16

Een projectontwikkelaar met een visie voor de stad Waar Atenor zich specifiek voor inzet? De verdichting, verrijking en harmonisering van de stad. Dit zijn althans de vormen van actie die Stéphan Sonneville het vaakst aanhaalt wanneer hij vragen beantwoordt over een boeiend thema als vastgoedontwikkeling in steden. Mag een vastgoedprojectontwikkelaar zich tevreden stellen met de winst te maximaliseren door een wilde bezetting van de stedelijke ruimte? Stel deze vraag aan Stéphan Sonneville en u bent vertrokken voor een urenlange, levendige discussie. De topman van Atenor hanteert onuitputtelijke argumenten over de sleutelrol van de projectontwikkelaar in de zogenaamde veerkracht van stedelijke omgevingen. In het voorwoord van het magazine Divercity dat de groep publiceert, herhaalde Stéphan Sonneville onlangs de doelstellingen die gepaard gaan met het concept van duurzame stad: milieu, demografie, mobiliteit, gezondheidszorg, economie, cultuur, onderwijs, stedenbouwkunde e.a. Niets minder! Stéphan Sonneville vindt dat de zaken nog ingewikkelder worden wanneer dit geheel aan goede voornemens wordt samengebracht in een gemeenschappelijk referentie kader voor alle landen van de Europese Unie. “Alle verwachtingen die gepaard gaan met het concept van duurzame stad (...) uiten zich in talloze, weinig gestructureerde en soms tegenstrijdige voorstellen, waardoor het concept zelf uiteindelijk nog nauwelijks kan worden toegepast.” De stad als complex en nooit stilstaand systeem Stéphan Sonneville vergelijkt de stad met een complex en steeds veranderend levend wezen waarin een heleboel systemen, infrastructuren en diensten interageren en zodoende het ecosysteem van de stad vormen. Dit ecosysteem verdient het beste beheer om een doeltreffend stedelijk beleid te ontwikkelen. Stéphan Sonneville houdt dus voornamelijk van de extreme complexiteit van steden, een mix van elementen en functies die nauw van elkaar afhangen om een harmonie te vormen die liefst niet wordt verstoord. Daarin zit volgens hem ook de roeping van het werk dat Atenor verricht: de ontwikkeling van de stad door een toename van de interacties en de uitwisselingen, maar zonder kunstmatige ‘duurzaamheidsmodellen’ op te leggen. Daarom is het zinloos elektrische voertuigen in elke straat aan te bieden. Problemen moeten stroomopwaarts worden aangepakt, door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat werkkrachten die zich dagelijks naar hun werk verplaatsen, ook in de nabijheid van hun werkplaats aan hun huisvesting geraken. Of ten minste door hun gemakkelijke toegang te geven tot het openbaar vervoer. “Gebouwen die zo weinig mogelijk energie verbruiken, elektrische wagens … Allemaal goed en wel, maar het zou nog www.atenor.be slimmer zijn woonpanden vlakbij stations te bouwen. Woningen en kantoorgebouwen worden best op korte afstand van elkaar opgericht om verplaatsingen te verminderen”, aldus nog de CEO van Atenor. Het DNA van Atenor Al deze elementen vormen het DNA van Atenor, de ankerpunten van de groep tijdens de ontwikkeling van een project. Dankzij deze elementen ontstaan geleidelijk nieuwe concepten ter verrijking van de duurzame stad. Stéphane Sonneville vermeldt hier onder andere het concept van intelligente stad (smart city); hij verwijst naar de veerkrachtige, zuinige, koolstofarme of muterende stad. De inwoners? Ze krijgen bij Atenor de grootste aandacht, want de stad begint bij de bevolking. “Met deze aanpak geven we de voorkeur aan praktijken die overeenstemmen met de sociale, economische en milieuvriendelijke principes die de duurzame ontwikkeling voeden.” De CEO van Atenor citeert de “stedelijke samenlevingsvormen van bepaalde milieuvriendelijke wijken die vroeger experimenteel waren maar vandaag als voorbeelden gelden van wat praktisch haalbaar is”. Dit alles met een hogere densiteit, meer centralisatie en betere prestaties op het energetische, het sociale en het economische vlak… “Ik ben ervan overtuigd dat wij de stad in die richting moeten ontwikkelen”, besluit Stéphan Sonneville. Ontdek het laatste nummer van Divercity op: http://nl.atenor.be/divercity5.php

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication