In de afgelopen maanden hebben we een heleboel gelijkaardige initiatieven gemerkt, zoveel te beter. Wat ons verkiezings-GPS echter uniek maakt, is dat hij met alle kandidaten rekening houdt, terwijl andere systemen zich tot partijen beperken of hooguit tot een aantal vooraanstaande politici. Als u net vóór de verkiezingen BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 22 Jean-Paul Pinon, CEO WeCitizens overweegt voor een of andere kandidaat te stemmen, dan vindt u dankzij de GPS niet alleen zijn of haar CV, maar ook zijn of haar verwezenlijkingen, opinies en al wat hij of zij als politieke prioriteiten beschouwt. Geen enkel ander product laat zoiets toe. Wij, als burgers, zijn de aandeelhouders van de NV België. Om terechte beslissingen te nemen, hebben wij een degelijk dossier nodig, niet alleen persknipsels. ©fotolia

Denkt u dat de Belgische burger slecht geïnformeerd is over de actie van politieke mandatarissen? Als u een wagen wenst te kopen, kunt u de buurman natuurlijk vragen naar zijn indrukken. Maar als u grondige informatie wenst, lees dan een dossier in een vakblad. Dit is precies wat de kiezer niet ter beschikking heeft. Hebt u bijvoorbeeld belangstelling voor het thema van de minimale dienstverlening in geval van staking van overheidsdiensten? De verkiezings-GPS leidt u heel nauwkeurig naar de kandidaten die aan bepaalde criteria beantwoorden. En dat doet hij op een totaal van 6.000 kandidaten, zonder zich te beperken tot een paar politieke vedetten die regelmatig op TV komen. U publiceert een soort politiek repertorium. Wat staat daar in te lezen? Het bevat alle parlementsleden van deze legislatuur en van de vorige die actief zijn of waren in de zeven vergaderingen die ons land rijk is. In de huidige legislatuur hebben wij 484 parlementsleden. De lijst wordt verder nog aangevuld met de huidige burgemeesters. Wij vermelden bovendien de partijen, de sociale partners en de bijzonder talrijke kandidaten van de verkiezingen. In totaal zowat 5.000 politieke spelers. Het repertorium bevat niet alleen de klassieke gegevens van een gids, maar ook kwalitatieve informatie waardoor het werkelijk een atlas is van de politieke opinies. Het is een redelijk diepgaande bron van informatie die rond 76 vragen wordt gestructureerd. Een soort databank die kan worden geraadpleegd, dus? Als gebruiker kunt u aan de hand van 27 selectiecriteria een zoekopdracht lanceren. Wenst u bijvoorbeeld de politieke spelers te kennen die in de provincie Luik onderwijs als een prioriteit beschouwen, lid zijn van het Waalse parlement, vrouw zijn en die tot een bepaalde partij behoren? Raadpleeg het repertorium en een seconde later krijgt u het antwoord. Wij bieden gratis een vrij uitgebreide toegang tot het repertorium en zijn inhoud. Sommige rubrieken, zoals de CV’s of het detail van de opinies zijn toegankelijk mits betaling van een kleine bijdrage. In verkiezingstijd is de toegang volledig gratis, om de burger en kiezer optimaal te informeren. U streeft naar een betere werking van de democratie. Welke concrete middelen zet u daarvoor in? Er bestaat ontegensprekelijk een diepe kloof tussen de burger en de politiek. Deze kloof moet worden gedicht, want als de burger geen interesse toont voor de politiek, in omgekeerde richting bestaat deze belangstelling wel, al was het maar voor de inning van de belastingen. De burger moet zich inspannen om weer op de hoogte te zijn van het openbaar beleid en hij moet opnieuw vertrouwen kunnen hebben. Van dit vertrouwen komt echter niets in huis zonder volledige transparantie. Dit is precies onze bijdrage. In dit stadium doen we dit via de verkiezings-GPS en het politiek repertorium, maar andere projecten zijn in voorbereiding, onder andere wat betreft de financiële transparantie rond het gebruik van overheidsgelden en de inkomsten die openbare mandaten opbrengen. De mandatarissen zijn nu al verplicht de lijst van hun openbare mandaten bekend te maken. Gaat deze maatregel niet ver genoeg? Laten we het er even over hebben. Niet alle mandatarissen leven deze verplichting na. Cumuleo produceert hierover statistieken. Bij mijn weten worden de boetes wegens niet naleving van deze verplichting in de praktijk niet geïnd. De Staat zou nochtans tot 27 miljoen euro in de schatkist kunnen storten als de wet werd toegepast. n John Pitseys (Crisp): “Hoe langer hoe meer argwaan jegens de werking van de representatieve democratie” Hebben de NICT bijgedragen tot hogere transparantie-eisen in de manier waarop aan politiek wordt gedaan? De NICT versterken twee gevoelens die op het eerste gezicht tegenstrijdig zijn maar die elkaar in feite aanvullen: enerzijds de indruk dat de politieke informatie toegankelijker is dan vroeger; en anderzijds de overtuiging dat deze theoretisch beschikbare informatie in de praktijk gedeeltelijk ontoegankelijk of zelfs verborgen blijft. Wij weten dat de NICT onze samenleving het gevaar doen lopen binnenkort aan ingrijpende tracering en bewaking te worden onderworpen. En toch gaan deze nieuwe technologieen ook gepaard met extra eisen qua bekendmaking en informatie. Dankzij de NICT kunnen de burgers organiseren, reageren en een eigen standpunt ontwikkelen. Vandaag ontstaan nieuwe media, nieuwe vormen van verenigingen en nieuwe methoden voor gemeenschappelijke actie. Dragen de NICT dan bij tot de opkomst van een meer participatieve en directe democratie? De werking van de representatieve democratie wekt hoe langer hoe meer argwaan en wantrouwen. Enerzijds omdat de rechtmatigheid ervan in twijfel wordt getrokken: de band tussen de vertegenwoordiger en de vertegenwoordigden komt bijzonder dun over. Anderzijds wordt deze vorm van werking als weinig efficiënt beschouwd omdat andere machtsvormen het geheel verstoren: machts niveaus op Europese of wereldschaal, maar bijvoorbeeld ook de bedrijfswereld. Zodra de democratie die steunt op de verkiezing van vertegenwoordigers in vraag wordt gesteld, rijst automatisch een denkproces over de manier om het democratisch ideaal te vernieuwen, via nieuw uit te vinden participatievormen. Deze verzuchting komt er vooral omdat de representatieve democratie in opspraak werd gebracht. Zonder de NICT zou dit dus ook zijn gebeurd. Willen de politieke partijen, dankzij de NICT, werkelijk aandacht besteden aan een vereenvoudiging van het leven van de burgers? Dit is zeker prioriteitenlijst hiervan waarschijnlijk weinig niet hun hoofdzorg en ook verder in de valt te bespeuren. Alle partijen wijden wel een hoofdstukje aan digitale technologieën of digitalisering, maar dit zijn niches in hun programma’s. Deze onderwerpen komen aan bod tijdens de regeringsvormingen, maar dan meestal om bezuinigingen te voorzien. De Open VLD heeft zich wat over deze vraagstukken gebogen. Ook de groene partijen hebben belangstelling (bijvoorbeeld wat betreft de digitale vrijheden) en uiten zich hier soms kritisch over. 23 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI

Indicatoren Enkele cijfers over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met de hulp van BISA (het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse) schetsen wij hier een summier portret van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de hand van cijfergegevens die zowel de voornaamste troeven van de hoofdstad toelichten als de grote uitdagingen waarmee ze wordt geconfronteerd. 1. Demografie • Een snel toenemende bevolking … Op 1 januari 2015 woonden er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1.175.173 mensen. Het aantal Brusselaars is in 15 jaar tijd met nagenoeg 216.000 gestegen, wat overeenstemt met de bevolking van een stad als Charleroi. De Brusselse bevolking blijft uitbreiden, maar minder snel dan een aantal jaren voordien. Ook in de komende jaren zou de demografische groei in Brussel hoger blijven dan in de rest van het land. Zo zou de Brusselse bevolking tussen 2015 en 2020 nog met ongeveer 35.000 personen toenemen. Vanzelfsprekend zorgt deze situatie voor een aantal kolossale hoofdbrekers in domeinen als huisvesting, mobiliteit, onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid enz. • … jong en multicultureel De Brusselse bevolking is gevoelig jonger dan de rest van België. De gemiddelde leeftijd van de Brusselaar bedroeg 37,4 jaar in 2014 – en hij blijft verder verjongen. In de andere gewesten vergrijst de bevolking. De jongeren zijn dus sterker in Brussel vertegenwoordigd (22,7% van de bevolking is minder dan 18 jaar oud) en het aandeel van de senioren ligt er aanzienlijk lager dan op nationaal niveau (13,3% van de Brusselaars zijn 65-plussers). Verder is Brussel ook sterk multicultureel: 33,1% van zijn inwoners hebben een buitenlandse nationaliteit. Deze proportie ligt drie keer hoger dan het Belgische gemiddelde. De overgrote meerderheid van deze buitenlanders zijn van de Europese Unie afkomstig. JAARLIJSE BEVOLKINGSGROEI (%) 2. Economische activiteit • Het BHG draagt aanzienlijk bij tot het BBP en de werkgelegenheid in België … Brussel speelt een sleutelrol in de economische activiteit van ons land. Met zijn BBP van 71,8 miljard euro en 689.000 banen op zijn grondgebied in 2013, neemt het Gewest respectievelijk 18,2% en 15,2% van het nationale totaal voor zijn rekening, terwijl de Brusselaars slechts 10,5% van de bevolking van ons land vertegenwoordigen. Deze gegevens zijn representatief voor de centrale ligging van Brussel, niet alleen op geografisch vlak, maar ook wat betreft de instellingen en de economie. Op de arbeidsmarkt uit zich dit door de dagelijkse vloed van penGEWESTELIJK AANDEEL IN DE WERKGELEGENHEID, HET BBP EN DE BEVOLKING IN 2013 (%) Jobs 15,2 57,9 26,9 BBP 18,2 58,2 23,7 Bevolking 0% 10,4 57,5 10% 20% 30% Brussels Hoofdstedelijk Gewest 40% 50% 60% Vlaamse Gewest 70% 32,1 80% 90% Waalse Gewest Bronnen: INR, ADS – BISA berekeningen 100% GROEI VAN HET BBP - VOLUME (%) 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaamse Gewest Waalse Gewest -3,0 -2,0 -1,0 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 Bronnen: BISA, FOD Economie – Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium, FPB 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 België Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaamse Gewest Waalse Gewest Bron : HERMREG BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 24 jaarverslag 2015

STRUCTUUR VAN DE ACTIVITEITEN IN HET BHG(1) Tewerkstelling in 2015 (personen) Landbouw Energie Be- en verwerkende industrieën Halffabricaten Uitrustingsgoederen Consumptiegoederen Bouw Verhandelbare diensten Vervoer en communicatie Handel en Horeca Krediet en verzekeringen Gezondheid en sociale actie Andere verhandelbare diensten Niet verhandelbare diensten Openbare administratie en onderwijs Huishoudelijke diensten Totaal (1) Vooruitzichten - Bron: HERMREG 95 7 238 19 662 3 598 5 600 10 464 20 910 466 105 45 798 95 802 57 317 70 896 196 292 178 774 172 713 6 060 692 676 Aandeel werkgelegenheid in 2015 (%) 0,0 1,0 2,8 0,5 0,8 1,5 3,0 67,3 6,6 13,8 8,3 10,2 28,3 25,8 24,9 0,9 100,0 Nettocreatie van banen tussen 2015 en 2020 (personen) 11 401 -1 941 -886 32 -1 087 353 25 020 165 2 079 136 5 946 16 694 -1 287 -2 090 804 22 544 TW in 2015 (miljoenen euro) 14,1 2 131,6 1 882,8 555,3 576,6 750,8 1 943,4 47 355,9 5 607,6 7 980,4 11 393,0 3 888,7 18 486,2 13 104,9 13 034,0 70,9 66 432,7 Aandeel TW in 2015 (%) 0,0 3,2 2,8 0,8 0,9 1,1 2,9 71,3 8,4 12,0 17,1 5,9 27,8 19,7 19,6 0,1 100,0 Bijdrage tot groei van de TW in volume tussen 2015 en 2020 (pp per jaar) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,3 0,1 0,2 0,4 0,1 0,4 0,1 0,1 0,0 1,3 delaars. In Brussel bezetten de Vlaamse en Waalse arbeidskrachten bijna één baan op twee. Na een vrij lange periode van zwakke of zelfs negatieve economische groei, zou de algemene conjunctuur een geleidelijke verbetering moeten kennen. Het Brussels BBP zou op middellange termijn sneller moeten toenemen maar toch licht onder het nationale gemiddelde blijven. • … onder andere dankzij activiteiten die voornamelijk op de tertiaire sector zijn gericht De tertiaire sector vertegenwoordigt bijna 91% van de toegevoegde waarde die in het Brusselse Gewest wordt geproduceerd, en 93% van de werkgelegenheid. Beide cijfers liggen hoger dan in de andere twee gewesten. Dit zeer divers aanbod aan diensten beantwoordt aan de behoeften van de spelers binnen het BHG zelf (particulieren, ondernemingen en instellingen) maar overschrijdt ruim de grenzen van de 19 gemeenten. In de komende jaren zal de groei van de Brusselse toegevoegde waarde vooral te danken zijn aan de financiële sector, de verzekeringssector en de andere verhandelbare diensten1 . Deze andere diensten leveren, samen met de gezondheidszorg en de sociale diensten, ook een aanzienlijke bijdrage tot de creatie van nieuwe banen in Brussel. Tussen 2015 en 2020 zouden deze sectoren respectievelijk voor nagenoeg 17.000 en 6.000 netto nieuwe banen moeten instaan, wat bijna overeenstemt met de volledige toename van de tewerkstelling in Brussel gedurende deze periode. 3. Arbeidsmarkt In Brussel telde de arbeidsgeschikte bevolking in 2014 iets meer dan 783.000 mensen2 , 67% van de totale bevolking, dus. In datzelfde jaar waren 66,6% (twee derde) van deze arbeids1. Hiermee bedoelen we onder andere de uitgeverijen, de audiovisuele sector, de reclame, de computerdiensten, advies en consultancy, de administratieve of ondersteunende diensten, vastgoed en de boekhoudkundige, juridische, wetenschappelijke en technische diensten. • 2. Mensen met een leeftijd tussen 15 en 64 jaar. 25 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID (%) 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 België Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaamse Gewest Waalse Gewest Bron: HERMREG geschikte mensen effectief op de arbeidsmarkt, met een baan of als werkzoekende. 108.000 personen staan in 2015 als werkzoekenden geregistreerd. Daarmee bereikt de werkloosheid in het Brusselse Gewest 19,4%, bijna acht punt meer dan het nationale gemiddelde. De werkloosheid van jongeren is tijdens de afgelopen jaren sterk verminderd, van ongeveer 16.000 personen in 2010 naar 13.400 in 2015. In de komende jaren zouden de werkloosheidscijfers zowel in Brussel als in de rest van het land gevoelig moeten verbeteren. n jaarverslag 2015

Demografie van de bedrijfswereld Ondernemingen in Brussel: veel mislukkingen maar nog meer successen Inzicht krijgen in de demografie van de Brusselse ondernemingen is echt geen lachertje. Laten we hier afstand nemen van de alarmerende of optimistische communiqués die elk kwartaal de ronde doen over de evolutie van het aantal faillissementen in de Brusselse bedrijfswereld. Zulke documenten leveren geen volledig overzicht en hanteren indicatoren die slechts met de nodige waakzaamheid mogen worden gebruikt. Om te polsen naar de dynamiek van het ondernemingsweefsel in de hoofdstad moeten we natuurlijk ook de oprichting van nieuwe bedrijven in aanmerking nemen. D e impact van de economische situatie valt sneller op bij de creatie van nieuwe ondernemingen dan in de statistieken van de faillietverklaringen. Een plotse verslechtering van de marktsituatie zet kandidaat ondernemers soms aan hun projecten uit te stellen of zelfs op te geven. De gevolgen laten dus niet op zich wachten. Bij een bestaand bedrijf hangt de impact van een economische crisis af van een hele resem factoren die de gevolgen ervan kunnen uitstellen of zelfs tegenwerken. Laten we daarom het concept ‘faillissement’ duidelijk definiëren. Een stopzetting van activiteiten betekent niet noodzakelijk een faillissement. Er kan trouwens veel tijd tussen beide situaties verlopen, in functie van de snelheid waarmee de handelsrechtbank het dossier behandelt. Er bestaat dus een grote verscheidenheid aan situaties tussen de ondernemer die er op het einde van zijn carrière gewoon mee stopt, tijdelijke structuren die voor kortstondige projecten worden opgezet, of nog familiebedrijven die gewoon geen overnemer vinden. Positief saldo Een kijkje in de cijfers van de FOD Economie en van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) leert ons – zonder verrassing – dat het saldo tussen stopzettingen en oprichtingen van ondernemingen jaar na jaar positief blijft. In 2014 gingen er in Brussel bijvoorbeeld 2.203 bedrijven failliet, maar ontstonden er 11.205 nieuwe ondernemingen, 3,2% beter dan het jaar voordien. Wel even vermelden dat we hier gebruik maken van de cijfers van Graydon, een studiebureau dat rekening houdt met een belangrijke factor die de officiële cijfers scheef trekt. Als we de gegevens van de overheid mogen geloven, zouden er in 2014 namelijk meer dan 14.000 bedrijven in Brussel zijn opgericht. Uitleg voor dit verschil: de advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders werden onlangs aan de btw onderworpen, met als gevolg een flinke stijging van het aantal wettelijke structuren met een btw-nummer. Ook dient hier gezegd dat het aantal faillissementen tussen 2013 en 2014 met 17% spectaculair is gedaald. Weliswaar ging 2013 BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 26 gebukt onder een recordaantal faillissementen: 2.652. Ondanks de daling in 2014, liggen de cijfers toch nog bijna dubbel zo hoog als in het begin van de jaren 2000. Handel, Horeca en Bouw: de eeuwige driehoek Traditiegetrouw vertonen de sectoren van handel, bouw en Horeca al ettelijke kwartalen lang de sterkste dynamiek en tegelijk de wildste demografie. Dit betekent dat deze sectoren van de Brusselse (en de Belgische) economie zich tegelijk onderscheiden door de grootste aantallen bedrijfsoprichtingen en de hoogste percentages faillissementen. In 2014 namen deze drie sectoren 60% van de faillietverklaringen in de hoofdstad voor hun rekening en stonden ze aan de wieg van meer dan 3.000 nieuwe wettelijke structuren. Opvallender nog is de groei van het percentage bedrijfsoprichtingen in deze drie sectoren tussen 2013 en 2014 (zie grafiek). Deze toename getuigt van een steeds zeer sterke wil tot investeren, ondanks de hoge risico’s. Een vergelijking met de percentages van het jaar 2009 (het begin van de economische crisis als gevolg van het subprimes schandaal in de VS) levert nog merkwaardiger resultaten: in de handel is het percentage van bedrijfsoprichtingen sindsdien van 5,9 naar 10,6 gestegen; in de bouwsector, van 12,0 naar 16,4. Ondanks deze topscores in ‘economische intensiteit’ en de ruime werkgelegenheid die hiermee gepaard gaat, dragen deze drie sectoren slechts in geringe mate bij tot het BBP van het Gewest. De Horeca vertegenwoordigt gemiddeld ongeveer 2% van het gewestelijk BBP. Verder noteren we 3% voor de bouwsector en 10% voor de handel. We merken bovendien dat de sector van de dienstverlening aan ondernemingen – onder meer informatie, communicatie en business & management consultancykantoren – in het Brusselse Gewest sterk doorbreekt. Nu, wat betreft de overlevingskansen op vijf jaar van deze ondernemingen, scoort Brussel zwak vergeleken met de rest van het land: 65,41%, tegen 69,07% nationaal en 70,25% in Vlaanderen. jaarverslag 2015

STARTERS PER PROVINCIE Natuurlijke personen en BVBA op kop Laten we even kijken naar de rechtsvorm van de vennootschappen tijdens hun oprichting. In 2014 zagen we een nieuwe stijging van het aantal eenmanszaken (als natuurlijk persoon): 7.268 in het Brusselse Gewest. Ook het aantal bvba’s (besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid) nam in 2014 toe: 5.129 eenheden, waarbij we wel moeten signaleren dat dit cijfer eenmalig werd aangedikt door de verplichte registratie van advocaten bij de btw. Omdat sommigen meteen als bvba beginnen, blijft het moeilijk uit te maken hoeveel nieuwe zelfstandigen een activiteit hebben gelanceerd. De cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) maken gewag van 2.900 nieuwe inschrijvingen als zelfstandige werkkracht (in hoofdberoep, bijberoep of na de pensioenleeftijd) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De vrije beroepen (34.803 ingeschrevenen in Brussel) nemen een flink deel van deze toename voor hun rekening (1.300 nieuwe inschrijvingen, alleen in 2014). n Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Henegouwen Luik Limburg Waals-Brabant Namen Luxemburg Andere 0 10 20 30 40 50 60 70 Betrekkelijk aandeel van starters, per provincie, in 2014 Overlevingspercentage van starters na 5 jaar, per provincie, in 2014 80 AANTAL SCHRAPPINGEN AANTAL ONDERWERPINGEN 14 18 0 0 233 253 1 3 8 8 940 974 1612 1709 323 274 736 725 608 686 62 53 202 218 1500 1751 608 593 0 3 96 111 69 82 283 178 372 341 0 2 Aantal schrappingen in 2013 Aantal schrappingen in 2014 0 1 0 1 Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik Extraterritoriale organisaties en lichamen Onbekend 1 3 0 1 1 0 Aantal onderwerpingen in 2013 Aantal onderwerpingen in 2014 27 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI Financiële activiteiten en verzekeringen Exploitatie van en handel in onroerend goed Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten Administratieve en ondersteunende diensten Openbaar bestuur Onderwijs Menselijke gezondheidszorg en Maatschappelijke dienstverlening Kunst, amusement en recreatie Andere dienstverlenende activiteiten 756 783 12 9 157 269 163 197 250 271 431 393 110 125 269 306 1988 5689 Landbouw, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Verwerkende nijverheid Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht Productie en distributie van water; afvalen afvalwaterbeheer en sanering Bouwnijverheid Groot- en detailhandel Vervoer en opslag Verschaffen van accommodatie en maaltijden Informatie en communicatie 30 27 3 0 280 344 14 13 13 13 1706 1889 1592 1703 309 319 784 825 771 851 jaarverslag 2015

De mening van de Brusselse ondernemingen Politieke barometer: wisselvallig Op regelmatige tijdstippen polst BECI naar de mening van de Brusselse ondernemers over sociaaleconomische vraagstukken in hun Gewest. Het resultaat leest u in onze ‘politieke barometer’, waarvan de jongste editie, deze zomer , het lichte economische herstel enigszins weerspiegelt. De ondernemers zijn opnieuw bereid te investeren en aan te werven. 1 3,22 Guy Vanhengel (financiën, begroting en externe relaties) 2 Didier Gosuin 3 Céline Fremault (milieu, energie en huisvesting) 4 Cécile Jodogne2 (buitenlandse handel) 5 2,53 Rudy Vervoort (Minister-President) 5 7 Pascal Smet (mobiliteit en openbare werkzaamheden) 2,39 5 8 2,15 Fadila Laanan (openbare netheid en afvalbeleid) 5 6 Bianca Debaets3 (ontwikkelingssamenwerking, gelijke kansen) 2,47 5 2,65 5 2,73 5 (economie en werkgelegenheid) 3,15 5 5 De scores van de Brusselse ministers Liever onbemind dan onbekend? Misschien mogen de onbeminden (Rudi Vervoort, Pascal Smet, Fadila Laanan) zich gelukkiger achten dan de onbekenden (Cécile Jodogne en Bianca Debaets, van wie meer dan 40% van de respondenten nooit hebben gehoord). De rangschikking blijft, een jaar na de verkiezingen, onveranderd en nog steeds in dezelfde volgorde: Guy Vanhengel, Didier Gosuin en Céline Fremault, namelijk de Minister van Financiën, de Minister van Economie en zijn voorgangster (die nu Milieuzaken beheert). Ondernemers stemmen blijkbaar voor de mandaten die hen aanbelangen…2 Globaal blijft het vertrouwen in de Brusselse regering nogal aan de zwakke kant. De cijfers van het wantrouwen zijn in feite dubbel zo hoog als die van het vertrouwen. Ter vergelijking scoren vertrouwen en wantrouwen op federaal niveau evenwichtig rond 40%. WAT IS UW GRAAD VAN VERTROUWEN IN HET VERMOGEN VAN DE BRUSSELSE REGERING OM DE HUIDIGE PROBLEMEN OP TE LOSSEN? 0,5% 13% 21% 38% 28% Totaal vertrouwen Licht vertrouwen Neutraal Weinig vertrouwen Geen vertrouwen 11% 36% 28% 22% WAT IS UW GRAAD VAN VERTROUWEN IN DE BRUSSELSE REGERING VOOR HAAR AANPAK VAN DE HUIDIGE PROBLEMEN? 3% Totaal vertrouwen Licht vertrouwen Neutraal Weinig vertrouwen Geen vertrouwen 1. Deze opiniepeiling polste tussen 26/06 en 17/07/2015 naar de meningen van Brusselse kaderleden en bedrijfsleiders; 1.032 antwoorden. • 2. ‘Onbekend’ voor 45,7% van de respondenten • 3. ‘Onbekend’ voor 45% van de respondenten BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 28 jaarverslag 2015

De regionale spelers Onder de regionale spelers gaan de door de Brusselse ondernemers beste toegekende scores (in deze volgorde) naar Brussel Invest & Export, de VDAB en Bruxelles Formation. Uitzonderingen zijn Impulse (ex-BAO), de koploper die echter ‘onbekend’ is voor meer dan de helft van de respondenten, en Citydev (ex-GOMB), die in hetzelfde geval verkeert. De naamsveranderingen zijn blijkbaar nog niet doorgedrongen, behalve dan voor Actiris (ex-ORBEM). 1. Impulse (BAO/ABE)4 2. Brussel Invest & Export 3. VDAB 4. Bruxelles Formation 5. Citydev (ex-GOMB)5 6. GIMB 7. MIVB 8. Leefmilieu Brussel (ex-BIM) 9. Actiris (ex-ORBEM) 3,8/5 3/5 2,94/5 2,83/5 2,82/5 2,79/5 2,76/5 2,72/5 2,73/5 BENT U VAN PLAN IN DE KOMENDE 12 MAANDEN TE INVESTEREN EN/OF AAN TE WERVEN? 10% 20% 30% 40% 50% 60% 0% maart 2013 november 2013 4. ‘Onbekend’ voor 53,5% van de respondenten • 5. ‘Onbekend’ voor 51,5% van de respondenten november 2014 juni 2015 Aanwerven: misschien … De druk van de fiscaliteit komt in de resultaten van onze opiniepeiling duidelijk aan bod. De cijfers beklemtonen de zeer zware impact van de belastingdruk op investeringen en het scheppen van banen. Nagenoeg een ondernemer op twee beweert bereid te zijn in de komende 12 maanden te investeren (de hoogste score sinds twee jaar). 55,74% verklaart zelfs te willen aanwerven “als de sociale lasten globaal dalen”. 45,52% beschouwt dit als een dringende maatregel. De ‘tax shift’ zet dus een stap in de goede richting: een concurrentieschok die een nog sputterend economisch herstel moet dynamiseren. Het federaal Planbureau voorziet voor dit jaar 1,2% groei. WELKE MAATREGELEN MOETEN ER VOLGENS U OP DE VERSCHILLENDE MACHTSNIVEAUS WORDEN GETROFFEN? KIES EEN PRIORITEIT. 5% 11% 7% 7% 24% 46% Verlichting van sociale werkgeverslasten Verlaging van de belasting op natuurlijke personen Verlaging van de belasting op bedrijfswinsten Belastingvoordelen bij investeringen Belastingvoordelen bij aanwervingen Andere Ja Neen Ik weet het niet 29 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015

Delokaliseren? Net niet … De meeste Brusselse ondernemers zijn niet van plan te verhuizen (58%, stabiel). Diegenen die er wel aan denken, blijven liever in België (26%, van wie een derde bovendien in Brussel zou blijven). 16% denkt er toch aan naar het buitenland te trekken. OVERWEEGT U OM OP KORTE OF MT EEN GEDEELTE VAN UW ACTIVITEITEN TE VERHUIZEN OF TE DELOCALISEREN? 10 20 30 40 50 60 70 80 0 december 2011 maart 2012 maart 2013 november 2013 november 2014 juni 2015 Ja, in het Brusselse Gewest Ja, naar Wallonië Ja, naar Vlaanderen Ja, buiten België Neen Winkels open op zondag: een goed idee 72% van onze ondernemers staan achter een opening van de handelszaken op zondag. Hierover bestaat er tenminste geen discussie. WAT VINDT U VAN DE OPENING VAN HANDELSZAKEN OP ZONDAG? Diversiteit: eerder een begeleiding dan een verplichting Voor de derde keer bevroegen we de ondernemers over hun kijk op diversiteit, een thema waaraan wij een Witboek hebben gewijd. Uit de verkregen commentaar blijkt dat de ondernemingen diversiteit niet als een prioriteit beschouwen terwijl ze zich vooral zorgen maken om de rentabiliteit. We kunnen daaruit afleiden dat ze niet beseffen (of niet oordelen) dat diversiteit precies een buitenkans betekent (o.a. wat betreft de creativiteit, de benadering van nieuwe doelgroepen, het imagobeleid e.d.). 13% Positief 15% 72% Neutraal Negatief Eén ondernemer op vier verklaart dat zijn onderneming ‘geen belangstelling’ heeft voor diversiteit (wat ook kan betekenen dat hij er geen probleem mee heeft). Als we echter de andere percentages optellen, stellen we vast dat de ondernemingen vooral naar informatie vragen (over de kansen, de verbodsbepalingen en de actiemiddelen). Ze hebben dus behoefte aan informatie maar verwerpen opgelegde oplossingen. Charters en quota’s scoren namelijk zwak. WELKE ZOU VOLGENS U DE BESTE MANIER ZIJN OM DISCRIMINATIE TE BESTRIJDEN (GESLACHT, LEEFTIJD, SOCIALE AFKOMST, ENZ.)? De werkgevers beter informeren over de troeven van diversiteit 12% Wij hebben geen belangstelling voor diversiteit Een 'diversiteitscharter' aan de bedrijven opleggen Werkgevers beter inlichten over verboden praktijken Quota's opleggen Onze onderneming hecht belang aan dit vraagstuk en zou graag beter worden ingelicht om maatregelen te treffen Andere BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 30 5% 6% 8% 10% 24% 35% jaarverslag 2015

