in de grote steden concentreert. Dáár ontstaan nieuwe ondernemingen, ontwikkelen zich nieuwe modellen en verschijnen nieuwe oplossingen voor mobiliteit, de derde leeftijd, het onderwijs enz. Tegelijk zal deze toekomst een heleboel kleine jobs in de dienstensector in het leven roepen. Ik ben ervan overtuigd dat het cliché van de in stadscentra geconcentreerde werkloosheid op lange termijn zal verdwijnen. Gelukkig maar, want dit bedreigt werkelijk de samenleving. Werkloosheid kunnen we bestrijden met opleiding en vorming, maar ook door diversiteit te promoten. De arbeidsmarkt moet verder opengaan voor werkkrachten van alle afkomst, oudere werknemers en mindervaliden …” Vier prioriteiten Om deze visie gestalte te geven, definieerde BECI vier prioriteiten: 1) een gunstig klimaat bevorderen voor het zakenleven en het ondernemerschap; 2) de armslag van de werkgevers vergroten dankzij het gewicht en de representativiteit van BECI; 3) verantwoordelijkheidsbesef bijbrengen aan overheidsorganen en -spelers; en 4) ervoor zorgen dat de principes van subsidiariteit en goed beleid in de overheidssector worden nageleefd. “De eerste van deze vier prioriteiten omvat in feite de drie andere”, zegt Thierry Willemarck. “Om een gunstig klimaat te ontwikkelen voor het zakenleven en ondernemerschap aan te moedigen, moeten de werkgevers sterk vertegenwoordigd zijn, hebben we overheidsdiensten nodig die met verantwoordelijkheidszin tewerk gaan en moet een constructief partnerschap ontstaan met de privé spelers. Dit alles vormt een geheel. En wanneer ik de subsidiariteit onderstreep, is dit in geen geval om de overheid te kleineren, wél om ondernemerschap, wilskracht en het nemen van risico’s aan te moedigen.” Participatief beheer In zijn net voor de verkiezingen van 2014 verschenen Memorandum, vroeg BECI dat de nieuwe, door de Staatshervorming verkregen bevoegdheden, pragmatisch en in overleg met de economische spelers zouden worden beheerd. “Iedereen heeft natuurlijk zijn interpretatie van de hervorming, in functie van de eigen doelstellingen en projecten”, geeft Thierry Willemarck toe. “Wij voelen heel duidelijk dat de overheid bij de uitoefening van de nieuwe bevoegdheden nog volop de testfase doorloopt. Wij moeten hun dus de argumenten voorleggen die aantonen dat participatief beheer ons aller belang is. Dit proces vergt tijd. Privé en overheid moeten beide aanvaarden dat er trefpunten zijn waar ze moeten leren met elkaar te spreken, zich constructief op te stellen en samen te beslissen, ten voordele van de privésector, maar conform de regels van de overheid.” BECI stelt hoge eisen aan overheidsinstellingen en -organen maar legt ook voor zichzelf de lat bijzonder hoog, met strengere beleidsregels, onder andere wat betreft de uitoefening van representatieve mandaten. “Deze talrijke mandaten – tientallen, in feite – zijn bijzonder belangrijk voor al onze leden omdat ze de spreekbuis zijn van de bedrijven. De rol van onze mandatarissen werd duidelijker omschreven en kadert in een samenhangende strategische positionering. We hebben verder beslist de uitoefening van deze mandaten in de tijd te beperken en door een snellere aflossing van onze vertegenwoordigers, dynamischer en creatiever te werk te gaan. Verder hebben wij de regels op het vlak van reporting en transparantie verstrengt, om ervoor te zorgen dat zulke mandaten daadwerkelijk een meerwaarde betekenen voor onze organisatie en onze leden.” KHNB, VOB en IZEO: drie organisaties die elkaar aanvullen Sinds enkele maanden merken de leden van BECI een nieuw aan de KHNB (de Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel) voorbehouden logo. BECI ontstond in 2007 door de toenadering van de KHNB en het VOB (het Verbond van Ondernemingen te Brussel). Het duo werd in 2012 een trio door de toevoeging van IZEO, die opkomt voor de belangen van zelfstandigen, vrije beroepen en KMO-leiders. “Elk van de drie speelt zijn eigen rol”, licht Thierry Willemarck toe: “… het VOB als sociale partner en openbare medebeheerder; IZEO als verdediger van de belangen van zelfstandigen en KMO-leiders en de KHNB als sociale partner en begeleider van ondernemingen. Waar nodig werden de actiemiddelen gedeeld, maar elke eenheid beheert ook haar eigen projecten.” “In dit opzicht was de creatie van een nieuw logo voor de KHNB een noodzaak. BECI geldt voortaan als een welgekend merk in de politieke wereld en bij onze leden, maar het behoudt een zeer Brusselse eigenheid. De Kamer voor Handel en Nijverheid treedt echter op nationaal en internationaal niveau op. Ze past in een bekend en erkend netwerk. Wanneer een Belgische of buitenlandse onderneming zich in Brussel vestigt, begint ze met een bezoekje aan de Kamer!” Elk van de onderdelen van BECI behoudt dus zijn eigen ‘merk’. De raad van bestuur, het voorzitterschap en de directie zijn gemeenschappelijk. Er bestaat één visie, maar de concrete strategieën kunnen verschillen. Ten dienste van onze leden De promotie van het ondernemerschap betekent voor BECI eveneens bijstand aan de leden onder de vorm van advies, begeleiding, vorming, de ontwikkeling en het onderhoud van een relatienetwerk, steun aan de export, de rol van vertrouwenspersoon en hulp bij administratieve stappen in België en in het buitenland. “Wij blijven natuurlijk focussen op deze door onze leden bijzonder gewaardeerde brede waaier aan diensten, die wij constant aanvullen. Zo lanceerde wij onlangs een begeleidingsdienst bij de overdracht van ondernemingen. Dit vraagstuk vormt in Brussel een waar probleem en een economische uitdaging.” BECI heeft zich verbonden al deze doelstellingen na te streven door een optimaal beleid van de middelen van een privé-organisatie, die bijna volledig afhangen van de bijdragen van de leden. “Zij zijn onze reden van bestaan en onze legitimiteit”, aldus Thierry Willemarck. n 33 - ACTIVITEITENVERSLAG 2015 | BECI jaarverslag 2015
36 Online Touch Home