Mobilité: nog geen oplossing in zicht Mobiliteit blijft van veruit de grootste bezorgdheid van de Brusselse ondernemers. Dit blijkt uit onze opiniepeilingen sinds 2011. 52% van de respondenten beschouwen dit als de topprioriteit van de Brusselse regering, ruim voor de administratieve vereenvoudiging (37%) en de vermindering van de gewestelijke en gemeentelijke fiscaliteit (36%). Dit trio staat al vier jaar lang op het podium van de bezorgdheden. Meer dan 67% van de ondernemers zijn bovendien de mening toegedaan dat de Brusselse mobiliteit sinds verleden jaar nog is verslechterd. IS DE MOBILITEIT IN EN ROND BRUSSEL IN 2015 T.O.V. 2014 VERBETERD? 3% 6% 24% 67% Het concept van een stadstol krijgt echter geen unaniem ontvangst. De meningen gaan twee kanten uit: 38,5% van de respondenten vinden de stadstol een ‘interessant’ idee, terwijl 44,8% anderen dit idee precies ‘onaanvaardbaar’ achten. De voetgangerszone in het stadscentrum wordt ook maar lauw onthaald: 40,5% gunstige meningen, 35,2% ongunstige (waarbij dient gezegd dat de peiling vóór de schoolhervatting plaatsvond). n OM DE MOBILITEIT BINNEN EN ROND BRUSSEL TE VERBETEREN, VINDT U DE INVOERING VAN EEN STADSTOL OF VAN EEN KILOMETERHEFFING... Ja, de situatie is verbeterd Neen, de situatie is onveranderd Neen, de situatie is verergerd Geen mening UW MENING OVER DE VOETGANGERSZONE IN HET STADSCENTRUM? 16% 39% Een interessant idee Niet aanvaardbaar Ik weet het niet 45% 35% 41% Gunstig Neutraal Ongunstig 24% WELKE 3 THEMA’S MOET DE BRUSSELSE REGERING PRIORITAIR BEHANDELEN OM DE ONTWIKKELING VAN ECO. EN TEWERKSTELLING TE VERZEKEREN? Verlaging van de regionale en gemeentelijke fiscaliteit Vereenvoudiging van de administratieve procedures Mobiliteit Promotie van kwalificerende opleidingen Imago van Brussel als zakelijk centrum Steun aan de tewerkstelling Hulp bij investeringen Advies aan kandidaat-ondernemers Netheid Veiligheid Stadsvernieuwing Wetenschappelijk onderzoek Andere 0 10 20 30 40 50 60 31 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI Maart 2013 November 2013 November 2014 Juni 2015 jaarverslag 2015

De algemene vergadering van BECI, in oktober 2014. Het strategisch plan van BECI Brussel 2025: welvaart, werkgelegenheid en uitmuntendheid Begin 2015 stelde BECI zijn nieuw tienjarig strategisch plan voor, waarvan de mission statement is afgeleid. De visie wil van Brussel de rijkste regio van Europa maken, een plek waar het gezellig leven en werken is omdat zakenleven en ondernemerschap er de nodige steun genieten. D e vorige versie van BECIs strategisch plan dateert uit 2005 en beperkt zich tot de KHNB, de Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel. Vandaar het belang van de nieuwe ‘roadmap’. Dit beaamt BECI voorzitter Thierry Willemarck: “De tijd was rijp voor een stand van zaken en een herziening van onze strategie. Des te meer omdat we waarschijnlijk aan de vooravond staan van belangrijke maatschappelijke verschuivingen, met de opkomst van totaal nieuwe modellen à la Uber en Airbnb, die de gevestigde business modellen op de helling zetten. Anderzijds heeft de Staatshervorming het zwaartepunt van het beleid naar de Gewesten verplaatst, namelijk naar een deelstaat die overeenstemt met het actiedomein van onze regionale werkgeversorganisatie. BECI dient daarom nieuwe vaardigheden te ontwikkelen om op een constructieve manier de dialoog te voeren met het Gewest, meer bepaald in domeinen waar dit Gewest zelf zijn bevoegdheden uitbreidt: denk maar aan de subsidiëring van ondernemingen, het beheer van de gezinsuitkeringen, de activatie van werkloosheidsuitkeringen enz. Als sociale partner moeten wij voortaan ook in zulke domeinen onze verantwoordelijkheid opnemen.” Drie doelstellingen De visie van BECI streeft tegen 2025 drie grote doelstellingen na: 1) het Brusselse Gewest het rijkste van Europa maken wat betreft het BBP per inwoner; 2) de werkloosheid tot onder de 10% terugdringen (en onder de 15% voor de jongeren), vergeleken met respectievelijk 19 en 27% vandaag; en 3) er voor zorgen dat Brussel wordt erkend voor zijn mobiliteit, zijn veiligheid, zijn aantrekkelijke fiscaliteit, de kwaliteit van het milieu en de sociale vrede – kortom, een gewest waar het echt aangenaam leven is. Of dit realistisch is? “Ambitieus, maar realistisch”, antwoordt Thierry Willemarck. “Als Brussel de rijkste regio van Europa wil worden, moet ze Londen en Luxemburg voorbijschieten. Het potentieel bestaat want overal ter wereld ziet men dat de groei zich BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 32 “Om een gunstig klimaat te ontwikkelen voor het zakenleven en ondernemerschap aan te moedigen, moeten de werkgevers sterk vertegenwoordigd zijn.“ Thierry Willemarck, voorzitter van BECI. jaarverslag 2015

in de grote steden concentreert. Dáár ontstaan nieuwe ondernemingen, ontwikkelen zich nieuwe modellen en verschijnen nieuwe oplossingen voor mobiliteit, de derde leeftijd, het onderwijs enz. Tegelijk zal deze toekomst een heleboel kleine jobs in de dienstensector in het leven roepen. Ik ben ervan overtuigd dat het cliché van de in stadscentra geconcentreerde werkloosheid op lange termijn zal verdwijnen. Gelukkig maar, want dit bedreigt werkelijk de samenleving. Werkloosheid kunnen we bestrijden met opleiding en vorming, maar ook door diversiteit te promoten. De arbeidsmarkt moet verder opengaan voor werkkrachten van alle afkomst, oudere werknemers en mindervaliden …” Vier prioriteiten Om deze visie gestalte te geven, definieerde BECI vier prioriteiten: 1) een gunstig klimaat bevorderen voor het zakenleven en het ondernemerschap; 2) de armslag van de werkgevers vergroten dankzij het gewicht en de representativiteit van BECI; 3) verantwoordelijkheidsbesef bijbrengen aan overheidsorganen en -spelers; en 4) ervoor zorgen dat de principes van subsidiariteit en goed beleid in de overheidssector worden nageleefd. “De eerste van deze vier prioriteiten omvat in feite de drie andere”, zegt Thierry Willemarck. “Om een gunstig klimaat te ontwikkelen voor het zakenleven en ondernemerschap aan te moedigen, moeten de werkgevers sterk vertegenwoordigd zijn, hebben we overheidsdiensten nodig die met verantwoordelijkheidszin tewerk gaan en moet een constructief partnerschap ontstaan met de privé spelers. Dit alles vormt een geheel. En wanneer ik de subsidiariteit onderstreep, is dit in geen geval om de overheid te kleineren, wél om ondernemerschap, wilskracht en het nemen van risico’s aan te moedigen.” Participatief beheer In zijn net voor de verkiezingen van 2014 verschenen Memorandum, vroeg BECI dat de nieuwe, door de Staatshervorming verkregen bevoegdheden, pragmatisch en in overleg met de economische spelers zouden worden beheerd. “Iedereen heeft natuurlijk zijn interpretatie van de hervorming, in functie van de eigen doelstellingen en projecten”, geeft Thierry Willemarck toe. “Wij voelen heel duidelijk dat de overheid bij de uitoefening van de nieuwe bevoegdheden nog volop de testfase doorloopt. Wij moeten hun dus de argumenten voorleggen die aantonen dat participatief beheer ons aller belang is. Dit proces vergt tijd. Privé en overheid moeten beide aanvaarden dat er trefpunten zijn waar ze moeten leren met elkaar te spreken, zich constructief op te stellen en samen te beslissen, ten voordele van de privésector, maar conform de regels van de overheid.” BECI stelt hoge eisen aan overheidsinstellingen en -organen maar legt ook voor zichzelf de lat bijzonder hoog, met strengere beleidsregels, onder andere wat betreft de uitoefening van representatieve mandaten. “Deze talrijke mandaten – tientallen, in feite – zijn bijzonder belangrijk voor al onze leden omdat ze de spreekbuis zijn van de bedrijven. De rol van onze mandatarissen werd duidelijker omschreven en kadert in een samenhangende strategische positionering. We hebben verder beslist de uitoefening van deze mandaten in de tijd te beperken en door een snellere aflossing van onze vertegenwoordigers, dynamischer en creatiever te werk te gaan. Verder hebben wij de regels op het vlak van reporting en transparantie verstrengt, om ervoor te zorgen dat zulke mandaten daadwerkelijk een meerwaarde betekenen voor onze organisatie en onze leden.” KHNB, VOB en IZEO: drie organisaties die elkaar aanvullen Sinds enkele maanden merken de leden van BECI een nieuw aan de KHNB (de Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel) voorbehouden logo. BECI ontstond in 2007 door de toenadering van de KHNB en het VOB (het Verbond van Ondernemingen te Brussel). Het duo werd in 2012 een trio door de toevoeging van IZEO, die opkomt voor de belangen van zelfstandigen, vrije beroepen en KMO-leiders. “Elk van de drie speelt zijn eigen rol”, licht Thierry Willemarck toe: “… het VOB als sociale partner en openbare medebeheerder; IZEO als verdediger van de belangen van zelfstandigen en KMO-leiders en de KHNB als sociale partner en begeleider van ondernemingen. Waar nodig werden de actiemiddelen gedeeld, maar elke eenheid beheert ook haar eigen projecten.” “In dit opzicht was de creatie van een nieuw logo voor de KHNB een noodzaak. BECI geldt voortaan als een welgekend merk in de politieke wereld en bij onze leden, maar het behoudt een zeer Brusselse eigenheid. De Kamer voor Handel en Nijverheid treedt echter op nationaal en internationaal niveau op. Ze past in een bekend en erkend netwerk. Wanneer een Belgische of buitenlandse onderneming zich in Brussel vestigt, begint ze met een bezoekje aan de Kamer!” Elk van de onderdelen van BECI behoudt dus zijn eigen ‘merk’. De raad van bestuur, het voorzitterschap en de directie zijn gemeenschappelijk. Er bestaat één visie, maar de concrete strategieën kunnen verschillen. Ten dienste van onze leden De promotie van het ondernemerschap betekent voor BECI eveneens bijstand aan de leden onder de vorm van advies, begeleiding, vorming, de ontwikkeling en het onderhoud van een relatienetwerk, steun aan de export, de rol van vertrouwenspersoon en hulp bij administratieve stappen in België en in het buitenland. “Wij blijven natuurlijk focussen op deze door onze leden bijzonder gewaardeerde brede waaier aan diensten, die wij constant aanvullen. Zo lanceerde wij onlangs een begeleidingsdienst bij de overdracht van ondernemingen. Dit vraagstuk vormt in Brussel een waar probleem en een economische uitdaging.” BECI heeft zich verbonden al deze doelstellingen na te streven door een optimaal beleid van de middelen van een privé-organisatie, die bijna volledig afhangen van de bijdragen van de leden. “Zij zijn onze reden van bestaan en onze legitimiteit”, aldus Thierry Willemarck. n 33 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015

BECI 2014-2015: de cijfers van BECI Cijfers zeggen soms meer dan een lange uiteenzetting. Wij hebben er enkele geselecteerd tussen vele andere. Ze zijn bijzonder representatief voor de veelzijdige activiteit van BECI tijdens het boekjaar 2014-2015. 891 De adviescel van BECI verleende 390 maal juridisch en fiscaal advies (bedrijven in moeilijkheden uitgezonderd) en 501 maal juridisch advies op sociaal vlak. 97 BECI werd herkozen als de Brusselse partner van het Enterprise Europe Network (EEN) voor de periode 2015-2020. EEN wordt mede door de Europese Unie gefinancierd en helpt ondernemingen zich internationaal te ontwikkelen dankzij een netwerk van contacten in 54 landen, ver buiten de grenzen van de EU. Tijdens het afgelopen jaar heeft onze cel Enterprise Europe Brussels meer dan 200 vragen beantwoord (over de Europese reglementering, de normen, toegang tot buitenlandse markten, fiscaliteit …) en 27 maal advies verleend over Europese financieringsmogelijkheden. De cel verspreidde 31 profielen van Brusselse ondernemingen via de Partnership Opportunities Database en organiseerde 97 zakelijke ontmoetingen met buitenlandse ondernemingen. 15209 De gemiddelde (gecontroleerde) oplage in aantal exemplaren van ons maandblad Brussel Metropool/Bruxelles Métropole, dat wij naar alle Brusselse ondernemingen van meer dan 10 personen versturen. 938 Dit is het aantal deelnemers aan de 42 internationale evenementen van BECI: bezoeken van buitenlandse afvaardigingen, ontmoetingen met ambassadeurs, seminars enz. Deze activiteiten hebben ook aanleiding gegeven tot 129 B2B afspraken (Export Day uitgezonderd; zie ook info hierover). 7 Dit is het aantal Memorandums of Understanding – MoU – die tijdens de afgelopen 12 maand werden gesloten tussen de Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel (KHNB) en haar internationale tegenhangers in Aboe Dhabi, Armenië, Doha, Dubai, Kuala Lumpur, de Seychelles en Teheran. Met deze overeenkomsten gaan voor onze leden de deuren open naar deze landen en gebieden. In de afgelopen jaren heeft de KHNB een vijftigtal dergelijke MoU’s ondertekend, vaak in landen waar klassieke netwerken niet zijn vertegenwoordigd. 1410 De activiteiten van de Start’Hub (zie ook blz. 36) bekoorden 1410 deelnemers, van wie 1134 tijdens de Start’hub Nights, 232 op de Start’Hub Apero’s en 44 kandidaten voor de Start’Hub Challenge. Naast de Start’Hub werd ook steun verleend aan de creatie van ondernemingen via 26 informatiesessies die 900 deelnemers bijwoonden, en 522 boekhoudkundige raadplegingen. 1400 Meer dan 1400 bezoekers kwamen op 7 mei op Brussels Expo opdagen om deel te nemen aan twee evenementen die gelijktijdig door BECI en IZEO werden georganiseerd: de Export Day (dag van de export en van het internationale ondernemerschap) en de e-Day (de dag van het web voor zelfstandigen en KMO’s). Naast de 26 stands, 46 workshops en het rondetafelgesprek, was er tijdens dit dubbele evenement ook plaats voor 60 coaching sessies en, in het raam van de Synergy Day, 133 B2B ontmoetingen tussen ondernemingen uit België, Luxemburg en het noorden van Frankrijk. 15977 Tussen juli 2014 en juni 2015 reikte het BECI Customs Center 15.977 certificaten van oorsprong uit (voor de export van bepaalde producten of naar bepaalde landen; een stijging met 6,2%), en 290 ATA boekjes (voor de tijdelijke uitvoer van bepaalde goederen). BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 34 105 BECI organiseerde in 2014-2015 105 vormings - initiatieven en seminars, die 1989 deelnemers zagen opdagen. 1758 Het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden (COm, mede door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gefinancierd) is 1758 maal opgetreden: 810 geïndividualiseerde gesprekken (of langdurige telefonische besprekingen) voor advies op het vlak van strategie, beheer of algemene informatie; 504 juridische raadplegingen (met inbegrip van juridische en sociale pro deo’s); 322 financiële raadplegingen (met inbegrip van boekhoudkundige pro deo’s); 15 diepgaande diagnoses in strategie en marketing en 107 tussenkomsten voor psychologische ondersteuning (tele-advies). 2651 Dit is het aantal deelnemers aan de ‘netwerking’-evenementen van BECI: onder meer 109 voor de Speed Business Lunches, 129 voor de Golf Trophy 2015, 188 tijdens de Welcome Lunches, 259 voor de Entrepreneurs Nights, 377 tijdens de zeven After Work avonden en 763 op onze jaarlijkse Garden Party (record gebroken!). jaarverslag 2015

Design: www.acg-bxl.be BRUSSEL, HAVENSTAD IN HET HART VAN EUROPA UITGELEZEN LIGGING De Brusselse haven ligt op vijf uur varen van Antwerpen en biedt een uitzonderlijke toegankelijkheid voor binnenschepen en zeeschepen tot 4.500 ton. De haven ligt bovendien midden in een dicht netwerk van snelwegen en spoorwegen. PERFORMANT WERKTUIG In de voorhaven is er een containerterminal operationeel die aansluit op de vier transportmodi: binnenvaart, zeevaart, spoorwegen en autowegen. Behalve de terreinen langsheen de waterweg heeft de Haven van Brussel ook nog 160.000 m2 pakhuizen in het TIR-centrum. TEN DIENSTE VAN BRUSSEL Het havendomein bedient een afzetgebied van twee miljoen inwoners en vertegenwoordigt een belangrijk economisch gewicht: zowat 350 ondernemingen, goed voor 12.000 directe en indirecte jobs, een jaartrafiek over de waterweg van 6,6 miljoen ton. Jaarlijks 625 000 vrachtwagens minder in de stad – Een jaarlijkse besparing van 97 000 ton CO2 www.port.brussels Redersplein, 6 B -1000 Brussel T : +32 (0)2 420 67 00

Prior to Start Up Decline Entreprise lifecycle Een stapsgewijze begeleiding Het leven van een onderneming verloopt nooit zonder hindernissen. Tussen de oprichting en de overdracht (aan een overnemer of aan de volgende generatie) doorstaat het bedrijf verschillende fases van ontwikkeling, consolidatie en soms ook moeilijkheden. Om de bedrijven beter doorheen hun levenscyclus te begeleiden, lanceerde BECI dit jaar twee nieuwe hubs, respectievelijk voor starters en voor overdragers/overnemers. E en van de voornaamste missies van BECI bestaat erin de ondernemingen te informeren en te adviseren bij elke stap van het parcours. BECI verleende al speciaal advies aan initiatiefnemers van projecten, naast assistentie aan bedrijven die in moeilijkheden verkeren (via het COm, het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden, met de financiële steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Om deze nieuwe vormen van begeleiding op gang te brengen, creëerden BECI en twee partnerbedrijven onlangs twee ‘hubs’: één specifiek voor starters en de andere voor overdragers/ overnemers. Beide initiatieven mikken op kritieke fasen in het leven van een onderneming, waar een gerichte begeleiding echt het verschil kan maken tussen mislukking en succes. De ‘hubs’ zijn in feite platforms die BECI samen met gespecialiseerde partners rond een bepaalde bedrijfsthematiek opzet. Elke partner biedt zijn specifieke deskundigheid. De vaardigheden worden gedeeld en uitgewisseld ten dienste van andere ondernemers en om andere zakelijke uitzichten te ontwikkelen. Start’Hub: in het zadel tillen De eind 2014 opgerichte Start’Hub tracht ontmoetingen te bevorderen tussen ervaren ondernemers en projectdragers, pre-starters en starters. Deze contacten gebeuren onder de vorm van een ‘challenge’: de kandidaten komen hun project voor een panel van ondernemers en deskundigen ‘pitchen’, op zoek naar toekomstige partners en investeerders. Om een dergelijk publiek te overtuigen, is een goed onderbouwd dossier zeker geen overbodige luxe. Succes vereist voorbereiding. Daartoe draagt de Start’Hub zijn steentje bij, met een gemeenschappelijk begeleidingsprogramma, aangevuld met individuele aanbevelingen. Het is verder ook de bedoeling de eenzaamheid van de starters te doorbreken. Vaak focussen ze uitsluitend op hun project, BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 36 Company creation Company development Company consolidation Growth Adapted Approach to Market Transmission De Start’Hub Night, op 9 december 2014, in de tent van Circus Pauwels terwijl ze ook een netwerk van contacten nodig hebben. De Start’Hub is de plaats waar ze mensen kunnen ontmoeten en ideeën uitwisselen, niet alleen tussen starters en partners, maar ook tussen starters onderling, en zelfs tussen partners. Dankzij deze contacten met gevestigde bedrijven kunnen starters hulpmiddelen uittesten en werkmethodes uitproberen. Hier spelen de partners van de hub een belangrijke rol: ieder in hun vak bieden ze aan de jonge onderneming een deskundigheid eigen aan gevestigde bedrijven. Dit gaat alle kanten uit: bankdiensten, beheertools, advies in communicatie en marketing … Telkens bieden de partners van de challenge een aantal diensten en/of producten die elkaar aanvullen, steeds volgens dezelfde logica: ondernemers voor en met andere ondernemers. Sinds de aftrap in oktober 2014 organiseerde de Start’Hub ettelijke activiteiten voor tientallen deelnemers. Ondertussen hebben sommige hun eigen onderneming opgericht. Bij andere jaarverslag 2015

Op 9 juni organiseerden BECI en zijn partners van de Transmission Hub een rondetafelgesprek. schieten de voorbereidingen goed op. En weldra zal een nieuwe reeks opkomende ondernemers de uitdaging aangaan. Overdracht van groot economisch belang Laten we nu een kijkje nemen aan het andere eind van de levenscyclus van de onderneming. Daar beantwoordt de Transmission Hub een cruciaal vraagstuk dat ook voor Brussel een aanzienlijke sociaaleconomische uitdaging betekent: de vergrijzing van onze bedrijfsleiders (meer dan 40% van de Belgische ondernemers zijn vijftigplussers), samen met een hoog percentage aan mislukte bedrijfsoverdrachten. Slechts één onderneming op drie wordt met succes overgenomen. Dit probleem treft vooral KMO’s. In het Brusselse Gewest zouden er naar verluidt ongeveer 37.000 bedrijven tussen nu en 2025 voor een overdracht vatbaar zijn. Hiervan riskeren 7.500, bij gebrek aan voldoende voorbereiding, hun deuren binnen de twee jaar na de overdracht definitief te sluiten. 8.500 zullen gewoon verdwijnen omdat geen overnemer is komen opdagen. Telkens gebeurt dit ten nadele van de economische activiteit en de werkgelegenheid. Heel wat moeilijkheden kunnen een overdracht dwarsbomen. Om te beginnen zijn veel bedrijfsleiders gevoelsmatig aan hun onderneming gehecht, soms omdat zij ze zelf hebben opgericht. Door deze emotionele band slagen ze er niet in voldoende afstand te nemen. Ze verzuimen de voorbereiding van de overdracht of beginnen er te laat aan, soms noodged wongen, door gezondheidsproblemen. Het succes van een overdracht vereist echter twee à drie jaar voorbereiding. Wat betreft de kandidaat-overnemers, ook zij zijn vaak onvoldoende voorbereid of ze onderschatten de moeilijkheden eigen aan een overname. De overdracht riskeert dus op korte termijn schipbreuk te lijden, ondanks de deskundigheid, de faam en de uitstekende relaties met klanten en leveranciers die het bedrijf kon voorleggen. De oorzaak van het probleem ligt waarschijnlijk bij het aanknopen van relaties. Heel wat overdragers schrikken ervoor terug hun plannen bekend te maken. Ze verkiezen vertrouwelijkheid, omdat de bekendmaking van hun project negatieve gevolgen zou kunnen hebben (verlies van klanten, vertrek van medewerkers enz.). Logischerwijs komen er dan ook niet veel kandidaat-overnemers opdagen. Contacten leggen tussen kandidaten en overnemers Zoals voor de starters beantwoordt deze door BECI bestuurde hub aan een noodzaak. De Transmission Hub ontstond in januari 2015 en biedt een kwaliteitsvolle, neutrale, onafhankelijke en vertrouwelijke begeleiding aan overdragers en overnemers. De Transmission Hub betrekt verscheidene partners bij het initiatief om de talrijke aspecten van een bedrijfsoverdracht te behandelen. Denk maar aan financiering, fiscaliteit, juridische aspecten, coaching, beheer, commerciële aangelegenheden, communicatie en bestuur. Kandidaten kunnen bij de Transmission Hub terecht voor geïndividualiseerd advies van deskundigen in overdrachten en overnames in verschillende bedrijfssectoren, specifieke en aangepaste opleidingen, rondetafelgesprekken, een begeleiding ter voorbereiding van de overdracht, de voorbereiding van de aankoop en bijstand tijdens de voorbereiding en ondertekening van de overdracht/ overnameakte. Dit alles om een succesvolle hervatting van de activiteit te verzekeren. De Transmission Hub richt zich tot ondernemingen met een omzet tussen 400.000 en 15-20 miljoen euro. Hij is niet bestemd voor handelszaken en restaurants, maar biedt hiervoor wel alternatieven. Ten slotte voorziet de Hub een club van overnemers, om deze mensen grondig op te leiden, onder andere op het vlak van beheer, en zodoende de toekomst van de onderneming te verzekeren. n Informatie over de Start’Hub Fabienne Malaise fm@beci.be Tel. 02 643 78 07 Informatie over de Transmission Hub Erick Thiry eth@beci.be Tel. 02 643 78 36 37 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015

Slotsessie van de vormingscyclus «Vastgoeduitzichten en stadsontwikkeling» Opleidingen Om er het fijne van te weten Kennis heeft vandaag een rechtstreekse impact op productie en rentabiliteit. BECI wil de ondernemingen daarom nog beter bijstaan bij de verwerving van deskundigheid en vaardigheden. De Kamer heeft daarom haar vormingsprogramma herzien. Het aanbod is vollediger dan ooit en onderscheidt zich door zijn diepgaande en pragmatische aanpak. D e Kamer van Koophandel van Brussel organiseert al geruime tijd opleidingen voor haar leden. De domeinen zijn bijzonder divers: strategie en management, marketing en handelsrecht, financiering, human resources en sociale wetgeving, boekhoudkunde, fiscaliteit e.a. Deze opleidingen verwelkomen meer dan 2500 deelnemers per jaar, worden door erkende specialisten geanimeerd en genieten unanieme waardering. De behoeften van de ondernemingen veranderen echter constant. Nieuwe verwachtingen duiken op zodat nieuwe thema’s moeten worden aangekaart. Wij hebben dus beslist het huidige aanbod gevoelig uit te breiden, met de steun van de deskundigen in ons Kenniscentrum en ons netwerk. Precies daarom organiseert BECI sinds enkele maanden, naast het klassieke programma, een aantal nieuwe vormingscycli in domeinen als milieubeheer, energiebeheer, mobiliteit, stedenbouwkunde, diversiteit of bijvoorbeeld ook openbare aanbestedingen. “De vaardigheden en de deskundigheid van kaderleden en bedrijfsleiders verder ontwikkelen, daar gaat het om. Dit doen we met hoogstaande opleidingen die dankzij hun schappelijke prijs voor alle KMO’s toegankelijk blijven”, vertelt Brigitte Van der Mensbrugghe, die de opleidingen organiseert. Minder theorie en meer praktijk “Naast de nieuwe thema’s, frissen we ook de algemene aanpak van de opleidingen op. De klemtoon verschuift van theorie naar praktijk en concrete tools”, verklaart Erick Thiry, die belast is met Business Relations Intelligence. “Wij wensen dat de deelnemers bij afloop van de opleiding de verworven kennis onmiddellijk kunnen toepassen en er concrete resultaten uithalen.” “Deze thematische vormingen werden in nauwe samenwerking met ondernemingen ontwikkeld”, aldus nog Erick Thiry. “Wij onderhouden een constante dialoog met human resources managers, want zij bepalen de behoeften. Wij beschouwen hen als onze partners.” De onderwerpen worden ook meer in detail besproken. Dit gebeurt BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 38 via vormingscycli die uit meerdere modules bestaan. De formule laat toe meerdere invalshoeken te combineren: uiteenzettingen door deskundigen, cursussen en interactieve workshops, bezoeken op het terrein en eventueel ook nog webinars. “Dit zou in een seminar van een uur of twee natuurlijk niet kunnen.” Het aantal deelnemers wordt beperkt om de interactiviteit en de uitwisseling van standpunten steeds te vrijwaren. “Met de tijd worden we alles moe, behalve het leren” (Vergilius) Op het einde van de opleiding ondergaat de deelnemer een evaluatie en ontvangt hij een diploma uitgereikt door de Kamer van Koophandel, conform het ISO 9001 kwaliteitsbeheer waarvoor de Kamer gecertificeerd is. Ook de opleidingen zelf worden constant en systematisch geëvalueerd. Sommige bieden zelfs opleidingspunten die in bepaalde sectoren vrij begeerd zijn (advocaten, boekhouders, vastgoedspecialisten…). Een eerste vormingscyclus rond het thema ‘Perspective immobilière et développement urbain’ (vastgoeduitzichten en stadsontwikkeling), wordt sinds de maand mei georganiseerd en over zes modules verspreid. Op het programma staan onder andere: kantoorvastgoed, het aanbod aan vastgoed in het raam van de demografische groei, logistiek en mobiliteit in de stad, uitzichten voor het vastgoed in sectoren als toerisme en congressen enz. “De eerste feedback is bijzonder positief. Wij ontvingen heel wat enthousiaste commentaar”, zegt een trotse Brigitte Van der Mensbrugghe. Een cyclus in milieubeheer ging in de maand september van start. De volgende zal het hebben over het beheer van multiculturalisme en diversiteit binnen de onderneming. BECI plant eveneens kortere opleidingen over het mobiliteitsbudget, fiscaliteit en de reglementering van vastgoed, openbare aanbestedingen e.d. n Info : www.beci.be/training jaarverslag 2015

Diversiteit Diversiteit, een troef voor de onderneming Onze samenleving verandert; het bedrijfsleven volgt de trend. Rassenvermenging, management door vrouwen en vergrijzing van de bevolking zijn enkele van de maatschappelijke verschuivingen waarvan de weerslag zich op de bedrijfswereld, het personeel en de clientèle laat voelen. Niet alle ondernemingen hebben het begrip diversiteit volop geïntegreerd. Het Witboek van BECI rond dit thema bewijst nochtans dat achterblijvers er alle baat zouden bij hebben het economisch potentieel van diversiteit te benutten. 35 % van de Brusselse bevolking is ouder dan 45 jaar en het vergrijzingsproces zet zich voort. Nagenoeg 66% van de Brusselaars tussen 18 en 60 jaar is van buitenlandse afkomst. In België lijdt 10% van de bevolking tussen 15 en 64 jaar aan een vorm van handicap of een chronische ziekte, maar dit percentage ligt in de hoofdstad wellicht hoger. Deze demografische gegevens vinden we echter niet systematisch terug in de Brusselse ondernemingen. En dit geldt ook voor vrouwen in topfuncties. Met de hulp van deskundigen analyseerde BECI noemenswaardige verschillen tussen samenleving en arbeidsmarkt voor de vier voornaamste vormen van discriminatie. Dat zijn het geslacht (het voortbestaan van het zgn. ‘glazen plafond’, de loonverschillen tussen man en vrouw), de leeftijd (een derde van de werkzoekenden is ouder dan 45 jaar), de buitenlandse afkomst (38 tot 53% tewerkstelling bij personen van buitenlandse afkomst, vergeleken met 74% bij mensen van Belgische afkomst) en de handicap (in België hebben 40,7% van de mensen met een handicap een baan, vergeleken met 66,4% van de valide personen). “Diversiteit bevordert echter de prestaties”, verklaart BECI Voorzitter Thierry Willemarck. Zo onderscheiden mensen van buitenlandse afkomst zich vaak door een bredere kijk op zaken en een multiculturele aanpak die gelijk staat met creativiteit en innovatie. De inbreng van oudere medewerkers is de ervaring en de wijsheid waarmee ze heel wat delicate situaties kunnen ontwarren. Mindervalide personen hebben meestal geleerd hun handicap te omzeilen door de ontwikkeling van andere vermogens en een flink herstellingsvermogen. En wat betreft gelijke kansen voor mannen en vrouwen op directieniveaus, zij zorgen voor complementariteit en een bredere aanpak van de problemen. Bovendien getuigt diversiteit in de onderneming van compatibiliteit met de verscheidenheid van onze samenleving. Integreer diversiteit in het bedrijf en u zult de klanten beter begrijpen en gemakkelijker bereiken. Niet alle ondernemingen maken gebruik van zulke troeven. Waarom? En hoe kunnen wij dit verhelpen? Eerder aanmoedigen dan verbieden In zijn Witboek ontleedt BECI de discriminatie. De conclusies zijn overduidelijk: discriminatie vloeit voort uit een maatschappelijke structuur die verstijfde gewoonten en gedragspatronen creëert. ‘Monoculturele’ maatschappelijke regels hebben de neiging ‘monoculturele’ sociale – en dus ook HR – praktijken te bevorderen. Daar gaat niet noodzakelijk kwaadwillige opzet mee gepaard. Daarom zijn sommige discriminerende gedragingen onopvallend, zelfs voor hun daders. “Een discriminatieverbod zal de diversiteit echter niet stimuleren. In feite kan een controlemechanisme op indirecte wijze een negatief vooroordeel versterken of zelfs doen ontstaan”, stellen Thierry Willemarck en Jean-Claude Daoust (de voorzitter van de sociale commissie van BECI). Zij beweren dat gerichte controles tegen discriminatie op de arbeidsmarkt er ten onrechte als een goed idee uitzien. Sinds 35 jaar geldt er in verscheidene wetsteksten een verbod op discriminatie bij het aanwerven van arbeidskrachten. Uit de recente resultaten blijkt echter dat deze regelgeving geen impact heeft op de cijfers. Beide voorzitters herinneren eraan dat discriminatie alle geledingen van de samenleving op de loer ligt. Vandaar de nood aan een globale aanpak, onder meer via het onderwijs, dat jammer genoeg het krachtigste discriminatiesysteem van onze maatschappij blijft. BECI gaat de uitdaging aan en levert een overzicht van alle knelpunten, zowel macrosociologisch (de ganse samenleving) als microsociologisch (individueel). Het initiatief onderstreept ook de menselijke rijkdom en de opvallende economische troeven van diversiteit. Het ‘Witboek over Diversiteit’ verscheen in september verleden jaar, samen met ons magazine Brussel Metropool. Het document kan ook op onze website worden gelezen. n Info: www.beci.be/nl/witboek_over_diversiteit/ 39 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015

BECI De stem van uw onderneming Bij de hoofdtaken van BECI hoort zijn rol als spreekbuis van de ondernemingen. Dankzij zijn talrijke leden, die de verscheidenheid van het Brusselse ondernemerschap weerspiegelen, treedt BECI als rechtmatige verdediger van hun standpunt op, in alle omstandigheden die de sociaaleconomische omgeving kunnen beïnvloeden. Olivier Willocx Joëlle Evenepoel 02 643 78 14 - ow@beci.be Gedelegeerd bestuurder 02 643 78 15 - je@beci.be Secretaris-generaal Jan De Brabanter Xavier Dehan 02 643 78 39 - jdb@beci.be Secretaris-generaal VOB 02 210 01 76 - xd@beci.be Algemeen coördinator KHNB Carine Van Lancker 02 643 78 40 - cvl@beci.be Management Assistant O nze vertegenwoordigingsopdracht oefenen wij onder meer uit tijdens rechtstreekse onderhandelingen met de Brusselse overheden en onze sociale partners, binnen het voornaamste Brusselse sociaaleconomische overlegorgaan, de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG). BECI engageert zich ook actief in het sociaaleconomisch leven van Brussel via talrijke bestuurders- of vertegenwoordigersmandaten in een dertigtal organen. Op het economisch vlak zetelt BECI o.a. in de raad van bestuur van Citydev (de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel), de Haven van Brussel en Impulse (het Brusselse agentschap voor de onderneming). Wat de werkgelegenheid betreft, oefent BECI o.a. mandaten uit bij Actiris en Bruxelles Formation. Al deze mandaten worden zorgvuldig geselecteerd en aan de bekwaamste vertegenwoordigers toevertrouwd. BECI oefent deze opdrachten op een actieve en constructieve manier uit, door oplossingen aan te bieden. BECI staaft zijn standpunten op de meningen die via regelmatige opiniepeilingen van de leden worden verkregen, en op het werk van zijn adviescommissies (sociale aangelegen heden, economie, mobiliteit en ruimtelijke ordening, governance enz.). Deze commissies staan onder het voorzitterschap van vooraanstaande Brusselse ondernemers en verenigen leden die in deze materies een ware deskundigheid kunnen voorleggen. Hun standpunten worden verder aangevuld BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 40 door de deskundigen van ons Kenniscentrum. Zij volgen de verscheidene tot de gewestelijke bevoegdheden behorende materies op de voet op en leggen analyses voor waarvan de kwaliteit unaniem wordt erkend. Onze voorstellen, reacties, tussenkomsten en initiatieven zijn er vaak in geslaagd het economische proces in ons Gewest ten gunste van het ondernemerschap te beïnvloeden. Dit succes danken wij eerst en vooral aan u: samen staan we sterker om de belangen van de Brusselse ondernemingen te verdedigen. n jaarverslag 2015

BECI Waardevolle steun Onze corebusiness? Onze leden ondersteunen. De oplossingen van BECI zorgen in uw onderneming voor een hefboomeffect die mogelijkheden en capaciteiten boosten. Met onze teams, onze diensten en onze netwerken krijgt u extra armslag. G oede begeleiding en nuttig advies effenen uw weg naar het succes. Niet alle ondernemingen slagen erin intern al de deskundigheid en bekwaamheden te ontwikkelen die ze nochtans nodig hebben in elk domein waar hun activiteiten mee te maken hebben. BECI treedt op als partner van zijn leden en ontwikkelde voor hen een breed scala ondersteuningsdiensten verdeeld over drie activiteiten: KENNISCENTRUM Mobiliteit • Advies bij de ontwikkeling van uw mobiliteitsbeleid • Diagnose, bedrijfsvervoerplan, mobiliteitsbudget, beste praktijken … • Informatie: reglementeringen, fiscaliteit, gewestelijk beleid, gevolgen voor uw onderneming en contactneming Vincent Campeol 02 563 68 59 vc@beci.be • De begeleiding tijdens de volledige levenscyclus van de onderneming, van de oprichting tot en met de overdracht, tijdens de groeifase, gedurende moeilijke periodes en bij de ontwikkeling van exportactiviteiten; • Informatie en opleidingen, in alle domeinen van het ondernemerschap; • Contactneming en de ontwikkeling van netwerken tussen onze leden en met potentiële klanten of partners, ook internationaal. UW DESKUNDIGEN Milieu en energie • Begeleiding van uw duurzame ontwikkelingsprojecten: diagnose, certificering … • Advies in energiebesparingen en continuïteitplan voor uw onderneming • Invoering van een milieubeleid • Informatie: reglementering, milieu- en energiepremies Laura Rebreanu 02 643 78 26 lr@beci.be Stedenbouwkunde • Begeleiding van renovatie-, uitbreidingsen verhuizingsprojecten • Bepaling van de beste vestigingszones • Informatie: stedenbouwkundige reglementeringen, fiscaliteit, subsidies … • Contacten met de bevoegde overheidsdiensten Lise Nakhlé 02 643 78 21 lna@beci.be Kringeconomie • Zuiniger omgaan met materiaal • Afvalpreventie en -beheer: diagnose en oplossingen • Informatie: reglementering, verplicht contract, sorteerverplichting, bodemvervuiling … • Contacten met afvalophalers Laurie Verheyen 02 210 01 75 lv@beci.be Diversiteit • Ontwikkeling van uw diversiteitsbeleid: diagnose, financiële steunmaatregelen • Bijstand bij de integratie van gehandicapte personen (slechtzienden, slechthorenden …) • Beheer van de culturele verschillen • Ontwikkeling van een intern communicatiebeleid rond diversiteit Bouchra El Mkhoust 02 643 78 20 bem@beci.be De klassieke groepsfoto na de Algemene Vergadering van BECI. 41 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015

ADVIESCENTRUM UW ADVISEURS Manager adviesdiensten • Hulp bij economische expansie • Advies aan ondernemingen in moeilijkheden • Bijstand bij de ontwikkeling van een saneringsplan • Opvolging van het beheer Fabienne Malaise 02 643 78 07 fm@beci.be Adviseur tweede kans • Begeleiding van herstelprojecten • Workshops voor ondernemers na een faillissement • Diagnose van de moeilijkheden • Case studies Hayate El Aachouche 02 643 78 34 he@beci.be Adviseur starters • Advies in financiering, kredietverlening, subsidies • Bijstand bij opmaak van een financieel plan • Organisatie van workshops voor starters • Opvolging van het beheer Mirella Zaccagnini 02 643 78 46 mz@beci.be Adviseur overdracht • Voorbereiding van de overdracht van uw onderneming: diagnose en advies • Valorisatie van uw onderneming • Contacten met potentiële overnemers • Begeleiding bij het overdrachtsproces Erick Thiry 02 643 78 36 eth@beci.be Adviseur sociale zaken • Juridisch advies bij de arbeidsrelatie: ondertekening van een arbeidsovereenkomst en specifieke voorwaarden, einde van het contract, werktijden, collectieve arbeidsbetrekkingen … • Voorbereiding op juridische risico’s • Informatie en sociaal recht Frédéric Simon 02 643 78 17 fs@beci.be Assistente • Abonnement op het faillissementsnieuws • Seminars over de sociale wetgeving Myriam Michiels 02 643 78 19 mm@beci.be Juridisch adviseur • Juridisch advies over commerciële aangelegenheden • Bijstand bij het opstellen van contracten: algemene verkoopvoorwaarden, bijzondere clausules, handelsagentcontracten, huurovereenkomsten enz. • Beheer van geschillen, bemiddeling • Advies aan ondernemingen in moeilijkheden Laila Nejar 02 563 68 58 lne@beci.be U OPLEIDINGEN EN SEMINARS Uw verantwoordelijke voor de opleidingen • Ontwikkeling van uw vaardigheden en deskundigheid • Inschrijvingen voor de BECI thema-opleidingen (management, HR, sociale wetgeving, stedenbouwkunde, mobiliteit …) • Organisatie van thema-opleidingen en opleidingen op maat voor uw onderneming Brigitte van der Mensbrugghe 02 643 78 30 — bvdm@beci.be U FORMALITEITEN Uw ondernemingsloket • Formaliteiten aan de Kruispuntbank van Ondernemingen • Inschrijving van uw ondernemingsnummer • Wijzigingen • Intrekking Corine Clément 02 643 78 09 desk@beci.be Administratieve formaliteiten • Publicatie in het Belgisch Staatsblad • Uittreksels van de Kruispuntbank van Ondernemingen • Attesten van niet-faillissement • Activering, wijziging en schrapping bij de btw Jocelyne Hincq 02 563 68 57 jh@beci.be BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2015 - 42 jaarverslag 2015

INTERNATIONAAL UW EXPORT DIENST Manager International • Ontwikkeling van uw internationale activiteiten • Informatie: buitenlandse markten, reglementen eigen aan elk land Sabine Soetens 02 643 78 12 sso@beci.be • Economische missies en ontvangst van buitenlandse afvaardigingen • Netwerk van contacten met kamers van koophandel overal ter wereld Assistente International Christine Godts 02 643 78 02 cg@beci.be Directeur Europa • Financieringsprojecten en Europese aanbestedingen • Internationale contacten via het netwerk van Enterprise Europe Network Jean-Philippe Mergen 02 210 01 77 jpm@beci.be • Informatie: Europese reglementeringen, nationale en Europese certificeringen (CE-markering …) Nastasja Otte 02 563 68 54 nao@beci.be Manager douanes • Administratieve en douaneformaliteiten • Alle exportdocumenten (certificaten van oorsprong, ATA boekjes) Elke Teck 02 643 78 06 elt@beci.be U Uw contacten voor het zakenleven • Uw contact bij BECI • Contactnemingen en ontwikkeling van uw netwerk • Identificatie van partners • Identificatie van commerciële uitzichten • Legalisering van documenten (facturen, contracten, octrooien enz.) • Snellere visums voor uw zakenreizen Assistente douanes Evelien Jonckheere 02 643 78 03 ej@beci.be UW NETWERK Uw BECI account • Administratief beheer van uw BECI lidmaatschap • Registrering en updating van uw gegevens Christine Barthélemy 02 643 78 45 — cb@beci.be Uw contacten voor evenementen Angela Leone 0475 41 27 95 al@beci.be Frederik Leloup 02 643 78 01 fle@beci.be • Inschrijving voor BECI evenementen: Annual Event, After Works, Speed Business Lunches, Welcome Lunches, Entrepreneurs Nights, Golf Trophy, Garden Party … • Contactneming en ontwikkeling van uw netwerk • Verhuring van onze zalen Adviseur Europa Catherine Mertens 02 643 78 16 cm@beci.be Wim Desloovere 02 643 78 22 wde@beci.be Caroline Coutelier 02 643 78 13 cco@beci.be Sylvia Welleman 02 643 78 05 sw@beci.be Pascale Capitaine 02 643 78 49 pc@beci.be COMMUNICATIE UW MEDIAVERANTWOORDELIJKEN Media • Uw informatiebron als ondernemer • Het doorgeefluik van uw bezorgdheden, via onze enquêtes en opiniepeilingen • Publicatie van uw communiqués in ons magazine en op onze website Uw reclameregie • Advies in commerciële communicatie • Beheer van uw reclamecampagnes Emmanuel Robert Geneviève Boxus 02 643 78 44 — er@beci.be 02 563 68 51 — gb@beci.be Max Saey 02 563 68 53 — msa@beci.be 43 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015

2014-2015: een jaar Bijna 800 Brusselse bedrijfsleiders en beslissingsnemers namen deel aan de Garden Party van BECI, tijdens de maand juni, in de tuinen van AXA. After Work in het Steigenberger hotel. BECI ontvangt een Turkse delegatie geleid door de heer Ibrahim Çaglar, Voorzitter van de Kamer van Koophandel van Istanboel, hier naast mevrouw Cécile Jodogne, Brusselse Staatssecretaris belast met Buitenlandse Handel. BECI was partner van de 2de Business Mediation Summit, in januari aan de Solvay Brussels School. Lancering van het nieuwe magazine van BECI, in januari 2015. In het raam van de economische missie in Iran ontving BECI in december 2014 het bezoek van een Iraanse afvaardiging. Het symposium van Brussels Metropolitan bracht de Minister-Presidenten van de drie Gewesten bijeen. Meer dan 1.400 bezoekers kwamen op 7 mei op Brussels Expo opdagen om deel te nemen aan Export Day en e-Day, twee evenementen die BECI en IZEO organiseerden.

BECI nieuws in foto’s BECI en Brussel Mobiliteit organiseerden een samenkomst van de grote spelers van de stedelijke distributie in Brussel, voor een ontmoeting met de bedrijfswereld. Een voordracht en debat over milieu en afvalbeleid, in aanwezigheid van de Brusselse ministers Céline Fremault en Fadila Laanan. Informatiesessie voor de mensen die zich hadden ingeschreven voor de Job Day Technici, Ingenieurs & Informatici. Ondertekening van een Memorandum of Understanding met de Kamer van Koophandel van Aboe Dhabi. 21 mei, Golf Château de La Tournette: de 10e van de BECI Golf Trophy. editie Poolreiziger Dixie Dansercoer, tijdens een avond van de Zinner Circle, voor onze Nederlandstalige leden. Back to School ! het thema van ons Annual Event 2014, in het auditorium van GDF Suez. Informatiesessie over de ‘tax shelter’, door IZEO en BECI, in aanwezigheid van federale Minister Willy Borsus. Begin juni verwelkomde keukeninrichter Bulthaup een CEO Meeting van BECI. Een CEO meeting aan de Aviation Academy Brussels. © Belga Images

OP 100% VAN DE OPTIES www.professional.peugeot.be FIFTY-FIFTY aanbieding geldig op alle fabrieksopties van het Peugeot-gamma, uitgezonderd accessoires, voor elke bestuurder van een bedrijfswagen waarvan het bedrijf in België een bedrijfsnummer of in het Groothertogdom Luxemburg een BTW-nummer heeft, en waarvan het voertuig (tot 3,5 T MTG) gebruikt wordt door het bedrijf en ingeschreven staat op naam van het bedrijf. 26 3,1 - 5,6 L /100 KM 82 - 134 G /KM Milieu-informatie [KB 19/03/2004] : www.peugeot.be AANBIEDING

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication